Duitsland bevindt zich een politieke crisis als gevolg van de recente verkiezingen en mislukte coalitie-onderhandelingen. Hans-Gerd Oefinger analyseert voor ons de toestand in het land dat de EU economisch en politiek overheerst. 

Een politieke aardbeving is de beste manier om de federale verkiezingen die 24 september in Duitsland plaatsvonden te beschrijven. Voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis werd er een extreem-rechtse partij verkozen in de Bondsdag. Tegelijkertijd hebben de partijen die sinds 2003 kanselier Angela Merkels 'Grote Coalitie' vormen, historische verliezen geleden.

 

CDU-leider en kanselier Angela Merkel, die 12 jaar aan de macht is en waarschijnlijk nog een termijn van 4 jaar zal zetelen, had gehoopt dat met de relatieve kracht van het Duitse kapitalisme, de vrij lage officiële werkloosheidscijfers en een vermeende 'feel-good factor', zij en haar alliantie van het CDU met de Beierse CSU, gemakkelijk nog een overwinning van rond de 40 procent zouden behalen.

 

 Tabel: Federale verkiezingen Duitsland 2017, Tweede stemmen

 

Absoluut

Percentage

Diff

 

 

 

 

Wahlbeteiligung (opkomst)

46,973,799

76.3

+4.6

Gültige (geldige stemmen)

46,506,857

99.0

+0.3

CDU (Christen-Democraten)

12,445,832

26.8

-7.4

SPD (Sociaal-Democraten)

9,538,367

20.5

-5.2

DIE LINKE (Linkse Partij)

4,296,762

9.2

+0.6

GRÜNE (Groenen)

4,157,564

8.9

+0.5

CSU (CDU´s Beierse zuster)

2,869,744

6.2

-1.2

FDP (Liberalen)

4,997,178

10.7

+6.0

AfD (extreem-rechts)

5,877,094

12.6

+7.9

PIRATEN (Piraten)

173,867

0.4

-1.8

NPD (Neo-Fascisten)

176,715

0.4

-0.9


Bron: www.bundeswahlleiter.de

 

CDA/CSU en SPD lijden groot verlies

 

De zaken zijn echter niet verlopen zoals ze had verwacht en ze verloren miljoenen stemmen en leden ongeveer 8,5 procent verlies, resulterend in 33 procent - hun op éen na slechtste resultaat in de Duitse naoorlogse geschiedenis. Volgens de eerste analyses verloor CDU/CSU voornamelijk stemmen aan de extreem-rechtse, zogenaamde 'Alternative für Deutschland' (AfD) en de liberale FDP. De heersende klasse zou graag een coalitie gehad hebben van de traditionele burgerlijke partijen - CDU/CSU en FDP - maar uiteindelijk faalde deze alliantie erin om een meerderheid te bekomen door de afgenomen steun voor CDU/CSU.

 

De Sociaal-Democraten (SPD) leden ook een historische nederlaag en behaalden een mager aandeel van 20,5 procent van de uitgebrachte stemmen. Dit is veruit de slechtste prestatie van de SPD in de naoorlogse geschiedenis en het brengt de partij terug tot het niveau van de nationale verkiezingsuitslagen van 1932 en 1890! Toen Martin Schulz, de voormalige voorzitter van het Europees parlement in januari de leiding van de SPD overnam, hoopten sommigen dat hij de partij meer naar links zou sturen, weg van de 'hervormingen' van de arbeidsmarkt die de vroegere SPD-kanselier Gerhard Schröder tussen 1998 en 2005 had doorgevoerd.

 

Het resultaat van Schröders 'hervormingen' was (en is nog steeds) een enorme flexibilisering van de arbeid en aanvallen op de werklozen. Ruim een kwart van de werkenden zijn nu tewerkgesteld via tijdelijke/flexibele contracten. Hun lonen liggen net op of onder de armoedegrens, ze hebben meer dan één baan nodig om te overleven of ze moeten beroep doen op extra sociale zekerheid om de huur te betalen. Dit is trouwens de belangrijkste verklaring voor het zogenaamde Duitse 'tewerkstellingswonder' en de exporthausse van de Duitse industrie.

 

Er is een groeiende tweedeling tussen arbeiders met relatief 'zekere' banen en het toegenomen aantal flexibele arbeiders. Duitse varianten van gaarkeukens ("Tafeln"), waar sociale zekerheidsinstanties en vrijwilligers gratis eten uitdelen aan de werklozen en werkende armen, schieten in het hele land als paddenstoelen uit de grond. Tegelijkertijd wordt de polarisatie tussen de klassen, tussen rijk en arm, groter en groter.

 

Toen Schulz afgelopen februari de hoop bij vele arbeiders deed ontstaan dat hij enkele van de ergste aspecten van Schröders 'Agenda 2010' zou rechttrekken, trok de SPD duizenden nieuwe leden aan en groeide ze in de peilingen. Schulz, een welbespraakte praatjesmaker die nooit een echte linkse sociaal-democraat was, zwakte zijn stevige beloften onder druk van het bedrijfsleven sterk af. Dit leidde opnieuw tot een afname van de steun voor de SPD, waarbij de reputatie instortte, gevolgd door verkiezingsnederlagen bij belangrijke regionale verkiezingen. Het vernederende verlies van de SPD in haar voormalige bastion Noordrijn-Westfalen in mei, was een voorbode van de nederlaag die werd voorbereid op nationale schaal.

 

SPD tot oppositie gedwongen

 

De SPD-leiders zouden zeker bereid zijn geweest de komende parlementaire termijn nogmaals deel te nemen aan een regering onder Merkel, maar moesten op het laatst aan de noodrem trekken. Ze kondigden enkele minuten voor het sluiten van de stemlokalen aan, dat ze zich terugtrokken uit de coalitie en terugkeerden naar de positie van belangrijkste oppositiepartij. Dit opgeven van goedbetaalde ministersposten is een uitdrukking van paniek. Het komt voornamelijk voort uit het feit dat ze zich begonnen te realiseren dat hen hetzelfde lot zou overkomen als andere sociaal-democratische partijen. In Griekenland, Frankrijk, Nederland en elders werden die bijna vernietigd omdat ze een politiek van tegenhervormingen (besparingen/soberheid) voerden. Een nieuwe 'Grote Coalitie' van verkiezingsverliezers zou door de meerderheid van de achterban zijn afgekeurd en kon zelfs tot een splitsing van de partij leiden.

 

Tijdens de verkiezingscampagne bekenden vele jarenlange SPD-leden en sympathisanten zelfs dat ze hun tweede voorkeursstem aan de Linkse Partij (DIE LINKE) zouden geven. Door zich zo te profileren als een strijdende oppositie - tenminste in woorden - probeerden rechtse sociaal-democratische leiders om een kritisch debat over hun eigen falen te vermijden en hun grip op het partijapparaat te behouden. Het valt op dat de Britse Labour Party met een links programma onder Jeremy Corbyn enorme vooruitgang boekte, maar niemand binnen de SPD-leiding daar op een ernstige manier de lessen uit trekt, aangezien dit hun eigen rol in vraag zou stellen.

 

De opkomst van de AfD

 

De verkiezing van de reactionair-rechtse AfD in de Bondsdag, op basis van 12,6 procent van de uitgebrachte stemmen (bijna 5,9 miljoen stemmen), was een schok voor vele linkse- en vakbondsactivisten. De belangrijkste AfD-bolwerken bevinden zich in het Oosten, waar een grote de-industrialisering op gang kwam sinds de ontmantelen van de planeconomie in de voormalige DDR, met een gedemoraliseerde lokale bevolking als gevolg.

 

De AfD combineert racisme en slogans tegen vluchtelingen en immigranten (vooral die met een moslimachtergrond), met extreem liberalisme, maar heeft zich het imago aangemeten van een enigszins radicaal 'anti-establishment' alternatief. Het werd oorspronkelijk opgericht als anti-Euro partij door 'neoliberale' professoren zoals Bernd Lucke en figuren uit de heersende klasse zoals Hans-Olaf Henkel (de vroegere voorzitter van Duitse industriefederatie BDI), samen met een aantal ex-CDU activisten.

 

Sindsdien zijn Lucke en Henkel echter uit de partij gestapt en betreuren zij openlijk haar meer recente verschuiving naar rechts en de groeiende invloed van racisten, semi-fascisten en fascistische elementen binnen de partij. Zo is het geen toeval dat Alexander Gauland, een belangrijk AfD-kopstuk in de verkiezingscampagne, recentelijk verklaarde dat Duitsland het recht had "trots te zijn op zijn soldaten die in twee Wereldoorlogen vochten".

 

Na de aankondiging van partijvoorzitter Frauke Petry, die 37 procent behaalde in haar Saksische kiesdistrict, lijkt zich een nieuwe splitsing in de Afd te ontwikkelen. Op 25 september verklaarde zij publiekelijk niet in de AfD-fractie in de Bondsdag te zullen zetelen. Het gerucht doet de ronde dat zij en andere 'gematigde' en meer 'liberale' elementen binnen de AfD, die zo snel mogelijk bij een coalitieregering met CDU/CSU willen aansluiten, de mogelijkheid bekijken om een nieuwe parlementaire fractie op te zetten als ze daar genoeg steun voor vinden bij de nieuwe AfD-parlementairen.

 

Als gevolg van de nieuwe indeling van het parlement blijft er voor Merkel geen andere optie over dan een coalitie met de FDP en de Groenen bij elkaar te puzzelen. Haar positie is echter verzwakt nadat CSU-leider en Beierse premier Horst Seehofer op de verkiezingsavond CDU en CSU opriep om sterk naar rechts op te schuiven.

 

De CSU heeft Beieren sinds de jaren 1950 systematisch gedomineerd en was dit keer geschokt door haar relatief lage score van 38,8 procent van de uitgebrachte stemmen in hun deelstaat. Het zal niet gemakkelijk zijn voor Merkel om de FDP en de Groenen harmonieus te doen samenwerken onder haar leiding. De Groenen, die in de jaren 1980 als links alternatief gezien werden, zijn sindsdien echter een tamme liberale partij geworden die reeds deelneemt aan coalities met de CDU in een aantal steden en de belangrijke Westelijke deelstaten Baden-Württemberg en Hessen.

 

DIE LINKE gaat vooruit in het Westen

 

DIE LINKE (Linkse Partij) boekte bescheiden winst in absolute en relatieve termen en behaalde nationaal 9,2 procent van de uitgebrachte stemmen. De 4,3 miljoen bijgewonnen stemmen weerspiegelen echter enkel deels het potentieel dat bestaat voor een strijdbaar links alternatief. In 2009 scoorde DIE LINKE nationaal 5,1 miljoen stemmen.

 

Wie de lokale en regionale uitslagen van naderbij bekijkt zal merken dat de partij slecht presteerde in haar voormalige bastions in het Oosten. Daar maakt DIE LINKE deel uit van drie deelstaatregeringen, samen met de SPD en de Groenen en wordt er daarom veelal als onderdeel van het establishment gezien. Er was veel woede binnen de partij toen deze Oostelijke regeringen, met toestemming van DIE LINKE vertegenwoordigers, begin juni in de Bundesrat (raad waarin de Duitse deelstaten met elkaar vergaderen over wetten) hun steun uitspraken voor de privatisering van snelwegen. Dit leidde tot een debat en scherpe kritiek op de partijconferentie twee weken later.

 

Uiteindelijk was het niet de rechterzijde van de partij in het Oosten, die koste wat kost een nationale coalitie met de SPD en de Groenen wou, maar waren het de radicalere DIE LINKE-afdelingen in het Westen, die vooruitgang boekten en nationaal voor een lichte vooruitgang zorgden, die de reputatie en het prestige van de partij wisten te redden. DIE LINKE ging het meest vooruit in belangrijke steden zoals Hamburg, Bremen, Keulen en Frankfurt - een teken van beginnende radicalisering naar links bij de meest geavanceerde lagen. Hoewel de slogans en posters van de partij aan de zwakke kant waren en geen anti-kapitalistisch alternatief voorstelden, toont deze toename in stemmen het aanwezige potentieel en de zoektocht van arbeiders en jongeren naar een duidelijk alternatief. Tijdens de verkiezingscampagne sloten zich in het hele land duizenden, voornamelijk jongere mensen, aan bij de partij. Spontane uitbarstingen van protest tegen de aanwezigheid van de Afd in de Bondsdag, zullen nog meer jonge mensen overtuigen zich bij de partij aan te sluiten in de komende dagen en weken.

 

Een met de rest van Europa vergelijkbare evolutie

 

In het algemeen tonen de verkiezingsuitslagen aan dat Duitsland niet ontsnapt aan de evolutie die de rest van Europa doormaakt; toenemende polarisering en politieke fragmentatie. De steun voor de twee grote traditionele politieke blokken, CDU/CSU en SPD brokkelt af. In de 'goeie ouwe tijd' van de Bondsrepubliek haalden ze samen 80 tot 90 procent van de stemmen, maar nu halen ze samen nog net 53 procent.

 

De opkomst van de AfD heeft voor veel verwarring en woede gezorgd bij mensen die extreem-rechts willen bestrijden. De beste manier om dit te doen is echter niet door te moraliseren, maar door de sociale basis van de AfD te ondermijnen doormiddel van het bevorderen van de klassenstrijd en het ultra-reactionaire karakter van deze extreem-rechtse partij te ontmaskeren. Er zullen talrijke gelegenheden zijn om dit te doen. Onvermijdelijk zullen er zich in de werkplaatsen bewegingen rond lonen, arbeidsvoorwaarden en banen ontwikkelen, net zoals tegen het tekort aan betaalbare woningen in de grote steden, terwijl de pensioenen voor miljoenen mensen drastisch verlaagd zullen worden.

 

Als DIE LINKE in deze omstandigheden een rol van betekenis wil spelen, kan dat enkel door zich naar links te bewegen en een moedig revolutionair-socialistisch programma voor te stellen. Dat zou in heel Duitsland een grote weerklank bij arbeiders en jongeren hebben. Het potentieel is aanwezig om Duitsland te transformeren, wat onvermijdelijk tot de transformatie van heel Europa en de wereld zou leiden.