Midden-Oosten

Woensdag 17 oktober bereikte ons de mededeling dat de Israëlische minister Zeevi, berucht om zijn extreemrechtse en racistische standpunten, door Palestijnse terroristen was gedood. Dit bericht werd al gauw gevolgd door de boodschap van de Israëlische regering, dat “niets nog hetzelfde zou blijven”.

Intifada 2000, de nieuwe Palestijnse opstand in de bezette gebieden van Gaza en de Westbank, gaat onverminderd voort. In de volgende maanden kan ze zelfs nog uitbreiden en de hele regio in vuur en vlam zetten. Nu al heeft de Intifada belangrijke gevolgen in de Arabische wereld en Israël zelf.

De beelden van geweld en slachtpartijen in de bezette gebieden van Gaza en de Westbank hebben de hele wereld geschokt. Haast alle slachtoffers zijn Palestijnen, gevallen onder de kogels van het Israëlische bezettingsleger.

De Iraanse verkiezingen van 18 februari jl. resulteerden in een grote overwinning voor de zogenoemde hervormers rond president Khatami in de nieuwe Majlis (parlement). Een van de belangrijkste factoren hierin was de hoge opkomst. Ongeveer 80% van de stemgerechtigden kwam opdagen. In grote steden zoals Teheran, Isfaban, Shiraz en Tabriz moesten de stembureaus twee uur langer open blijven om iedereen de gelegenheid te geven om te gaan stemmen. Er dienden zelfs extra stembrieven te worden aangevoerd.

Het heeft geen haar gescheeld, of Bagdad was opnieuw onder een bommentapijt bedolven geweest. Dat hierbij vele onschuldige slachtoffers zouden gevallen zijn, werd zelfs toegegeven door de Amerikaanse administratie. Natuurlijk zou het niet hun fout zijn geweest, maar die van Saddam Hoessein die de Amerikanen en hun "bondgenoten" geen andere keus zou gelaten hebben dan zijn land in vuur en vlam te steken. Dat het uiteindelijk zover niet is gekomen heeft verschillende oorzaken. Niet zozeer de diplomatieke talenten van Kofi Annan zijn verantwoordelijk voor het uitblijven van geweld, maar wel de ongunstige krachtsverhoudingen in binnen- en buitenland voor een gewapend treffen. Kofi Annan onderhield tijdens zijn onder-handelingen met de Irakese auto-riteiten trouwens continu contacten met Madeleine Albright, wat aantoont dat ook de Amerikaanse regering wanhopig op zoek was naar een diplomatieke oplossing. Eens de oorlogsmachine op gang was gekomen, was ze moeilijk te stoppen. Enkel een volledige capitulatie van Saddam Hoessein voor de eisen van de VN kon Washington nog van een te groot gezichtsverlies redden. Hoe dan ook, met hun militair machts-vertoon in het Golfgebied hebben de Amerikanen niet alleen Irak, maar de hele wereld één zaak duidelijk willen maken: "Wij zijn de baas op planeet aarde, en ieder die niet naar onze pijpen danst weze gewaarschuwd." En deze boodschap was vooral gericht aan de zogenaamde Derde Wereld, waar de kapitalistische crisis onvermijdelijk nieuwe sociale en politieke omwentelingen zal inluiden.