De laatste maanden kent het pamflet van Bart De Wever, Over woke, een opvallend succes. In die mate dat het momenteel het meest gekochte politieke boek is in Vlaanderen. De Wever probeert erin een theoretische kritiek te formuleren op het ‘wokisme’.

Het begrip woke betekent zoveel als alert blijven voor alle vormen van discriminatie. Vandaag wordt het ‘wokisme’ vooral begrepen als de militante uitdrukking en actievormen van het intersectionele denken en daarbij horende privilegetheorie. De rechterzijde heeft deze stroming binnen de strijdbeweging tegen discriminatie en onderdrukking uitgekozen als haar uitverkozen sparringpartner in haar ‘cultuurstrijd’.

De afleiding van de ‘cultuurstrijd’

Deze ‘cultuurstrijd’ is met Trump, Bolsonaro en andere rechtse spreekbuizen overgewaaid en vormt de ruggengraat van de politieke strategie van de rechterzijde. De inzet ervan is om haar ideologische overwicht over de middenstand en lagen van de werkende klasse intact te houden. Voor wie met een louter electorale bril naar verkiezingsuitslagen kijkt, lijkt het evident dat de rechterzijde hierin slaagt en dat zal blijven doen. De heersende klasse voelt dit erg anders aan. In de binnenbuik van de samenleving groeit er een diepere woede en polarisering. Gevestigde partijen en zelfs gehele ‘democratische’ politieke systemen die gedwee de orders van de kapitalistische klasse uitvoeren, verbrokkelen. Kapitalistische politici en strategen, zoals De Wever, maken zich hier zorgen over. Ze zijn er als de dood voor dat deze woede een uitgesproken klassenkarakter aanneemt met alle revolutionaire gevolgen van dien.

Het is voor hen dan ook van levensbelang om de polarisering over andere lijnen te definiëren. Ze willen het conflict vormen rond afgebakende cultuurthema’s die geen impact hebben op het economische beleid en de winstmarges van de kapitalisten. Zo voert De Wever een uitgesproken cultuurpolitiek om de ‘Vlaamse’ identiteit te promoten, in haar meest conservatieve en reactionaire vorm natuurlijk. Polarisatie rond rivaliserende invullingen van identiteit leent zich uitstekend tot deze culturele polarisering/afleiding. Identiteit gaat immers over personen en hoe ze zich opstellen tegenover andere individuen. Dit leidt moeilijk tot een systeemkritiek.

De zwakke plek aanvallen

Daarom is ‘wokisme’ en haar centrale privilegetheorie de ideale sparringpartner voor De Wever. De focus ligt immers op symbolische bewustmakingsacties of eisen tot meer vertegenwoordiging van bepaalde groepen in instellingen. Hierdoor focust de ‘woke’-analyse op identiteit en de mentale, symbolische en culturele uitingen van racisme, seksisme en andere discriminatie. Deze actievormen komen voort uit de intersectionele privilegetheorie die stelt dat onderdrukking plaatsvindt doormiddel van de vermeende voordelen die de ‘onderdrukkende identiteit’ verkrijgt omdat ze zelf niet leidt onder onderdrukking. Bijvoorbeeld: of witte mannen het willen of niet, geven ze onomkeerbaar racisme en seksisme door.

In andere artikels legden we uit hoe dit nefaste ideeën zijn voor de strijd tegen alle vormen van onderdrukking. De privilegetheorieën slagen er niet in om een analyse te maken van het systeem dat aan de oorsprong ligt van het verspreiden en het in stand houden van de talrijke vormen van onderdrukking: de klassensamenleving.

De Wever valt het ‘wokisme’ ook demagogisch op deze zwaktes aan. Hij hekelt het pessimisme dat in de privilegetheorie vervat zit. Omdat een onderdrukkende identiteit volgens de privilegetheorie gedoemd is om te blijven onderdrukken, is er eigenlijk geen perspectief tot verbetering, laat staan emancipatie.

De Wever neemt ook het slachtoffer-dader denken op de korrel. In zijn ogen is het voldoende dat bepaalde koloniale wanpraktijken zich niet meer voordoen, om met nostalgie naar de koloniale beschavingsplicht terug te kijken.

Volgens de privilegetheorie is slachtoffer-dader inderdaad de fundamentele tegenstelling in de samenleving: de onderdrukker als dader en onderdrukte als slachtoffer. Alleen heeft het kapitalistische systeem zoveel onderdrukking georganiseerd dat er een heuse hiërarchie en concurrentiestrijd onder de onderdrukten dreigt te ontstaan. Daar spint de rechterzijde garen uit: ‘witte’ lagen van de arbeidersklasse worden onderdrukt en uitgesloten uit het systeem, maar worden toch als daders of zelfs de oorsprong van racisme gezien door het ‘wokisme’. Deze verkeerde analyse van wie er echt profijt trekt uit racisme (in de eerste plaats ‘witte’ werknemers en niet de 1%, de kapitalistische klasse), is koren op de molen van de rechterzijde.

Door zo te focussen op soms twijfelachtige uitwassen van het ‘wokisme’, wil De Wever de hele strijdbeweging door associatie delegitimeren. In zijn boek vertrekt hij vanuit eerder banale theoretische stellingen ter verdediging van de Verlichting en de democratische idealen, tegen het postmoderne relativisme. Maar van zodra hij concrete discussies aanhaalt, vervalt hij in een erg tendentieuze argumentering rond acties (cancel-culture, het neerhalen van standbeelden… ) of thema’s (genderneutrale toiletten, gebruik van het woord ‘wit vs blank’… ) die de intersectionele beweging aan universiteiten kenmerken. Het komt er altijd op neer dat reactionaire tradities niet aangepakt moeten worden. Hij doet dit ook bewust om de discussie net rond die thema’s te polariseren.

De Wevers boemeltrein

Zijn eigen visie op verandering legt hij uit aan de hand van de metafoor van de trein :

« Het gaat over de snelheid en de manier van veranderen.(…) Dat wil zeggen dat als verandering een trein is, ik op die trein zit en tussen twee stations geniet van het uitzicht. Progressieven willen dat die trein een TGV is en stoppen nergens. De woker die wil elk station onderweg afbranden, want het verleden is altijd fout. We mogen niet meer terugkijken zonder schuldgevoel. In het heden nemen we wraak voor wandaden uit het verleden. »

Hier herhaalt De Wever de valkuil die verweven zit in de ‘democratische’ instellingen van het kapitalisme. In woorden wordt er steun uitgesproken voor maatschappelijke vooruitgang, in de realiteit wordt de nodige verandering vaag gehouden en op de lange baan geschoven. Waar systeem-trouwe denkers als De Wever echt bang van zijn, is snelle verandering die zich niet uit binnen de instellingen en niet controleerbaar is. Met andere woorden revolutie.

Cultuurstrijd beantwoorden door klassenstrijd

De komende periode zal iedereen die strijdt tegen racisme, seksisme, homofobie, islamofobie, en andere vormen van onderdrukking, goed moeten nadenken en discussiëren op welke termen we de ‘cultuuroorlog’ die de rechterzijde op ons afstuurt zullen voeren.

Het is geen toeval dat de rechterzijde ‘wokisme’, intersectionalisme en de privilegetheorie uitkiest als sparringpartner. Het is een valstrik om de discussie op identitaire of cultuurtermen aan te gaan. Die dynamiek is bedoeld om de werkende klasse, de 99%, te verdelen in haar strijd tegen het systeem.

Een even grote valstrik is om hieruit te concluderen dat iedereen zich gedisciplineerd moet houden aan een nauwe opvatting van economische klassenstrijd om lonen en arbeidsomstandigheden te verbeteren.

Voor marxisten omvat klassenstrijd de strijd tegen economische uitbuiting en sociale en culturele onderdrukking in al haar vormen. Ze hebben allemaal dezelfde bron. Ze zijn een onvermijdelijk product van de kapitalistische klassensamenleving. Door het organiseren van onderdrukking kan de heersende klasse ons tegen elkaar uitspelen. Deze dynamiek maakt het dagelijkse leven onder dit systeem een ‘living hell’.

De uitdaging ligt erin om de strijd tegen alle vormen van onderdrukking op een wijze uit te drukken dat ze een snaar raakt bij alle lagen van de uitgebuite en onderdrukte werkende klasse, in al haar formidabele diversiteit. Wij denken dat de beste manier hiertoe is om elke actie en beweging uit te rusten met een duidelijke antikapitalistische en revolutionaire oriëntatie. Het is tijdens deze gezamenlijke strijd dat de achterlijke mentaliteiten en attitudes kunnen veranderen. Dat zal niet automatisch gebeuren, maar het wederzijds vertrouwen tussen de 99 % is volgens ons een belangrijker mijlpaal voor de beweging dan om de instellingen te proberen te veranderen.