Donald Trump, die zijn verkiezingscampagne voerde onder de slogan “Make America great again” en beloofde nu eens prioriteit te gaan maken van nationaal beleid, zoekt het steeds meer elders. Terwijl zijn reactionaire politiek in de VS van dag één op massaal protest kon rekenen, probeert hij nu via zijn buitenlands beleid een uitweg te zoeken en zijn “grootsheid” te tonen door economische sancties op te leggen, allerlei verdragen onder druk te zetten en “fantastische relaties” aan te knopen met despoten zoals Kim Jong-un.

Het feit dat de Amerikaanse bevolking op allerlei vlakken in het verweer komt, is daar niet vreemd aan. We zien wel meer dat regeringen en staatshoofden nationale problemen proberen te bezweren door de aandacht af te leiden naar andere terreinen, waar ze wel succes denken te boeken, ook al is het van korte duur.

Ondertussen is er een laag van de Amerikaanse bevolking die niet langer bij de pakken blijft zitten. Jongeren komen massaal in het verweer tegen de reeds decennia aanslepende problematiek van de school shootings. Alleen dit jaar al werden maar liefst 23 scholen in de VS het mikpunt van dolle schutters. De talrijke problemen in het onderwijs en bij de jeugd zijn een duidelijke illustratie van hoe het compleet verrotte systeem het sociaal weefsel heeft aangetast.

Openbare sector in verzet

Na jaren van harde besparingen ten nadele van leerkrachten en werknemers in de publieke sector, groeide de druk om te reageren. De leiding van de twee grote nationale vakbonden - de NEA (Nation Education Association) en de AFT (American Federation of Teachers) - slaagde er niet in om een ​​nationale of lokale reactie tegen deze aanvallen te organiseren. Hun achterban in  ging echter zichzelf organiseren in de scholen, waarbij ze sociale media en persoonlijk contact gebruikten om brede steun uit te bouwen.

Ze verenigden niet alleen de leerkrachten, maar ook andere schoolmedewerkers zoals cafetaria personeel, bewakers, buschauffeurs en alle mogelijke werknemers van de openbare sector. Ze waren niet bang om te vechten, ook al hadden ze niet het recht om te staken. Ze wisten dat als ze hun macht niet zouden tonen, de politici nog meer besparingen zouden doorvoeren.

De republikeinse deelstaatregering van West Virginia kwam er al snel achter dat scholen niet zonder leraars en andere onderwijzend personeel kunnen functioneren. De meeste studenten en ouders steunden de leerkrachten. Dit leidde ertoe dat de deelstaatregering een loonsverhoging aanbood, maar niet de 5 procent die door de beweging geëist werd. De vakbondsleiders, die deze staking helemaal niet hadden geleid, probeerden iedereen weer aan het werk te krijgen op basis van dit aanbod, maar de leerkrachten weigerden totdat zijzelf en andere ambtenaren de volledige 5 procent opslag kregen toegewezen. Uiteindelijk moest de de deelstaatregering met tegenzin de loonsverhoging toekennen. Hun inspirerende overwinning heeft nu vergelijkbare acties in Kentucky, Oklahoma, Arizona en andere delen van het land teweeggebracht en een 24-uren staking van leerkrachten in Jersey City (in de staat New Jersey) aan het einde van maart.

Zoektocht naar een alternatief

Net zoals op vele andere plekken in de wereld zien we in de VS vandaag een radicalisering in de politiek, meningen polariseren en komen met mekaar in botsing. De populaire presidentscampagne van Bernie Sanders en het aan de macht komen van een reactionaire president als Trump, heeft dit proces in een stroomversnelling gebracht en op een hoger niveau getild. Ondanks de verkiezing van Trump is het veelzeggend dat iemand die zich openlijk socialist noemt meer dan 13 miljoen stemmen haalt in de VS.

Mensen actief in vakbonden, allerlei grassroots bewegingen en een deel van de jeugd, zijn duidelijk op zoek naar een nieuwe manier om zich politiek te verenigen en weerwerk te bieden tegen een maatschappelijke situatie die stilaan ondraaglijk wordt. Het kapitaal van de 3 rijkste Amerikanen is nu even groot als de opgetelde rijkdom van de helft van de Amerikaanse bevolking. Miljoenen leven in tentenkampen, in hun voertuig of in krotten terwijl ze 2 of meerdere ‘jobs’ combineren om te kunnen overleven. In hele gebieden van de VS heersen derde wereld toestanden en zijn de omstandigheden zo hard dat geweld en druggebruik de norm gaan bepalen. De extreme tegenstellingen en dag op dag toenemende druk op de structuur van de maatschappij doet mensen zoeken naar een alternatief.

De strijd voor een nieuwe partij

De DSA, een tot dan toe vrij onbeduidend partijtje dat zich had ingezet voor de verkiezing van Sanders, begon aan een spectaculaire groei toen Sanders door de democraten aan de kant werd gezet en Hillary Clinton niet in staat bleek Trump te verslaan. Tijdens de verkiezingsnacht en in de periode erna sloten duizenden mensen er zich bij aan. Vóór de verkiezingen telde de partij ongeveer 6.000 leden. Tijdens de verkiezingsnacht werden 3.000 mensen lid. Nu telt de DSA ongeveer 32.000 leden.

Meer dan tweederden van de bevolking, zeker onder de jongeren, zijn voor de oprichting van een nieuwe partij. De DSA lijkt een aantrekkingskracht te hebben op de meest actieve lagen en zet zo het proces in gang naar de opbouw van een nieuwe onafhankelijke politieke kracht van de arbeidersklasse. Een absolute noodzaak om een radicale breuk met het huidige beleid en dat van het verleden te bekomen.

Of de huidige opgang van mobilisatie en organisatie een lang leven beschoren is en in staat zal zijn nog grotere lagen van de bevolking te betrekken, zal afhangen van de mate waarin ze in staat is successen te boeken en een radicaal ander beleid af te dwingen. Uiteindelijk zal het een strijd moeten worden voor de controle over de rijkdom van de maatschappij en hoe deze te gebruiken.

Binnen de limieten van het kapitalistische systeem is er geen blijvende oplossing voor de diepe en allesomvattende crisis die de maatschappij in haar greep houdt. Dat geld voor de hele wereld en in het bijzonder in de VS.