In de aanloop van de verkiezingen van 9 juni doet de PVDA het bijzonder goed in de peilingen. In Brussel zou ze de grootste partij kunnen worden met bijna 20% van de stemmen, in Wallonië de derde partij met 14% en in Vlaanderen de vierde partij met 10%.

De verdere opmars van de PVDA is geen toeval, het is de electorale weergave van wat we in de sociale strijd zien. De partij organiseert in grote mate het strijdvaardigste deel van de werkende klasse en jeugd op basis van offensieve klasseneisen. Radicale eisen ook, in de zin dat het een duidelijke klassenvijand identificeert: de multimiljonairs en de graaiers – de kapitalistische klasse en haar politieke lakeien.

Een offensieve verkiezingscampagne

Net als de PVDA-militanten zien we in het kapitalisme het obstakel naar een radicaal andere, gelijke en communistische maatschappij. Bij het lezen van een verkiezingsprogramma stellen we ons dan ook steeds de vraag: kunnen de voorstellen een figuurlijke brug bouwen tussen de problemen van vandaag en het revolutionaire perspectief van een communistische maatschappij?

In het kader van dit artikel zullen we ons beperken tot de programmapunten tegen de graaicultuur. Laat dat u niet beletten om het programma volledig te lezen: het staat vol eisen waarrond de komende jaren strijd gevoerd zal worden.

‘Lead by example’

De partij is heel sterk in het ontmaskeren van de graaiers. Dat haar eigen verkozenen volledig afstand doen van de privileges waarmee doorgaans de systeemgetrouwheid van politici wordt afgekocht, speelt daarin een grote rol. De verkozenen van de PVDA leven van een gemiddeld arbeidersloon. Zo blijven ze met beide voeten tussen de werkende klasse staan en verwordt de partij niet tot een middel voor sociale opgang. Dat geeft hen ook de morele autoriteit om elke besparingsmaatregel als een boemerang terug te kaatsen. Zoals de partij het treffend stelt:

“De maatregelen die politici nemen raken hen niet persoonlijk, gezien de hoeveelheid geld die ze verdienen.”

Om daar korte metten mee te maken schuift de PVDA het idee naar voor om de vertrekpremies van parlementariërs af te schaffen. De partij wil ook een halvering van hun riante loon. Rekening houdend met alle cumulfuncties, zouden ze maximaal drie keer meer dan het mediaan loon mogen verdienen (+/- € 5.000 netto).

In vergelijking met de exemplarische afspraken voor hun eigen verkozenen, zijn deze eisen verrassend mild. Moeten we niet van alle politici eisen dat ze leven zoals de bevolking die ze zouden moeten vertegenwoordigen? Dat andere politici dat een brug te ver vinden, toont enkel aan dat de systeemtrouwe politici zich als managers van het kapitalistische systeem zien en ook zo verloond willen worden. Meer gedurfde eisen zijn zeker op zijn plaats met het oog op het echte programmadoel:

“Als we een beleid aan de kant van de mensen willen, moeten we het politieke systeem zélf grondig veranderen.”

Minder ministers voor een ander resultaat?

De tweede vooruitgeschoven eis is om het aantal ministers en regeringsorganen terug te schroeven, gelinkt aan een herfederalisering. Het klopt inderdaad dat de Belgische staat in grote mate is ingericht om een leger aan systeemtrouwe politici vanuit de vele partijen posities aan te kunnen bieden.

“Politici moeten het volk dienen en niet zichzelf bedienen”, stelt de PVDA daartegenover.

Net als de andere eisen worden de eisen ook hier voorgesteld als verbeteringen, als rationaliseringen van het staatsapparaat. Indien het volledige programma kan worden uitgerold, verhoogt de volkse inspraak – maar spreken we niet over een fundamenteel andere overheid.

Zo gesteld, propageert het verkiezingsprogramma de fundamentele marxistische inzichten over de staat niet. De staat is de instelling die de heerschappij van de kapitalistische klasse vormgeeft. In de woorden van het Communistisch Manifest:

“De moderne staatsmacht is slechts een comité dat de gemeenschappelijke zaken van de gehele burgerklasse beheert.”

Die functie is zo doorgedrongen in de structuur en werking van alle overheidsinstellingen, dat tijdens een revolutie:

“[D]e arbeidersklasse de staatsmacht niet louter kan overnemen zoals ze is.” (Marx, De burgeroorlog in Frankrijk, 1871)

Om de kapitalistische nachtmerrie te stoppen is er nood aan een communistische maatschappijverandering, en dat vergt ook aangepaste bestuursorganen. Die moeten geworteld zijn in het collectieve bezit en beheer van de natuurlijke rijkdommen, industrie, transport en diensten. Zo’n bestuur ziet er helemaal anders uit dan de huidige staat omdat het gebaseerd is op de beslissingsmacht van de werkende bevolking, georganiseerd in comités op de werkvloer, op de scholen en in de wijken.

De huidige staat wil zo'n verandering ondanks haar democratische sluier ten koste van alles tegengaan. Daarvoor worden op dit ogenblik informele drukkingsmiddelen tegen de partij gebruikt: ‘acceptabel’ overkomen in de media, druk om zich ‘collegiaal’ op te stellen etc.

Kritische steun

De enorme sterkte van het programma van de PVDA is dat het duidelijk de klassenvijand identificeert en inspireert met offensieve eisen. Zeker nu de partij steeds succesvoller wordt, stellen we ons de vraag of het niet het uitgelezen moment is om het idee van communistische maatschappijverandering op duidelijke wijze te koppelen aan de verkiezingseisen? Het marxisme zit tenslotte in het DNA van de PVDA. Zo kan een breed gedragen verkiezingsprogramma ook een routebeschrijving zijn voor de strijd om maatschappijverandering. Het is met dat perspectief en vol vertrouwen in de strijdvaardigheid van de werkende klasse dat we oproepen om op de PVDA-lijsten te stemmen.

Tijdschrift Vonk

Vonk 323 layout 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken