Het recente mediacircus rond de in juli door het Europees Parlement goedgekeurde natuurherstelwet is bedoeld om de echte doelstellingen van de EU te verbergen: de heropleving van een 'groen' protectionisme, betaald door arbeiders en hun gezinnen.

Enerzijds is er China, dat een enorm deel van de grondstoffen in handen heeft die nodig zijn voor de productie van zogenaamde 'groene' technologieën, van de batterijen in elektrische auto's tot zonnepanelen. Anderzijds is er de Verenigde Staten, die de IRA (Inflation Reduction Act) heeft aangenomen, een pakket stimuleringsmaatregelen en overheidssubsidies ter waarde van honderden miljarden dollars, dat wordt voorgesteld als een plan om de opwarming van de aarde tegen te gaan. In werkelijkheid voorziet het echter in schaamteloze protectionistische maatregelen ter ondersteuning van de Amerikaanse industrieën tegen de Chinese en Europese concurrentie.

In het midden staat de Europese Unie, die op haar beurt probeert een deel van de markt af te snoepen door protectionistisch beleid, maar die noch de grondstoffen van China, noch de financiële middelen van de VS heeft.

Vanwege deze zwakte is de Europese kapitalistische klasse vastbesloten haar winstmarges te handhaven door de arbeidersklasse en de armen te laten opdraaien voor de kosten van de klimaatcrisis. Een centraal aspect hiervan is de Europese markt voor CO2-quota: het emissiehandelssysteem (ETS), een mechanisme voor het kopen en verkopen van vergunningen om broeikasgassen uit te stoten.

‘Groen' protectionisme

Het doel van het ETS was om de uitstoot van CO2 te verminderen door er een prijs aan te geven, en vervuilende bedrijven een keuze te geven: of de vervuilende uitstoot verminderen of betalen om te blijven vervuilen.

Dat dit systeem gefaald heeft, werd aangetoond in de energiecrisis na de oorlog in Oekraïne, toen beschikbare hernieuwbare bronnen volstrekt ontoereikend bleken om het Russische gas te vervangen en alle Europese regeringen zich dus haasten om gas en olie uit andere landen op te slaan.

De Europese Raad heeft onlangs een hervorming van het ETS goedgekeurd, met als doel het efficiënter te maken. De hervorming richt zich op twee punten. Het eerste is het “carbon border adjustment mechanism” (CBAM), dat vanaf 2025 geleidelijk wordt ingevoerd: het is in feite een douanerecht dat wordt geheven op producten uit landen waar de milieunormen minder streng zijn dan in Europa (zoals de VS en China). In plaats van een instrument om het milieu te beschermen, is de CBAM een instrument om de Europese industrie te bevoordelen en de verplaatsing van de productie naar andere landen te ontmoedigen. Aangezien de EU afhankelijk is van import in de mijnbouw- en energiesector, kunnen heffingen echter een boemerangeffect hebben, waardoor de prijzen stijgen en de inflatie wordt aangewakkerd.

Arbeiders betalen altijd

Het tweede cruciale element van de hervorming betreft een nieuw koolstofhandelssysteem voor particulier wegvervoer en emissies van gebouwen, dat in 2027 van start gaat (het zogenaamde ETS II). De betalingsmethoden moeten nog worden vastgesteld, maar wat vervoer betreft, bestaat het risico dat de extra kosten rechtstreeks aan de pomp worden doorberekend: hoe hoger de koolstofprijs per ton, hoe hoger de verhoging bij de tankstations zal zijn. Dezelfde heffingen zullen gelden voor gebouwen, waar elektriciteitsleveranciers de CO2-uitstoot moeten compenseren door middel van ETS-certificaten en vervolgens de gemaakte kosten moeten terugverdienen door hun rekeningen te verhogen.

Een ander voorstel dat in de Europese Raad op tafel ligt, voorziet in een verbod op gasketels (de overgrote meerderheid van de ketels) tegen 2035. Natuurlijk zou het verwarmen van gebouwen met minder vervuilende technologieën een fundamenteel doel moeten zijn... jammer dat het de werkende gezinnen met hun karige salarissen zullen zijn die de kosten voor het vervangen van oude systemen zullen moeten dragen. Ook de Europese 'groene huizen'-verordening, die vereist dat de energieklasse van gebouwen in de komende jaren wordt gewijzigd, dreigt een onhoudbare kostenpost te worden voor miljoenen werkers.

Een klassenantwoord

Het discriminerende karakter van deze verordeningen is duidelijk, maar ze hebben nog een ander negatief gevolg: in de ogen van grote delen van de arbeidersklasse kunnen ze "de strijd tegen klimaatverandering" synoniem maken met hogere prijzen voor benzine, voor rekeningen, voor het renoveren van een flatgebouw, voor reizen, enz. Dit zal koren op de molen zijn van de reactionaire krachten die het probleem van de opwarming van de aarde ontkennen en voorstellen om door te gaan met fossiele brandstoffen, tot vreugde van de grote oliemultinationals.

Het milieuvraagstuk is buitengewoon ernstig. De kapitalistische productiewijze dreigt onze planeet onherstelbaar te verwoesten. Dit is precies de reden waarom de oplossing niet kan worden overgelaten aan groengewassen kapitalistisch beleid zoals dat van de Europese Unie, dat de arbeidersklasse zal uitputten, terwijl het grootkapitaal recordwinsten blijft maken. We moeten strijden voor precies het tegenovergestelde: de energiemultinationals die de klimaatcrisis hebben veroorzaakt laten betalen voor de crisis, door hen te onteigenen en hun middelen ter beschikking te stellen van de samenleving, zodat ze gedwongen worden de volledige kosten te dragen van een echte ecologische transitie.

De strijd voor een geplande, rationele, door arbeiders geleide, internationaal gecoördineerde economie die milieubescherming centraal stelt in het hele productieproces wordt met de dag noodzakelijker.

Tijdschrift Vonk

Vonk 323 layout 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken