In politiek en oorlog lacht Vrouwe Fortuna al te kort. Dat mag de regering van Bush Jr. nu ondervinden. Nadat Bush zijn kwestieuze presidentsverkiezing deed vergeten door een ‘glorieuze’ campagne tegen het terrorisme, keerde de crisis van het kapitalisme opnieuw de kansen van Amerika’s ideale cowboy. Het Enronschandaal knaagt aan een van de belangrijkste peilers van het Amerikaans kapitalisme, de burgerlijke staat, en luidt de volgende etappe van de economische crisis in.

Een jaar geleden voorspelden we al dat de crash van Lernout & Hauspie slechts een voorbode was van wat de wereldeconomie te wachten stond. En inderdaad, de huidige ontwikkelingen bevestigen dat het grootste Belgische beursschandaal slechts een zuinig voorproefje was van wat de ‘vrije markt’ ons vandaag zo allemaal te bieden heeft. Een half jaar geleden was het nog mogelijk alle schuld te steken op een externe duivel. De heersende klasse kon haar verantwoordelijkheid voor de eerste symptomen van de wereldrecessie afschuiven op Osama bin Laden en ander terroristisch tuig. In hun reddingsoperatie van het kapitalisme verkondigden de meeste burgerlijke economen en pers dat het economisch herstel al aan het begin van 2002 zou inzetten. De ineenstorting van de energiegigant Enron, het grootste bankroet uit de wereldgeschiedenis, deed die droom in rook opgaan.

Het debacle van Enron smaakt de Amerikaanse elite ongeveer als een schotel Lernout & Hauspie à la Sabena gekruid met een serieuze snuif Agusta en dit alles geprepareerd op maat van de reusachtige Amerikaanse markt. Net zoals L&H was Enron het nationaal wonderkind van de ‘nieuwe economie’, net zoals Sabena was Enron een nationaal reuzenbedrijf dat 21.000 mensen tewerkstelde en net zoals bij het Agustaschandaal toont Enron de belangenvermenging tussen het kapitaal en politici. Alleen is België een minuscuul land met relatief weinig invloed op wereldvlak, terwijl de VS het centrum zijn van het kapitalisme. Schokken in de VS dijen onvermijdelijk uit over de zeven wereldzeeën.

De ‘stabiliteit’ van het kapitalisme

De implosie van Enron is een typevoorbeeld van de onstabiliteit van de ‘rotsvaste’ kapitalistische economie. Gigantische bedrijven, die zogezegd de pilaren zijn van stabiliteit en voorbeelden van correcte bedrijfspraktijken, kunnen bijna van het ene moment op het andere verdwijnen, waarbij ze een woestenij van werkloosheid, sociale chaos, fraude en leugens achterlaten.

Enron zag het licht in 1986 door de fusie van twee aardgasbedrijven in Texas en werd daarmee het tweede grootste Texaanse bedrijf na Exxon-Mobil. In geen tijd groeide het gasbedrijf uit tot een energiereus die een vijfde van de handel in de Verenigde Staten en Europa beheerste en ook in Azië en Latijns Amerika een aanzienlijk deel van de energiesector controleerde. Gedurende de jaren ’90 vermenigvuldigde Enron zijn marktkapitalisatie met negen, van 5 miljard dollar naar 45 miljard dollar in 1999. Daarmee werd het niet alleen het zevende grootste bedrijf ter wereld maar tevens de beurslieveling van Wall Street, waar analisten Enron de lucht in prezen tot een slordige 60 miljard dollar. Gebakken lucht blijkt nu.

Zoals het een wonderkind van de nieuwe economie betaamt, verhandelde de energiereus alles wat geld opbrengt, gaande van contracten voor gas, elektriciteit en olie, over capaciteit op breedbandnetwerken tot een energieverzekering tegen de risico's van strenge winters. Geheel in lijn met het huidig hyperliberaal stadium van het kapitalisme toverde het gasbedrijf zich om in een heus beleggingsfonds. Het laatste half jaar verkocht het topmanagement zelfs haar eigen aandelen, waarschijnlijk uit puur altruïsme voor de kleine belegger. Dat die aandelen van 83 dollar per stuk momenteel evenveel waard zijn als afzonderlijke velletjes Wc-papier van de witte producten, mag de pret zeker niet bederven voor de bestuurders van Enron. Het kapitalisme draait immers om geld maken. Geef toe dat je een gehaaid zakenman bent als je kiezels via de modernste verkooptechnieken kan polijsten tot nepdiamanten en die dan nog kan verkopen voor de prijs van loepzuivere blauwwitte briljanten. Volgens onze huis-, tuin- en keukenlogica is dat oplichterij, maar de logica van het kapitalisme verheft zulke ordinaire oplichterij tot kunst die met klinkende munt beloond wordt.

Voor de werknemers van Enron is de ‘beloning’ ook niet mis. Zij verliezen niet alleen hun job, maar nu blijkt tevens dat de aandelen die hun oude dag verzekerden evengoed als keukenbehang kunnen dienen. Dat komt ervan als bedrijfsaandelen in je pensioen voorzien. De privatisering van het pensioenstelsel is een grote vooruitgang voor de mensheid, of niet? De nieuwe businesscultuur steekt inderdaad veel tijd in het smeden van werknemersloyaliteit. Marxisten hebben nochtans altijd gewaarschuwd dat corporatisme slechts in het voordeel is van één klasse: het Kapitaal.

Imperialistische octopus

In het imperialistisch stadium van het kapitalisme zijn Amerikaanse arbeiders niet het enige slachtoffer van hun bourgeoisie. Enron slingerde als een octopus zijn tentakels rond de mondiale energiesector, om er de laatste druppel meerwaarde uit te wurgen. Deze multinational is de enige die zowel door Amnesty International als Human Rights Watch werd aangeklaagd voor schendingen van de mensenrechten. In India investeerde Enron 3 miljard dollar in de krachtinstallatie van Babhol, de grootste buitenlandse investering in het land. Om de installatie te bouwen moesten talloze dorpelingen van hun thuisland worden ontzet. Toen ze daar in 1997 vreedzaam tegen protesteerden, ranselde de politie hen af en vernietigde hun hutten. Enron voorzag deze genadeloze ordetroepen van een privé-helikopter en betaalde hun lonen.

Zoals gewoonlijk staken de burgerlijke politici graag een handje toe opdat het Amerikaans kapitaal zijn vraatzucht kon botvieren. De Clinton-administratie lobbyde hard bij de Indiase regering om het contract voor Enron binnen te slepen en Bush drukte Indiase politici vorig jaar nog op het hart dat ze hun schuld van 64 miljoen dollar aan Enron moesten terugbetalen. Zulke praktijken behoren overigens tot de normale taken van een burgerlijk politicus. Enkele jaren geleden trok Bush Sr. naar Koeweit met zijn voormalig Minister van Binnenlandse Zaken James Baker. De bedoeling was een groot energiecontract voor Enron in de wacht te slepen. Het bedrijf bood aan om elektriciteit te produceren tegen 12,6 eurocent per kilowatt uur. Deutsche Babcox kon 0,7 eurocent per kilowatt uur bieden. Het bestaande tarief, door de staat gesubsidieerd, was 0,6 Eurocent. Vanzelfsprekend kreeg Enron het contract. Onze kameraden van In Defense of Marxism (www.marxist.com) loven een kleine prijs uit aan elke lezer die een reden kan geven voor dit succes anders dan omkoperij en corruptie. Wij doen daar nog een geste bij: een gratis exemplaar van de twee volgende Vonk-brochures.

Staat en Kapitaal

Met andere woorden, het gaat hier niet om een geïsoleerd financieel schandaal. Een vette vinger wijst richting Witte Huis. Het gerechtelijk onderzoek naar Enron is begonnen. De Procureur-Generaal van Bush, John Ashcroft, is wel van de zaak genomen aangezien hij vroeger al 57.499 dollar kreeg van Enron ter financiering van zijn – mislukte – campagne voor herverkiezing in de Senaat. En hij snoof niet alleen aan de gouden varkenstrog van Enron. Zomaar even 35 leden van de Bush-regering staan ofwel op de loonlijst van de slechteriken, ofwel ontvingen ze riante bedragen voor hun kiescampagne, incluis Mister President himself. We zijn benieuwd of ze op tijd hun aandelen verkochten. Enron schonk een luttele 1,7 miljard dollar aan de Republikeinen. Dan, om te bewijzen dat er twee kapitalistische partijen zijn in de VS, gaven ze 700 miljoen dollar aan de Democraten. Zulk geld gaat onder de term ‘politieke donatie’. Voor Enron was het een investering, de beste investering die ze ooit deden, zo bleek. Toen het team van Bush de broek warmde aan de zetels van het Witte Huis, hoorden ze champagnestoppen ploffen in de kantoren van Enron. Tijd om langs de kassa te gaan! In de eerste helft van 2001 organiseerde het management zes meetings met vice-president Dick Cheney. Om wat te bekokstoven? Ze schreven het nieuwe regeringsbeleid inzake energie.

Tijdens zijn eerste maanden op de Amerikaanse troon verwees Bush de Kyoto-beperkingen op de uitstoot van broeikasgassen naar de prullenmaand; hij rondde het budget voor gerechtelijke actie van het Environmental Protection Agency af op nul, zodat ze niemand voor het gerecht kunnen dagen; hij benoemde Pat Wood, de uitverkorene van Enron, tot voorzitter van de Federal Energy Regulatory Commission; en hij stelde voor om boringen toe te laten in de beschermde gebieden van Alaska’s Nationaal Park, een van de laatste arctische wildernissen en thuisland van de Kariboe en de arctische vos.

Let wel, wij beweren niet dat Bush en Cheney enkel geld aannamen van olie- en energiebedrijven. Cheney is zelf een grote speler in de corrupte symbiose tussen de Big Business en de Amerikaanse politiek. Toen Cheney’s ambtstermijn in de regering van Bush Sr. ten einde liep, werd hij gewoon topmanager van Halliburton, ‘s werelds grootste producent van machinerie om olie op te boren. Natuurlijk steunt hij het opboren van olie in Alaska. Natuurlijk gebruikt hij zijn post van vice-president om zijn eigen belangen te dienen. Zo ook is Bush, net zoals zijn vader, een belangrijke speler in de wereld van Texaanse olie, en Kenneth Lay, de topmanager en oprichter van Enron, was zijn politieke fondsenwerver. Als goede maatjes verwees Bush steeds naar hem als ‘Kenny Boy’.

Hervorming of omvorming?

Vandaag is de Amerikaanse staat het voorwerp van een harde kritiek wegens die ‘belangenvermenging’. De Amerikaanse ‘antiglobalisten’ zijn herrezen nadat ze een zware opdoffer kregen in de periode na de aanslagen op de WTC-torens en het Pentagon. De heersende klasse gebruikte die aanslagen om 1) democratische rechten (zoals het uiten van kritiek) wettelijk aan banden te leggen; 2) elke tegenstander te discrediteren via platvloerse vergelijkingen met Osama bin Laden; 3) de arbeidersklasse achter haar imperialistisch project te krijgen via nationalistische propaganda. Bush steeg plots in de populariteitspolls tot ongekende hoogten. Nu brokkelt dit mooie verhaal in een mum van tijd weer af. Bijna twee derden van de Amerikanen denken volgens een peiling van CBS News dat de regering van Bush ofwel iets verbergt ofwel liegt over haar relatie met Enron. Plotseling beseffen ze opnieuw dat Bush de vertegenwoordiger is van het Grootkapitaal.

De heersende klasse weet heel goed dat ze haar legitimiteit verloren heeft, maar is verdeeld over de kwestie. Het deel van de bourgeoisie dat historisch vooral verbonden is met de Democraten opteert voor hervormingen in het politiek systeem, namelijk een aanzienlijke vermindering van wettelijk toegelaten ‘politieke donaties’ van kapitalisten om de kiescampagnes van politici te financieren. Onder druk van de bevolking werd in het Huis van Afgevaardigden (het parlement) de nieuwe wet al gestemd. Nu moet de wet echter nog langs de Senaat, waar de Republikeinen hem dreigen te torpederen. De Republikeinen zijn historisch verbonden met dat deel van de Amerikaanse bourgeoisie dat opteert voor de harde hand en weigert elke wettelijke beperking van haar macht te slikken.

Een aanzienlijke strekking binnen de Amerikaanse arbeidersbeweging en ‘antiglobalisten’ in het algemeen lijkt de hervormingen van de campagnefinanciering te steunen. Daarmee vergeten ze wel dat het hier gaat om een bewuste strategie van de burgerij om de staat opnieuw te legitimeren. Natuurlijk vinden wij ook dat de burgerij de kiescampagnes van politici niet mag financieren. Dat is echter niet de fundamentele kwestie. De kern van de zaak is dat de burgerlijke partijen enkel instrumenten zijn in handen van de bourgeoisie. Zoals gezegd zijn Bush, Cheney maar evengoed Clinton & co zelf kapitalisten. Het is dan ook contraproductief als de arbeidersbeweging steun verleent aan een burgerlijke partij, m.n. de Democraten, en aan hun kapitalistisch project om de staat opnieuw te legitimeren. De arbeidersbeweging en alle antikapitalisten zouden de huidige politieke crisis moeten aangrijpen om de politieke logica van het kapitalisme bloot te leggen en een eigen massapartij van arbeiders op te richten die het socialisme in haar vaandel voert.

Hetzelfde met de roep om sterkere overheidsregels voor de ‘vrije’ markt. Enron was een van de belangrijkste lobbygroepen voor de ‘deregulering’ van de energiesector, d.w.z. minder overheidstussenkomst in de productie en verdeling van energie. Eigenlijk zijn er niet echt minder regels, zoals de term ‘deregulering’ doet uitschijnen, maar gewoon andere regels, regels die volledig door de privé worden bepaald. Door het wegvallen van overheidsregels streken Enron en andere energiebedrijven enorme winsten op, ten koste van de werkende mensen die een groter deel van hun loon aan bv. elektriciteit moeten besteden. Door die torenhoge prijzen belandde de staat California vorig jaar nog in een energiecrisis. De prijs van elekriciteit steeg met 400 procent zodat gewone mensen geen elektriciteit meer konden betalen en bijgevolg zonder stroom zaten. Trouwens, niet alleen de energiesector is ‘gedereguleerd’, de hele economie wordt sinds de neoliberale aanval van de burgerij op de verworvenheden van de arbeidersklasse, steeds meer geregeld via de regels van de ‘vrije’ markt . Bijgevolg zijn wij absoluut voor structurele hervormingen in het voordeel van de arbeidersklasse, voor nieuwe overheidsregels die de kapitalisten aan banden leggen.

Maar tegelijk willen wij naar een historische les verwijzen. De burgerij heeft al eens hervormingen geslikt onder druk van de arbeidersbeweging en de socialisten/communisten. Ondertussen wachten zij het moment af om terug te slaan. Toen de massastrijd tegen de burgerij wegens het gebrekkig, reformistisch programma van de arbeidersleiding niet resulteerde in de omverwerping van het kapitalisme, putte de strijd zichzelf uit in een doodlopend straatje en zag de burgerij haar kans schoon om in een grootschalig offensief te gaan. Dit offensief kreeg de naam neoliberalisme. Sinds de jaren ’80 is de vakbeweging wereldwijd enorm verzwakt en de arbeiderspartijen zwenkten naar rechts. Het radicalisme van de jeugd maakte plaats voor een vlucht in leeg consumentengedrag, de waanwereld van drugs en nihilisme.

Sinds het einde van het vorig millennium zien we opnieuw een lichte kentering. De vakbonden kennen in verscheidene landen een schuchtere herleving. In de VS bijvoorbeeld draaide de belangrijkste vakbondskoepel AFL-CIO onder leiding van Sweeney weg van haar kritiekloze steun aan de imperialistische belangen van het Amerikaans kapitaal en werden de rangen versterkt met een nieuwe generatie militanten. Sinds de acties tegen Nike en andere multinationals, die culmineerden in ‘the battle of Seattle’ tegen de Wereldhandelsorganisatie, radicaliseren bredere lagen van jongeren zich opnieuw en gaan op zoek naar alternatieven voor het huidige systeem. Het zou complete waanzin zijn om dit nieuwe élan van strijd op dezelfde manier als voordien dood te laten bloeden door een angstvallig reformisme dat niet de revolutionaire sprong naar socialisme durft wagen. Daarom pleiten wij voor een marxistisch programma dat structurele hervormingen koppelt aan een strijd tegen het kapitalisme, een strijd die moet resulteren in de socialistische omvorming van de samenleving.

Onmiddellijke eisen

1) Nationalisatie van de energiesector en andere sleutelsectoren van de economie (multinationals, banken, verzekeringswezen, holdings) onder controle van de arbeiders.

2) Stop de partijfinanciering door het kapitaal.

3) Oprichting van een massapartij van de Amerikaanse arbeiders.

Noot: Dit artikel is ten dele gebaseerd op Mick Brooks 'Enrongate' www.marxist.com/Economy/enrongate.html en John Peterson 'Enron - Imperialism in action' www.marxist.com/Economy/enron_imperialism_in_action.html