De laatste dagen wordt er veel gesproken over het uitroeien van de armoede in Afrika. Het continent is nochtans rijk aan grondstoffen. Er is geen logische verklaring voor haar armoede. Onder het kapitalisme echter, is er wel een logica: de logica van de gulzige multinationals, de logica van kapitalisten die Afrika tot armoede veroordelen.

De media schildert deze dagen de uitroeiing van de armoede in Afrika af als een initiatief van buitenaf. Diegenen die wérkelijk een einde zullen stellen aan de armoede van het continent zijn de mensen die er wonen, de arbeiders van Afrika, van Marokko tot Zuid-Afrika. We hebben de afgelopen maanden de strijd van de studenten in Tunesië gezien, de protesten in Egypte en de sterke algemene stakingen in Nigeria. Het meest recente voorbeeld van klassenstrijd is de algemene staking in Zuid-Afrika die vorige week plaatsvond.

In Zuid-Afrika, een land met een lange geschiedenis van klassenstrijd, heeft de werkloosheidsgraad 40 procent bereikt. Drie miljoen mensen tussen 16 en 30 jaar oud kunnen geen stabiele, betalende job vinden. Tweeëntwintig miljoen van de drieënveertig miljoen mensen in Zuid-Afrika leeft onder de armoedegrens.

Maandag 27 juni werd de vijftigste verjaardag gevierd van het Vrijheidsverdrag van het ANC [de partij van o.a. Nelson Mandela, nu in de regering n.v.d.r.], dat opriep tot het ‘recht op werk’ voor de hele bevolking. Duizenden arbeiders uit het hele land organiseerden een algemene staking die dag. Ze werden geleid door het Congres van Zuid-Afrikaanse Vakbonden (COSATU: Congress of South Afrikan Trade Unions, de grootste vakbondsfederatie). Vele werklozen en een grote verscheidenheid aan arbeiders werden vertegenwoordigd in de staking, ook de mijnwerkers, staal- en textielarbeiders.

De stakers eisten dat de Centrale Bank van Zuid-Afrika de koers van de nationale munteenheid (de rand) verlaagt. De stakers eisen deze devaluatie, omdat de sterke rand reeds vele Zuid-Afrikaanse industrieën op de knieën gedwongen heeft. Deze industrieën zijn afhankelijk van de export van hun producten en kunnen niet langer ruime winst maken met de wisselkoers van zes rand per dollar. Met een lagere wisselkoers zouden ze meer rand per product verdienen bij de export.

We kunnen deze eis begrijpen, maar een uitvoering van de eis zou geenszins de problemen van de Zuid-Afrikaanse arbeiders oplossen. De vakbondsleiders negeren bij het stellen van deze eis de echte oorzaak van de crisis. De echte oorzaak ligt immers in de natuur van het kapitalistische systeem zelf. Als alle landen hun munt gaan devalueren om hun concurrentiepositie op de wereldmarkt te vergroten, zijn we terug naar af. De oplossing ligt elders.

Hoe dan ook, ondanks dit alles werd het parlement in Kaapstad grondig belegerd toen duizenden arbeiders aan de poorten verzamelden om te protesteren tegen het verlies aan banen. In een andere grote bijeenkomst, die Johannesburg op haar grondvesten deed daveren, riep Willie Madisha, voorzitter van de COSATU op tot een serie van algemene stakingen. Die stakingen zouden over het hele land plaatsvinden dit jaar. In zijn toespraak stelde hij dat vele arbeiders momenteel 200 rand per week verdienen. Dat is ongeveer dertig dollar. Hij stelde ook dat één van de grootste problemen op de werkvloer racisme en discriminatie is. “We worden vermoord op de werkvloer, we worden niet gepromoveerd omwille van het racisme. Alle zaken die fout lopen worden meteen in onze schoenen geschoven, simpelweg omdat we zwart zijn. Daarom moet racisme tot een einde gebracht worden”, zei Madisha. Deze woorden klinken ironisch, gezien het feit dat het oude apartheidsregime, met haar vreselijke racisme, reeds jaren geleden omvergeworpen werd.

Zo zie je maar dat het racisme niet slechts eigen was aan het apartheidsregime, het is inherent aan het kapitalisme. De Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse werd niet bevrijd. Sommige zwarten uit de middenklasse maakten promotie en sommige klommen zelfs hoog op de ladder de kapitalistische klasse binnen. Het merendeel van de kapitalistische klasse is echter hetzelfde gebleven. Het merendeel van de zwarte bevolking wordt op haar beurt nog steeds uitgebuit, leeft in slechte woonomstandigheden, werkt aan een laag loon, de gezondheidzorg is nog steeds abominabel enzovoort. Dit ondanks enkele vooruitgangen die geboekt werden na de val van het oude regime.

Het kapitalisme domineert nog steeds Zuid-Afrika en zolang dit het geval blijft, zullen de fundamentele problemen onopgelost blijven. Er is een groeiend bewustzijn, meer en meer mensen beseffen dat de problemen van de arbeiders slechts te wijten zijn aan de klassenstructuur van de samenleving. Een radicalisering vindt plaats onder de jongeren en de arbeiders. Dit werd ook duidelijk in Willie Mandischa’s toespraak. Zijn meest inspirerende woorden gingen over de problemen die veroorzaakt worden door het kapitalisme: “We staken omdat we moe zijn. We worden elke dag opnieuw beknot door de kapitalisten. Voor hen zijn wij minder belangrijk dan winst.” Deze woorden werden ontvangen met luid applaus.

De werkende klasse van Zuid-Afrika zal een belangrijke rol spelen in de Afrikaanse revolutie. Zij is de échte kracht die een einde zal stellen aan de geschiedenis van armoede van Zuid-Afrika.