Het is zeker niet van deze tijd dat er een onderscheid zou zijn tussen het statuut van arbeiders of bedienden. Er is trouwens nooit een tijd geweest dat dit ook maar enigszins zou kunnen verantwoorden. De enige reden die ooit een dergelijk verschil in statuten heeft verantwoord is de machtsverhouding tussen werknemers en werkgevers, waarbij in het verleden bedienden meer vertrouwen genoten van de patroons en beter konden gebruikt worden om arbeiders onder de knoet te houden. Voor de werkgevers mochten die bedienden beloond worden met een gunstiger statuut.

Die tijd is voorbij. De dominerende neoliberale logica en de groeiende macht van het kapitaal en het patronaat heeft geoordeeld dat dit niet meer hoeft. In hun ogen zijn bedienden evenveel waard als arbeiders: gebruiksvoorwerpen die je weggooit als je ze niet meer nodig hebt!

Het neoliberale machtsbastion heeft geleerd uit het verleden: je breekt de sociale rechten niet af zonder meer. Er zijn sluwere technieken nodig: werknemers hebben immers ook gestudeerd en kennen een en ander van normen en waarden. Wat kan je beter tegen hen gebruiken als de Verlichtingswaarde van de Gelijkheid? Een waarde die in het verleden garant stond voor emancipatie. Nu wordt diezelfde waarde gebruikt om een dialectisch tegengesteld resultaat te bereiken: gelijkheid in het werknemersstatuut om meer algemeen maatschappelijke ongelijkheid te creëren. Je moet het maar doen!

Niemand die ook maar enigszins de belangen van werknemers verdedigt, is voorstander van een ander statuut voor arbeiders of bedienden. Het is onverantwoord om in een 21ste eeuwse samenleving die zich ook maar ietwat beschaafd noemt een zwak arbeidersstatuut te hebben als datgene wat we vandaag nog steeds in België kennen. Zeker niet in tijden van crisis, wanneer de werkloosheid alleen maar groeit (en nog zal groeien), er voortdurend gesnoeid wordt in sociale uitkeringen en voortdurend cadeaus gegeven worden aan kapitaalkrachtigen en werkgevers. De statuten tussen arbeiders en bedienden moeten sowieso gelijk geschakeld worden. Niet omdat Europa of sommige rechtbanken dat willen, maar omdat ongelijkheid niet hoort in een beschaafde samenleving. De enige beschaafde oplossing, die de mens centraal stelt, is dat het arbeidersstatuut gelijkgeschakeld zou worden met dat van bedienden. Of nog: het ambtenarenstatuut, dat o.m. een leefbaar pensioen garandeert, zou de norm moeten zijn. Maar, de maatschappelijke krachtsverhoudingen liggen er niet naar...

Werkgevers en werknemers van de privésector hebben weken rond de tafel gezeten om tot een akkoord te komen voor een eenheidsstatuut tussen bedienden en arbeiders. Het lukte niet. Voor het patronaat is iedere toegift te veel: voor hen zouden werknemers gratis moeten zijn! Ze zouden zelfs moeten betalen om te mogen komen werken! Dat was zo in de 19de eeuw, dat is zo vandaag. De vakbonden hebben het been stijf gehouden! Zij wilden niet toegeven aan de sociale afbraak voor bedienden. Ze verdedigden het beter statuut voor arbeiders, zonder het warm water opnieuw uit te vinden. Dat beter statuut bestond al!

Er kwam maar geen doorbraak. De cavalerie snelde ter hulp.

Die cavalerie kennen we: de federale minister van Werk, samen met haar kabinetschef en de kabinetschef van de Premier. Drie dames van sp.a-signatuur: socialisten dus.

Na een marathonzitting van maar eventjes 27 uur boekten ze resultaat: een compromis, waarbij bedienden sociaal achteruit gaan, arbeiders een betere bescherming krijgen, de sociale zekerheid verder wordt afgebroken én het patronaat nog niet tevreden is. Dat zal die laatste nooit zijn, zelfs niet als hij als grote winnaar uit de bus komt!

Het compromis is wat het is: het is dan ook een compromis. Het is ook historisch: het plaveit verder de weg tot sociale afbraak, niettegenstaande het arbeidersstatuut erop vooruit gegaan is. Socialisten worden toch verondersteld om de belangen van de werknemers te verdedigen, niet om bedienden als pasmunt te gebruiken voor arbeiders... Het is niet iets om trots over te zijn: het is het resultaat van de bestaande krachtsverhoudingen, die heel duidelijk in het voordeel spelen van rechts en het patronaat.

Dat de pers het akkoord toejuicht, is nog enigszins te begrijpen: wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Dat socialisten (of het nu PS of sp.a is, maakt niets uit) het compromis toejuichen en afschilderen als een historische overwinning, is onbegrijpelijk. Dat de leidster van het vurige trio de onderhandelaars wil belonen met een etentjes is nog onbegrijpelijker. Het laat zien dat socialisme voor haar niets betekent.

Het compromis is inderdaad historisch en bewijst dat neutrale technocratie duidelijk ideologisch onderbouwd is: rechts neoliberaal.

Wat als er geen doorbraak gekomen was? Arbeiders hadden dan, in geval van ontslag, via de rechtbank dezelfde opzeggingsvergoeding kunnen eisen zoals bedienden die vandaag nog hebben. En morgen niet meer.

Of hoe gelijkheid gebruikt wordt om een dialectisch tegengesteld resultaat te bekomen.

 

Socialisme in alle talen - Socialisme dans toutes les langues

http://www.scoop.it/t/brussels-socialisme-a-bruxelles