In januari bediscussieerde het Internationaal Uitvoerend Comité van de IMT de situatie in Europa, met nadruk op het groeiende niveau van klassenstrijd op het continent, nu de effecten van de soberheidsmaatregelen die overal worden uitgevoerd, gevoeld worden door de arbeiders en jongeren. We publiceren een licht bewerkte versie van de punten die opkwamen in de discussie.
Het jaar 2013 begon met een knal. Lenin schreef eens een artikel: Ontvlambaar materiaal in de wereldpolitiek (Proletary, No. 33, 23 juli, 5 augustus, 1908). Vandaag de dag is er wereldwijd geen tekort aan brandbaar materiaal. De imperialisten gedragen zich als een olifant in een porseleinkast. Het Franse imperialisme is in een nieuw avontuur in Mali beland. Amerikaans imperialisme, na een rotzooi van Irak te hebben gemaakt, verklaarde ‘missie volbracht’. Maar dit was enkel een indicatie van het feit dat ze bedwelmd waren met illusies van hun eigen macht. Wij wezen er anderzijds op dat ze uiteindelijk Irak zouden moeten verlaten met hun staart tussen hun benen. Wat hebben zij bereikt in Irak? Een kolossale wantoestand! Alles wat zij bereikt hebben is de destabilisatie van de gehele regio. Syrië is een duidelijk voorbeeld, wat effect heeft op Turkije. De Koerden van Syrië hebben nu controle over het noorden, aan de Turkse grens. Een vergelijkbare situatie bestaat er in Irak, waar de Koerden de facto autonomie hebben. Dit brengt het Koerdische vraagstuk naar de voorgrond in Turkije.
In Libië dachten de imperialisten slim te zijn toen ze zich van Gadhafi ontdeden. Maar in werkelijkheid was hij een punt van stabiliteit, die voor hen politieman speelde in de regio. Met het instorten van zijn regime heeft de instabiliteit zich naar buurland Mali verspreid. Nigeria dreigt als de belangrijkste militaire macht in West-Afrika ook in de crisis gezogen te worden. Op die manier zien we een ware globale crisis tegenover ons.
Om de waarheid te vertellen waren de Fransen een beetje langzaam in de tussenkomst in Mali: zij twijfelden bij het opwegen van de situatie. Uiteindelijk werden ze echter gedwongen om te interveniëren; anders zouden zij het land overspoeld zien worden door de islamitisch fundamentalistische milities, die daarbij een bedreiging zouden vormen voor de Franse aanvoerlijnen naar Niger, waar het meeste uranium voor Franse kerncentrales vandaan komt.
De ironie van de situatie is dat Frankrijk binnen is gevallen onder de leiding van een ‘socialistische’ president. Zeer snel begonnen de Franse imperialisten echtersteun te zoeken van hun Europese en Amerikaanse bondgenoten. Ze benaderden Londen, dat heel vriendelijk wat beperkte logistieke steun leverde in de vorm van transportvliegtuigen en enkele militaire adviseurs op de grond, maar zeer weinig leverde in de vorm van strijdkrachten. De andere imperialisten zeggen tegen de Fransen: na u, Monsieur!
Lenin en Trotski legden uit dat waar terrorisme inheems is, het een symptoom is van een diepe maatschappelijke crisis, een crisis van het gehele regime. Wat we nu tegenover ons hebben is niet een normale crisis. Het is geen cyclische crisis waar de economie neergaat en dan redelijk snel herstelt. Dit is een fundamentele crisis van het gehele systeem.
Een aanwijzing hiervan kan men vinden in de organische massawerkloosheid die in alle landen op een of andere manier van invloed is. Marx verwees naar het ‘reserveleger’ van werklozen, wat een normale eigenschap van het kapitalisme is geweest gedurende de laatste 200 jaar. Deze reserve heeft altijd een belangrijke functie gehad voor de kapitalisten, voor wanneer de economie omhoog gaat; ze hebben een reserve welke ze kunnen benutten.
Wat we nu echter zien als een internationaal fenomeen is niet het reserveleger, maar organische, permanente werkloosheid. Dit geeft aan dat het systeem niet in staat is om nog enige progressieve rol te spelen; het kan dit bevolkingoverschot niet terug in de productie absorberen en verdoemt miljoenen mensen tot een staat van permanente armoede. Het systeem kan de productiekrachten niet gebruiken zoals het dat deed in het verleden.
Jongerenwerkloosheid is bijzonder problematisch. Deze was een grote factor in de revoluties in Egypte en Tunesië, en door de gehele Arabische wereld. Het probleem kan niet opgelost worden door het kapitalisme. Werkloosheid is niet aan het stijgen met elke recessie en dan weer aan het vallen tijdens herstelperiodes. Terwijl sommige arbeiders weer een baan vinden, voornamelijk banen met lage lonen en/of tijdelijk werk, blijft er overal een hoog niveau van werkloosheid. Dit alles heeft maatschappelijke, economische, politieke en diplomatische gevolgen. In een notendop: het heeft grondige revolutionaire gevolgen.
Kapitalisme is als Procrustes geworden, de figuur in de Griekse mythologie, dat, of zijn gasten zou uitrekken, of hun benen zou afhakken, als ze niet precies in het bed zouden passen. Kapitalisme hakt nu alles af om het binnen de nauwe grenzen van het systeem te laten passen.
De intelligentere strategen van het kapitaal beginnen te begrijpen hoe serieus de situatie nu is geworden. Zoals Ted Grant uitlegde, komen zij vaak tot dezelfde conclusies als de marxisten. Het is nu duidelijk geworden voor hen dat wat zij tegenover zich hebben een crisis van het systeem is. Robert J. Samuelson legde het volgende uit in een artikel van de Washington Post, genaamd “The Great Reversal” (8 oktober 2012):
“Wat we nu meemaken in Europa – en wat Amerika te wachten zou kunnen staan – is de uitputting van de moderne maatschappelijke orde. Sinds de vroege jaren 1800 rustten industriële maatschappijen op een huwelijk van economische groei en politieke stabiliteit. Economische vooruitgang verbeterde het leven van mensen en verankerde hun loyaliteit aan de staat. Oorlogen, depressies, revoluties en klassenconflicten onderbraken de cyclus. Maar over tijd cultiveerde de welvaart stabiele democratieën in de Verenigde Staten, Europa en delen van Azië. De huidige economische crisis zou dit deugdzame proces kunnen omdraaien. Tragere economische expansie zou politieke instabiliteit kunnen voeden en vice versa. Dit zou een historische en onheilspellende breuk met het verleden zijn.”
“Wat er in Amerika gebeurt is verschillend in mate, maar niet in soort, van wat er in Europa gebeurt. Gestrande economische groei beperkt daar de mogelijkheid van het politieke systeem om alle verwachtingen tegemoet te komen. Mensen komen op straat; extremistische partijen breiden zich uit. Om Europa’s lot te voorkomen, zouden we de aanspraak van het volk op het systeem moeten beperken en naar snellere economische groei moeten streven. Dat is de les. Als we deze negeren, zou de geschiedenis achteruit kunnen glijden.”
Dit is een stukje met een interessante analyse. In feite is het een vlekkeloze analyse – maar ze biedt geen oplossing. De reden hiervoor is dat er geen oplossing is onder het kapitalisme.
Europa is nu in het oog van de storm. Maar als deze dat niet zou zijn, zouden alle ogen gericht zijn op de VS, want een van de eerste nieuwsitems in het nieuwe jaar ging over de VS die bijna failliet waren, met een ‘fiscal cliff’/ schuldenplafondcrisis. We moeten de ernst van de situatie begrijpen, ook al is het gedeeltelijk een product van de wetten die aangenomen zijn in de Verenigde Staten. Zij spelen ‘chicken’ met de levens van miljoenen mensen, oftewel zij dagen elkaar uit (Democraten en Republikeinen) om zich als eerste terug te trekken. Er was ook een groot stuk theater in dit alles, maar niettemin is dit voor het systeem een zeer gevaarlijk spel om te spelen.
Hoe serieus de situatie is, kan gezien worden in een citaat van september 2011 van een Amerikaanse admiraal, Mike Mullen, Voorzitter van de Joint Chiefs-of-Staff. Het is niet gebruikelijk dat een admiraal zich zo zou uitspreken. Dit is wat hij zei: “Ik heb vele malen gezegd dat ik geloof dat de allergrootste bedreiging voor onze nationale veiligheid onze schuld is...” Zo legt een VS militair uit dat schuld veel bedreigender is dan Al Qaida, China, etc. Wat hij begrijpt is dat het niveau van schuld tot een maatschappelijke crisis kan leiden die de stabiliteit van de Verenigde Staten zou ondermijnen.
Maar wat hebben zij gedaan om het probleem op te lossen? Ze hebben niets gedaan, helemaal niets. Het niveau van VS-schuld is nu $ 3 biljoen meer dan het was in 2010. Dit zijn enorme, bijna niet te bevatten bedragen. Het gehele getal van VS-schuld staat nu op $ 16 biljoen. Het is een zwart gat, waar de Irak- en Afghanistanoorlogen en de bank-bailouts, stimuleringspakketten, etc., allemaal aan hebben bijgedragen. Dit is compleet onhoudbaar. Het is als verzet tegen de wetten van zwaartekracht.
Er is veel sprake geweest van een herstel. Maar waar is het herstel? De laatste cijfers wijzen op een sterke afremming in de Amerikaanse economie op het eind van 2012. Het punt is dat als zij geen serieuze bezuinigingen doorvoeren, de markten tussen zullen komen en een catastrofe zullen veroorzaken welke zich wereldwijd zou verspreiden.
De heersende klasse eist dat er gesneden wordt in pensioenen, lonen, etc. In feite zijn de verschillen tussen de Republikeinen en Democraten oppervlakkig. Zij zijn het over de hoofdkwestie eens dat er bezuinigingen moeten komen. De rijken hebben de crisis veroorzaakt, maar de armen, zieken, ouderen en arbeiders moeten ervoor betalen. Dat is een afgewerkt recept voor klassenstrijd in de Verenigde Staten.
Europa is de sleutel
Op dit moment is echter Europa de sleutel tot de wereldsituatie, zowel economisch als politiek. In het recente verleden was dit Latijns-Amerika. Er is daar natuurlijk nog steeds gisting, maar Europa is naar voren gesprongen. Dit is een feit van historisch belang, door het gewicht van het proletariaat. Het proletariaat in de vergevorderde kapitalistische landen is, uiteindelijk, de sleutel tot de wereldrevolutie.
De psychologie van de burgerij in Europa doet denken aan die van een manisch-depressieve persoon, met sterke stemmingswisselingen, van zware neerslachtigheid naar euforie, in het bijzonder op de beurzen. Ze is als een jojo in een lift.
Dr. Johnson [Samuel Johnson, de bekende 18e-eeuwse Engelse schrijver die het bekendst is om zijn Woordenboek van de Engelse Taal] zei ooit eens, “een goede ophanging laat het brein wonderbaarlijk concentreren.” Nu de crisis van hun systeem duidelijker wordt dan ooit, worden sommigen van de burgerij gedwongen om erg serieus na te denken. Sommigen, als Mario Draghi, hoofd van de Europese Centrale Bank, zeggen: “We zullen de euro tot de laatste druppel bloed verdedigen!” Maar hij zegt niet wiens bloed!
Het is duidelijk dat ondanks de situatie in Europa zes maanden geleden op het randje van instorten stond, deze instorting nog niet heeft plaatsgevonden. Echter, geen van de fundamentele problemen zijn sindsdien opgelost in Europa en de economische situatie buiten Europa is ook verslechterd.
Op de Davos bijeenkomst van het Wereld Economisch Forum welke deze maand bijeenkwam, zien we hoe de burgerlijke economische experts tot zeer vergelijkbare conclusies zijn gekomen met de marxisten, maar vanuit het tegengestelde klassenperspectief.
Een keynesiaanse econoom schreef het volgende in The Guardian:
“Davos heeft de afgelopen vijf jaar sterke stemmingswisselingen meegemaakt. Eerst was er ontkenning. Toen was er paniek. Daarna was er hoop dat het ergste over was. Nu zijn er kopzorgen dat deze neergang simpelweg niet ophoudt.”
Hij gaat verder:
“...Topmanagers bleven voorzichtig met hun kortetermijnvooruitzichten en het uitzicht voor de globale economie. Ver van plannen voor een robuust globaal herstel, is er bewijs dat bedrijven op hun hurken gaan, zich concentreren op het snijden in kosten en zichzelf efficiënter maken.”
“...Veel bedrijven zijn rijk in cash na het ontslaan van personeel, het in de mottenballen leggen van investeringen en het op de knip houden van lonen, maar het PwC rapport suggereert dat ze geen haast hebben met het investeren van hun geaccumuleerde reserves.
“Bedrijven zullen enkel investeren als zij groeiende vraag voor hun goederen en diensten waarnemen. Maar het dilemma voor de CEO’s die in Davos zijn bijeengekomen, is dat het beleid dat zij in het verleden hebben toegejuicht – fiscale soberheid, zwakkere vakbonden, agressieve kostendrukking – de consumentenuitgaven een flinke klap gegeven heeft. In het verleden konden uitgaven ondersteund worden door stijgende huishoudenschuld, maar de banken willen niet uitlenen en de consumenten willen niet lenen.”
De burgerij zit op biljoenen dollars. Ze hebben gedurende vijf jaar niet geïnvesteerd en hebben de lonen laaggehouden. De crisis zal elk land treffen. Zelfs China en Duitsland kunnen niet ontsnappen. Merkels aanhoudende electorale steun (hoewel dalende) kan verklaard worden doordat het in Duitsland nog niet zo slecht is als elders, dus de bevolking hoopt dat dit op een of andere manier door kan gaan.
We zien echter een groeiend aantal belangrijke stakingen in Duitsland over lonen en andere kwesties. Na sterke krimp in 2008, heeft het schrale herstel sindsdien arbeiders aangespoord om te vechten voor datgene wat verloren was. Wat we in het zuiden van Europa zien is Duitslands toekomst. Oostenrijk, wat nu slechts 4,5% werkloosheid heeft, ziet dezelfde situatie tegemoet.
De economie van de eurozone bereikte haar piek in 2007 en kwam toen in een sterk verval terecht in 2008/09. Ze is nog steeds niet hersteld tot het eerdere niveau, en alles wijst erop dat de Europese economie nu nog meer naar beneden zal gaan.
We zagen de krankzinnigheid van speculatie en krediet in de vorige periode. Krediet is enkel een middel waarmee kapitalisme tijdelijk en kunstmatig de grenzen van het systeem uitrekt. De kapitalisten kunnen een crisis van overproductie voorkomen door kunstmatig de vraag op te drijven door middel van kredietverstrekking. Maar dit creëert enkel de voorwaarden voor een nog grotere crisis in de toekomst. Marx legde dit lang geleden allemaal al uit.
Een aanwijzing hiervoor kan men vinden in de enorme uitbreiding van krediet in de Verenigde Staten. In 1964 was de totale hoeveelheid krediet in de VS $ 1 biljoen. In 2007 was dit meer dan $ 50 biljoen. Nu hebben we een diepere crisis van overproductie dan ooit, juist vanwege de vorige uitbreiding van krediet tot ongehoord niveau.
Noch monetarisme, noch keynesianisme
Nu willen de monetaristen in de uitgaven snijden, om zo in de schuld te snijden, maar alles wat dat bereikt is snijden in de vraag en het verhevigen van de crisis. De keynesianen anderzijds willen de publieke uitgaven verhogen om de economie te stimuleren. Het probleem hiermee is dat er geen geld is om dit mee te doen, behalve als men het leent – wat in feite neerkomt op het bijdrukken van geld – zodat het schuldniveau verder verhoogt, wat enkel tot meer problemen leidt. Feit is dat noch monetarisme, noch keynesianisme, de crisis kan oplossen.
Portugal, Spanje en Griekenland zijn nog steeds in diepe recessie. Ze hebben ieder jaar sinds de crisis begon een herstel voorspeld. Nu zeggen ze dat er herstel in de landen zal zijn in 2014, waarbij 2013 gemakkelijk even wordt vergeten! Een aanduiding van de toestand van de markt in Europa is de verkoop van auto’s, welke tot het laagste niveau in 17 jaar is gevallen – behalve voor luxeauto’s die naar China geëxporteerd worden. Naast die uitzondering is de industrie een puinhoop.
Duitsland, dat tot recent veel sneller groeide dan zijn Europese partners, kan niet ontsnappen aan de gevolgen van de crisis. Duitsland was en is nog steeds de locomotief van Europa. Daarom zou een afremming in Duitsland een beduidende verslechtering van de situatie in Europa en de wereld betekenen.
Chinese groei is vertraagd en Japan blijft in een toestand van stagnatie en crisis. Het is geen raketwetenschap. Als Europa en Amerika niet consumeren, kan China niet blijven groeien op het vorige tempo. Dit heeft serieuze gevolgen in Latijns-Amerika, voor landen zoals Brazilië, maar ook voor Australië, etc., welke het goed deden op de rug van de Chinese opgang.
De crisis die uitbrak in Europa en de Verenigde Staten in 2008-09 bereikt nu de delen van de wereldeconomie die tot recent aan de effecten van de neergang ontsnapt waren. De wereldeconomie is werkelijk geglobaliseerd, met de ene regio die de andere beïnvloedt, en we hebben nu een ware wereldcrisis van het gehele systeem.
Vanuit een marxistisch oogpunt behandelen we economie als wetenschap. We moeten echter ook begrijpen dat het geen exacte wetenschap is (zoals Engels uitlegde), zoals natuurkunde of scheikunde. Precieze voorspellingen, die op elk detail ingaan, zijn niet mogelijk. Alle economische voorspellingen zijn daarom voorwaardelijk.
De belangrijkste eigenschappen van de economische situatie zijn echter duidelijk zichtbaar. Of er nou nog een laagconjunctuur komt (dat lijk het meest waarschijnlijk) of simpelweg een lange periode van zwakke groei, het grote plaatje van de politieke perspectieven blijft fundamenteel hetzelfde. Het punt is dat de verwachtingen van de bevolking niet in stand gehouden kunnen worden. In feite, die moeten naar beneden gaan.
Invloed op de klassenstrijd
Wat ons boven alles in deze situatie interesseert is het effect dat dit alles heeft op de klassenstrijd. Het belangrijkste dat we moeten onthouden is dat alle pogingen van de burgerij om de economische balans te herstellen, de maatschappelijke en politieke balans zullen vernietigen.
Kijk bijvoorbeeld naar Portugal. De massabeweging van afgelopen september/oktober was zo krachtig dat het de regering dwong om zich terug te trekken op bepaalde kwesties. De beweging was zelfs groter dan de revolutionaire demonstraties in 1974 toen de oude dictatuur eindelijk werd neergehaald. Wie kan er serieus zeggen dat er geen klassenstrijd en crisis is? De crisis begint in het zuiden van Europa, waar de economieën zwakker zijn, maar vanuit daar zal deze zich verspreiden.
Wanneer Draghi, de Italiaan, zegt: “we zullen de euro redden”, dan refereert hij niet naar Italiaans geld; hij spreekt over de rol van Duitsland. Het is Duitsland dat alles beslist. Dat was niet de bedoeling toen ze de Gemeenschappelijke Markt opzetten, de voorloper van de Europese Unie. De Fransen dachten dat ze de economische zaken aan de Duitsers konden overlaten, terwijl zij de boel politiek zouden beheren. Dat negeert de werkelijke situatie. Duitsland is economisch de stuwende kracht in Europa en het is de Duitse burgerij die beslist. Frankrijk is nu teruggevallen tot een tweederangs lidstaat van de Europese Unie.
Wat is het voorstel waar de Fransen mee naar voren zijn gekomen? Hun oplossing is om Eurobonds te verstrekken, oftewel obligaties die niet door individuele landen worden verstrekt, maar door de hele eurozone. Dit betekent obligaties die uitgegeven worden met dekking van de krachtige Duitse economie. Duitsland zou echter enkel met zo’n maatregel akkoord gaan als het controle krijgt over de begrotingen van de verschillende landen! Als de Duitsers moeten betalen voor de schulden van de andere EU-lidstaten, dan willen ze zien hoe ze hun geld uitgeven. Dit betekent dat de anderen hun nationale soevereiniteit opgeven aan Duitsland. De Fransen zouden daarmee natuurlijk nooit akkoord gaan!
De joker in het spel is David Cameron van het Verenigd Koninkrijk die nu een referendum steunt over of Groot-Brittannië in de EU moet blijven of niet. Dit is een manier om voordeel te behalen van zijn kant, nu de Conservatieven steeds minder populair worden. UKIP, de United Kingdom Independence Party, doet het goed in de peilingen en neemt stemmen weg van de Conservatieven. Dit heeft een anti-EU stemming in een deel van de Conservatieve Partij naar boven gebracht, welke nu nationalistisch sentiment aanstookt in een poging om steun terug te winnen. Dit is een gevaarlijk spel dat Cameron speelt, dat ertoe zou kunnen leiden dat Groot-Brittannië helemaal uit de EU gedwongen wordt in de toekomst, wat een ramp voor het Europese kapitalisme zou zijn.
De rol van de reformisten
Trotski benadrukte dat verraad inherent is aan reformisme, al het reformisme, in het bijzonder links reformisme en centrisme. Precies omdat zij vertrouwd worden door werkende mensen, die ze als ‘hun’ partijen beschouwen, en dan heel kwaad en moedeloos worden wanneer deze partijen hen verraden. Dit verklaart de heftige verschuivingen op electoraal vlak, die we zien in verschillende Europese landen.
Terwijl marxisten de rol erkennen die gespeeld wordt door linkse partijen zoals SYRIZA in Griekenland en door leiders als Tsipras, etc., hebben zij geen sentimentele benadering, en moeten ze die ook niet hebben. Marxisten houden hun ogen open zonder illusies. Deze leiders kunnen naar links schuiven onder zware druk van de massabeweging, maar zij kunnen evenveel terug naar rechts schuiven wanneer zij onder druk van de burgerij komen. Omdat zij geen volledig uitgewerkt alternatief voor het kapitalistische systeem hebben – en enkel de mogelijkheid zien om binnen het systeem te werken, hopende om de ergste effecten van de crisis voor de massa’s te bestrijden – moeten zij onvermijdelijk breken met het systeem, of bezwijken onder de druk en serieuze ‘staatsmannen’ worden.
Wat we ook moeten begrijpen is dat burgerlijke democratie op zichzelf niet permanent of onveranderlijk is. Haar voortbestaan hangt af van bepaalde voorwaarden, inclusief de mogelijkheid om arbeiders enkele concessies te geven, en ook de kracht van de reformistische partijen en hun invloed over de massa’s. Zolang deze partijen en hun leiders autoriteit bezitten, kunnen ze de arbeiders tegenhouden, en hen binnen bepaalde grenzen houden. Naarmate ze echter dichter bij de macht komen of door de massa’s in de regering worden geduwd, worden ze gedwongen om hun ware aard te laten zien. Dit is wat er met PASOK is gebeurd in Griekenland. De mogelijkheid van de reformistische leiders om de massa’s in bedwang te houden wordt getest en tot het uiterste gerekt.
We zijn daarom teruggekeerd naar de situatie die Trotski beschreef in 1938: een organische crisis van het systeem. Maar er zijn ook belangrijke verschillen met de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. De Europese heersende klasse heeft belangrijke problemen.
Elementen van bonapartisme
De arbeiders zijn gedurende een lange periode gewend geraakt aan zaken zoals pensioenen, gratis onderwijs, gezondheidszorg, een redelijke levensstandaard enzovoorts en zij hebben nu hogere verwachtingen dan in het verleden. Nu, na zestig jaar van concessies en hervormingen, moet de bourgeois al deze concessies terug nemen.
Het probleem is dat de arbeidersklasse in Europa nog nooit zo sterk is geweest. In de jaren dertig was de machtsbalans heel anders. De bourgeois kon heel snel overgaan op reactie en fascisme. Dat is in de huidige omstandigheden niet meer mogelijk. De Gouden Dageraad in Griekenland is een serieuze waarschuwing voor de toekomst, maar er is geen verwachting dat zij op korte termijn aan de macht zullen komen. Reactie kan alleen aan de macht komen na een reeks van nederlagen van de arbeidersklasse.
Elementen van bonapartisme hebben echter ook hun intrede gedaan in de situatie. Monti in Italië werd aangesteld, niet gekozen; hetzelfde geldt voor Papademos in Griekenland. We zien het gebruik van steeds meer bonapartistische maatregelen, waarbij de voornaamste beslissingen niet worden genomen in het parlement, maar door kleine cliques. Dus zien we een neiging richting bonapartisme, maar het is niet juist om op dit moment een bonapartistische dictatuur te zien als een realistische dreiging.
De bourgeois vertrouwt op de reformistische leiders van de arbeidersorganisaties. Overal is de roep om een ‘regering van nationale eenheid’ te horen. ‘Nationale eenheid’ is echter een lege slogan, omdat het onmogelijk is om de belangen van de bankiers en de werklozen, van de bazen en de arbeiders te verenigen. Echter, gezien de ernst van de crisis en het ontbreken van een alternatief, schuilt er in eerste instantie veel belofte in dit idee. Deze belofte wordt gevoed door de media met het idee ‘dat we allemaal in een crisis zitten’ et cetera. De waarheid is dat er een grote kloof zit tussen de klassen, en dat de strijd tussen de klassen overal aan het uitbreken is – ondanks het werk van de reformistische leiders van de arbeidersbeweging.
Griekenland
In Griekenland, bijvoorbeeld, staan de kranten elke dag vol met schandalen. Het meest recente schandaal gaat over grootschalige belastingontduiking door familieleden van de voormalige minister van Financiën, Papaconstantinou. Zijn vrouw stond op een openbaar gemaakte lijst van belastingontduikers. De lijst bevatte veel van de superrijken die miljoenen hebben staan op Zwitserse bankrekeningen, terwijl mensen letterlijk aan het verhongeren zijn. Dit zorgde voor enorme uitbarsting van woede jegens alle politici.
Griekenland is de meest zieke van alle zieke mannen van Europa. De arbeiders en de jeugd van Griekenland bieden enorm veel verzet tegen de draconische bezuinigingen. Tot nu toe hebben er al 21 stakingen plaatsgevonden in Griekenland, een hele reeks van algemene en gedeeltelijke stakingen. Het probleem is dat de vakbondsleiders niet oproepen tot algemene stakingen om de strijd te verhevigen, maar juist om de tegenovergestelde reden. Zij zien de stakingen als een manier om stoom af te blazen en daarna de arbeiders weer te demobiliseren en hen terug te laten keren naar de werkplek. De bourgeois zijn zich hier van bewust en gaan meedogenloos door met de bezuinigingen.
Echter, de mensen zijn het zat aan het worden en beginnen politieke conclusies te trekken. Dit verklaart de groei van SYRIZA van een kleine linkse partij naar een die de volgende periode plaats kan nemen in de regering. Eenmaal in de regering, zal de partij blootgesteld worden aan een enorme druk van de bourgeois om de bezuinigingsmaatregelen door te voeren die zij als noodzakelijk zien om de staatschuld af te lossen. Zij zullen de partij testen, terwijl ze onder de gecombineerde en tegengestelde druk komt te liggen van de arbeiders en jeugd van Griekenland aan de ene kant en die van de kapitalisten aan de andere kant.
In deze omstandigheden moet een marxist een objectieve kijk houden op de situatie. Zij maken niet de fout van het impressionisme; zij worden niet meegevoerd in tijdelijke aanvallen van euforie. Onze houding is die van de kritische supporter, wat betekent dat we alle steun geven aan de ontwikkeling en de versterking van SYRIZA, maar dat we dit combineren met een grondige kritiek op de reformistische standpunten en partijprogramma, en terwijl de partij onder steeds grotere druk komt te liggen, zullen we de kritiek opvoeren waarbij gewezen wordt op elke fout en het bieden van een alternatief.
We moeten niet vergeten dat het teleurstellen van de massa inherent is aan het reformisme. Dat is een historische wet. We kunnen deze voorspelling maken: hoe dichter Tsipras bij de macht komt, hoe ‘gematigder’ hij wordt. Het is de taak van de Griekse marxisten om in contact te blijven met de arbeiders en de jeugd rond SYRIZA en dat zij een revolutionair marxistisch programma presenteren als de enige manier waarmee SYRIZA de wensen van de massa kan vervullen. Anders zal de partij, eenmaal aan de macht gekomen, de massa teleurstellen. Het is een race tegen de tijd. De huidige, door Samaras geleide regering, zal niet voor eeuwig blijven zitten.
Tegelijkertijd kunnen marxisten niet ongeduldig zijn. Voorafgaand aan een storm, hangt er een bepaalde sfeer – de befaamde kalmte voor de storm – voordat hij uitbreekt. Deze kalmte kan oncomfortabel zijn, maar de storm kan vanuit het niets verschijnen. We zijn dicht bij het breekpunt, maar de storm is nog niet uitgebroken. Maar de storm zal niet vriendelijk om onze toestemming vragen. Het hangt allemaal af van de beweging van beneden af. De arbeiders zullen in actie komen wanneer zij klaar zijn, wanneer zij de grens hebben bereikt en de conclusie hebben getrokken dat zij hun lot in hun eigen handen moeten nemen.
De rol van de massaorganisaties – zowel de arbeiderspartijen als de vakbonden – is beslissend in het hele proces. Zij waren opgericht om de belangen van de arbeiders te verdedigen. Maar in de loop van de jaren hebben de leiders zich aangepast aan het systeem. Als gevolg hiervan zien zij zichzelf niet langer als de militante leiders van de arbeiders, maar als de bewakers van de sociale vrede. Zij zien zichzelf als pragmatische realisten die proberen de arbeiders te geven wat het systeem kan afstaan. Het probleem is dat zij geconfronteerd worden met de situatie dat het wereldkapitalisme door de crisis niet langer concessies kan doen en dat zij gedwongen worden om bezuinigingen te accepteren. Zij spelen dus een heel andere rol.
In deze omstandigheden is het voor mensen aan de linkerkant heel makkelijk om te zeggen dat de arbeidersleiders alle autoriteit hebben verloren. Helaas is het niet zo eenvoudig. Deze organisaties bestaan al heel lang en zij zijn uitgegroeid tot een diepgewortelde traditie binnen de arbeidersklasse. De arbeiders laten niet snel de organisaties los waar zij decennialang voor gestreden hebben. Pas na een reeks grootschalige gebeurtenissen zal het vertrouwen in deze leiders verdwijnen.
Deze situatie zal niet simpelweg een herhaling zijn van de Depressie van de jaren dertig. We moeten Trotsky’s werk lezen, zijn methode begrijpen en niet op mechanische wijze zijn ideeën toepassen. Geschiedenis herhaalt zich nooit en er zijn vele varianten die we moeten begrijpen.
Spanje
Spanje is waarschijnlijk de op een na ziekste man van Europa, na Griekenland. Gedurende een korte tijd leek het erop dat het land met hulp van de EU haar economie had weten te stabiliseren, maar de rente op staatsobligaties ligt nog steeds boven de vijf procent – een gevaarlijk hoog niveau. De economische groei is gestagneerd en de meest recente cijfers laten een verslechtering van de situatie zien. In het laatste kwartaal van 2012 was de productie met 0,7 procent gezakt ten opzichte van het voorgaande kwartaal en de algehele groei zakte met 1,8 procent in vergelijking met een jaar eerder – de slechtste resultaten van Spanje sinds het begin van de economische crisis.
Terwijl zij steeds meer bezuinigingen toepassen, snijden ze in de koopkracht van mensen. Het is een neergaande spiraal waarbij elke bezuiniging de markt verzwakt. En toch zijn verdere bezuinigingen de enige oplossing die men kan bedenken, zonder zicht op een oplossing.
Tijdens de voorgaande periode ontstond er door een grote uitbreiding van krediet een bubbel op de woningmarkt. De Spaanse arbeiders en jongeren zijn getuige van de vernietiging van alles waar zij in het verleden voor gevochten hebben. De druk aan de onderzijde van de samenleving is nu aan het toenemen. The Economist stelde onlangs de vraag: "Zullen de Spanjaarden de langdurige pijn verdragen of zullen zij in opstand komen tegen een politieke elite die gefaald heeft?” Dit somt de situatie op. En wat zij zeggen over Spanje geldt even goed voor andere landen in Europa.
Spanje is een snelkookpan en een grote explosie wordt voorbereid. El País vroeg in een peiling of mensen dachten dat het land op weg was naar een explosieve situatie door de groeiende armoede en werkloosheid. Maar liefst 73 procent was het eens met deze stelling. Een andere vraag was: “ben je het ermee eens dat de huidige crisis leidt tot minder vertrouwen in de politiek?” 97 procent antwoordde bevestigend. “Vind je dat de gevolgen van de crisis niet eerlijk worden verdeeld over de hele samenleving en dat de middenklasse en de mensen met minder middelen zwaarder worden geraakt?” 96 procent antwoordde bevestigend. “Ben je het eens met de volgende stelling: als het niet aan zorgorganisaties lag dan was de crisis niet vol te houden?” 86 procent was het eens met de stelling.
Het volk heeft geen vertrouwen in de politieke instituties van de bourgeois democratie. Zij vinden dat zij moeten betalen voor een crisis die zij niet hebben veroorzaakt en dat de rijken alleen maar rijker worden. De meerderheid denkt dat dit zal leiden tot een sociale explosie. Dit is de realiteit in Spanje.
De regerende PP partij peilt 29 procent (gezakt van 46 procent een jaar geleden). De Socialistische Partij (PSOE) kan rekenen op 23 procent (5,4 procent minder dan tijdens de verkiezingen van 2011). IU (Verenigd Links) is gegroeid van 6,9 procent tijdens de verkiezingen van november 2011 naar 15,6 procent – meer dan een verdubbeling in steun. Het aantal mensen dat president Mariano Rajoy niet vertrouwd is 84 procent (waaronder een hoop PP stemmers!). De leider van de PSOE – de ‘oppositie’ leider – wordt gewantrouwd door 91 procent. Deze peiling werd begin januari uitgevoerd. Sindsdien is er een groot corruptieschandaal uitgebroken, waar leden van de regeringspartij bij betrokken zijn. Dit kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen met grote gevolgen voor niet alleen deze regering, maar ook voor de bourgeois democratie in het algemeen. Uiteindelijk zullen zij de controle verliezen.
Het probleem is dat er geen kanaal is om al deze onvrede te focussen. Er is al een grote beweging ontstaan buiten de vakbonden en politieke partijen om. De indignados-beweging was een voorspel op wat er nog zal komen. De strijd tegen de privatiseringen in Madrid werd georganiseerd zonder medewerking van de officiële kanalen, maar door massabijeenkomsten en organisatiecomités. Op een gegeven moment stonden 47 ziekenhuizen onder controle van de arbeiders, namen tienduizenden mensen deel aan de demonstraties en hielden de artsen een algemene staking.
Spanje is feitelijk het land van het anarchisme (niet in een georganiseerde wijze; de anarchistische organisaties zijn gekrompen tot kleine sektes), in de zin van spontane bewegingen die van vanaf onderuit worden georganiseerd. Hetzelfde geldt voor Italië. Op een gegeven moment zullen de Spaanse jongeren en arbeiders tot de conclusie komen dat ze genoeg hebben gehad. De reformistische leiders willen op de remmen staan en de arbeiders terughouden. Wanneer de situatie een onhoudbare omvang heeft bereikt en de leiders de massa niet langer kunnen beheersen, dan zal de beweging een voertuig worden dat zonder remmen van een heuvel af rolt.
Wat we moeten begrijpen is dat de leiders van de massaorganisaties op dit moment niet de werkelijke situatie in de samenleving vertegenwoordigen. Dit is de centrale tegenstelling waar we in deze periode mee worden geconfronteerd. Maar deze situatie kan niet voor altijd duren. Het moet en zal worden opgelost. In eerste instantie zullen we spontante organisaties vanaf onderuit zien opkomen. Deze bewegingen zullen tegenstand ondervinden van de reformistische leiders van de arbeidersbeweging, maar toch een grote rol spelen binnen de massaorganisaties – waaronder de vakbonden.
In Spanje zien we de oude tradities terugkeren. De prachtige beweging van de mijnwerkers afgelopen jaar bevestigt dit. De gebieden waar de beweging begon, vallen samen met de revolutionaire gebieden uit het Spanje van de jaren dertig. We beginnen de tekenen van een beginnende burgeroorlog te zien, met vuurgevechten, richting de politie afgevuurde raketten, barricades, politieacties en mishandelingen door agenten et cetera.
Het niveau van politieagressie stijgt over de gehele linie. Het is de andere zijde van de medaille. De reformistische leiders proberen de arbeiders tegen te houden, maar wanneer zij falen dan grijpt de staat terug op hardhandig politieoptreden in een poging om de massa te beheersen. Maar dit heeft een tegengestelde werking en het zorgt er alleen voor dat mensen bewust worden van het werkelijke karakter van de bourgeois staat.
Toen de mijnwerkers in Madrid aankwamen om 14.00 uur, werden zij opgewacht door 200.000 mensen. Zij zongen de oude revolutionaire liedjes uit de jaren dertig. Het was een zeer emotioneel en machtig moment met veel geëmotioneerde mensen. We moeten niet overdrijven, maar dit zijn symptomen van het groeiende bewustzijn van de arbeiders en de jongeren. In heel Spanje zijn er talloze verdere voorbeelden hiervan te vinden.
Daarnaast keren de demonen uit het verleden ook terug. We zien de terugkeer van Catalaanse en Baskische onafhankelijkheidsbewegingen, maar deze ontwikkeling moet worden genuanceerd: veel van de mensen die deelnemen aan pro-onafhankelijkheidsdemonstraties, protesteren tegen de bezuinigingen van de Spaanse staat en voor onafhankelijkheid van Catalonië of Baskenland.
De werkelijke situatie in Spanje werd duidelijk door de algemene staking van 14 november, dat oorspronkelijk een Europese stakingsdag moest worden. In Spanje werd op grote schaal deelgenomen aan deze actie, hoewel het helaas niet uitgroeide tot een werkelijk Europese staking.
De nationalisten maken veel radicale linkse toespraken, ondanks dat zij in de praktijk een reactionaire rol spelen. Als er bijvoorbeeld een “Spaanse staking” plaatsvindt, dan roepen de Baskische nationalisten een staking bijeen voor de dag erop. Maar de mensen zijn hier niet blij mee. Zij begrijpen dat de eenheid binnen klassen zeer belangrijk is. En zodra de arbeidersklasse in beweging komt, dan overstijgt het de nationale kwestie.
De hoeveelheid woede en vastberadenheid worden bewezen in de volgende cijfers. Er waren 36.000 demonstraties in de eerste tien maanden van 2012, twee maal het aantal in 2011. Hoe kan iemand nog ontkennen dat er een revolutionaire situatie aan het ontstaan is in Spanje?
De schuld voor de huidige impasse ligt bij de leiders van de Spaanse Communistische Partij (PCE) en de PSOE. De arbeiders in Spanje konden in de jaren zeventig de macht grijpen tijdens de ‘democratische overgang’. In werkelijkheid was het een verraad, wat veel elementen van de oude dictatuur op zijn plek hield: de monarchie, de Guardia Civil, de Katholieke Kerk et cetera. De hoogte van de bezuinigingen hebben dezelfde waarde als de subsidies aan de Katholieke Kerk. De antimonarchistische beweging kan een belangrijk element worden in de Spaanse klassenstrijd. En de eis voor een einde van de monarchie kan een belangrijk onderdeel worden van een overgangsperiode.
Italië
Italië is een ander land dat zich in een totale rotzooi bevindt. De bourgeois hebben draconische bezuinigingen nodig die alles vernietigen dat zorgt voor een fatsoenlijk bestaan voor de arbeiders. Maar Berlusconi zorgt voor problemen omdat hij zijn persoonlijke belangen boven die van de klasse waartoe hij behoort stelt. In een poging om de recent verloren electorale steun terug te winnen, heeft hij beloofd de door Monti ingestelde eigendomsbelasting af te schaffen. De Italiaanse bourgeois moeten hun haren uit hun hoofd trekken uit ergernis over de kunstjes van deze clown. Vanuit hun oogpunt is het noodzakelijk om nog meer te bezuinigen, zodat Italië laat zien dat het land haar schulden kan terug betalen. Maar dit leidt na een tijdje tot een explosieve situatie en op een gegeven ogenblik zullen de Italiaanse arbeiders de klassenstrijd laten ontbranden en de oude tradities weer laten terugkeren.
Er zijn interessante ontwikkelingen, vooral wat betreft de Democratische Partij (PD). Dit is een zeer bijzondere bourgeois partij. Ze wordt door een groot deel van de arbeiders gezien als de opvolger van de Italiaanse Communistische Partij (PCI). Ze heeft nog steeds nauwe banden met de vakbonden. Deze banden wordt uiteraard gebruikt om de arbeiders tegen te houden terwijl de bezuinigingen worden toegepast.
De vakbondsleiders denken dat een nieuwe regering, hopelijk geleid door de PD, hun problemen zal oplossen. Zij zien het als een regering waar zij mee kunnen praten. Zij zullen echter snel beseffen dat wie er ook aan de macht komt, het programma altijd hetzelfde zal blijven.
Ondanks deze vakbondsleiders worden ook de tradities van de arbeidersklasse in Italië nieuw leven ingeblazen. Kijk alleen maar naar de strijd van de mijnwerkers op Sardinië, die in hun woede een minister dwongen te vluchten per helikopter. De jeugd begint ook in beweging te komen, bijvoorbeeld met een demonstratie van 50.000 jongeren eind vorig jaar in Rome die een boze en militante houding liet zien.
Het Italiaanse kapitalisme zit een diepe en zware crisis. Dit verklaart de grote politieke bewegingen van links naar rechts en omgekeerd. Het land beweegt zich in dezelfde richting als Spanje en Griekenland. We kunnen een toename van regionale stakingen en demonstraties verwachten.
Frankrijk
In Frankrijk beloofde president François Hollande allerlei sociale hervormingen, maar de realiteit van de crisis dwong hem terug te krabbelen. Tijdens de korte ‘wittebroodsweken’ waren de jeugd en de arbeiders bereid een ‘Socialistische’ regering een kans te geven, omdat Hollande beter zou moeten zijn dan zijn voorganger, Nicolas Sarkozy. Het duurde niet lang voordat zij ontdekten dat er niets meer dan bezuinigingen te verwachten zijn van deze regering.
De zwakste schakels van de Europese ketting zijn gebroken, maar Frankrijk werd niet beschouwd als een zwakke schakel. Maar de crisis heeft zich langzamerhand verspreid naar het hart van Europa, richting zowel Duitsland, van wie de economische groei flink gekrompen is, als Frankrijk, dat steeds meer op Italië en Spanje begint te lijken. Voorbij zijn de dagen waarin Frankrijk met Duitsland streed over dominantie binnen de Europese Unie.
Sinds 2005 heeft Frankrijk twintig procent van haar marktaandeel verloren ten opzichte van haar concurrenten. Het is een lange periode van relatieve krimp, vooral in vergelijking met Duitsland. Hollande heeft groei beloofd voor 2014 na een ‘moeilijk 2013.’ Maar waar moet deze groei vandaan komen? En zelfs als er een herstel zal zijn van een of anderhalf procent, wat betekent dit voor de arbeidersklasse? Helemaal niets!
Hollande zit nu in de problemen en verliest snel de steun van zijn stemmers. Tijdens zijn verkiezingscampagne presenteerde hij zich als een tegenstander van bezuinigingen. Nu snijdt hij echter meer dan Sarkozy voorstelde, met miljarden aan bezuinigingen – wat uiteindelijk niets oplost. Na het voorzichtige keynesianisme is het beleid van de regering verschoven naar geld uit de economie halen door belastingverhogingen en bezuinigingen op uitkeringen. Daarnaast zit de Franse industrie ook in een crisis.
Als gevolg hiervan neemt de woede toe, hoewel dit nog niet geuit wordt via stakingen. In deze omstandigheden lossen stakingen zelden wat op. Veel arbeiders realiseren zich dat er meer nodig is dan een paar stakingen en kijken naar de staat voor hulp. De roep om nationalisering wordt weer gehoord binnen de arbeidersbeweging. Zelfs de leiding van de Communistische Partij (PCF) heeft deze term weer in de mond genomen. Decennialang hebben de leiders van de arbeiderspartijen geprobeerd nationalisering uit de hoofden van de arbeiders te verwijderen. In plaats daarvan, menen zij, moet de economie gereguleerd worden. Maar na slechts twee tot drie weken van echte strijd, zijn decennia van antinationalisatiepropaganda weggevaagd en staat de slogan weer op de agenda.
Wat dit betekent is dat de linkse politieke partijen – de PCF en het Linkse Front (FG) – uiteindelijk de slogan zullen overnemen. Er zal een beweging binnen de fabrieken ontstaan, de jeugd zal in actie komen en er zal een verdere radicalisering plaatsvinden.
Hoe geradicaliseerd de situatie al is, kan worden gezien door de interne ontwikkelingen van de PCF. De groeperingen die de partij wilden opheffen, zijn naar de achtergrond verdwenen en met de opkomst van de FG onder leiding van Jean-Luc Melenchon hebben de leden van de PCF er weer meer vertrouwen in dat zij in verbinding staan met de massa. In deze omstandigheden won de marxistische factie binnen de PCF tien procent van de stemmen tijdens het recente partijcongres, wat een uitstekend resultaat is. Er zijn grote mogelijkheden voor de groei en ontwikkeling van marxistische ideeën binnen de PCF.
Bovenop de algehele crisis van het Franse kapitalisme, en de gevolgen hiervan op de massa, komt het avontuur in Mali. Het Franse imperialisme zal snel merken dat het eenvoudig is om binnen te komen, maar erg lastig om weer te vertrekken. In eerste instantie kan het beter uitgeruste Franse leger veel vooruitgang boeken, maar het wordt een heel andere situatie wanneer het erop neerkomt het land onder controle te houden, waarbij de islamisten zich zullen bedienen van guerrillatactieken. Helaas steunen zowel de PCF als de FG de oorlog vanwege de ‘humanitaire redenen’ en ‘de strijd tegen moslimfundamentalisme’.
Groot-Brittannië
Groot-Brittannië is ook niet immuun voor het algehele proces dat plaatsvindt in Europa. In november 2011 vond er een grote demonstratie plaats van studenten tegen de prijsstijgingen van inschrijfgeld voor de universiteiten. Daarna zagen we soortgelijke acties aan het vakbondsfront, met de grootste demonstratie in de geschiedenis van de Britse vakbonden. De jeugdrellen tijdens de zomer van 2011 zijn symptomen van de algehele malaise in de Britse maatschappij. De politie was niet bij machte om de rellen onder controle te houden en delen van Londen brandden af. De manier waarop de rechters omgingen met deze jongeren is ook een indicatie van de nieuwe situatie. De rechters werkten dag en nacht om jongeren zware straffen te geven voor lichte misdrijven. Vergelijk dit met hun acties jegens bankiers die voor miljoenen aan fraude hebben gepleegd. Dit zal niet onopgemerkt blijven!
Oostenrijk
Het wordt vaak gezegd dat de schuldencrisis begon in Griekenland, maar de waarheid is dat het eigenlijk begon met de investeringen van Oostenrijkse banken in Oost-Europa en de daaropvolgende bailout. Oostenrijk staat nu bovenaan de lijst met landen die worden gezegd dat ze concurrerender moeten worden en dat ze het zakenklimaat moeten verbeteren. De Oostenrijkse bourgeoisie valt de oude arbeidswetten en vakbondsrechten aan. Als gevolg hiervan ontstaat er onvrede binnen de vakbonden, te beginnen met de metaalwerkers. Zelfs de normaal gesproken zo kalme en volgzame Oostenrijkse vakbondsleiders beginnen zich te realiseren dat zij strijd moeten voeren, omdat de druk van onderuit begint toe te nemen.
Oost-Europa
De val van stalinistische regimes in Oost-Europa werd gevolgd door een periode van onzekerheid en geloof in het kapitalisme. Maar nu, als gevolg van de economische crisis, maakt Oost-Europa weer deel uit van het historische proces. Voor deze landen is er geen weg uit de crisis, geen enkele manier om de situatie te stabiliseren. Populistische organisaties beginnen in veel van deze landen op zeer agressieve manier weer de kop op te steken. We zijn demonstraties van de publieke sector tegen loondalingen, studentprotesten en werkvloerconflicten over de verdeling van lonen et cetera. Slovenië behoorde bijvoorbeeld tot een van de meest welvarende en ontwikkelde landen van de regio. Het werd gepresenteerd als een succesvol voorbeeld van een kapitalistisch herstel. Het leek op een verlengstuk van Oostenrijk. Nu lijkt het meer op Spanje of Italië. We zien massademonstraties tegen de bezuinigingen van 100.000 mensen (in een land met een bevolking van twee miljoen). Tijdens deze demonstratie waren er opmerkelijk genoeg veel oude Joegoslavische vlaggen te zien.
Op de gehele Balkan neemt de populariteit van Maarschalk Tito weer toe, terwijl de massa terugkijkt op de ‘goede oude tijd.’ Een voorbeeld hiervan is dat de president van Slovenië zijn toespraak tijdens het twintig jarige jubileum van de staat Slovenië moest stopzetten vanwege luidruchtige protesten. Het land bestaat nog maar twintig jaar – een zeer korte periode in historisch perspectief – en het is nu al een rotzooi. Het BBP is de afgelopen jaren structureel gedaald en zowel de werkloosheid als de staatsschuld zijn verdubbeld. We zien ook de groei van het aantal ‘radicale’ jeugdconferenties en festivals op de Balkan. De bevolking in Roemenië is ook opgewonden vanwege de stagnerende economie. Er hebben al spontane demonstraties plaatsgevonden in meer dan twintig steden, de grootste beweging sinds de val van Ceaucescu. Hongarije, met een van de meest reactionaire regeringen aan de leiding, ziet nu massabewegingen tegen deze regering.
Als de crisis steeds dieper wordt, en het duidelijk wordt dat het kapitalisme geen uitweg biedt, zullen de jongeren en de arbeiders van Oost-Europa radicaliseren en zich aansluiten bij de rest van de Europese arbeiders in een continentale golf van acties.
Eb en vloed
Er groeit een anti-EU houding in Europa, omdat mensen dit instituut zien als de bron van de bezuinigingen. En er zijn rechtse politieke partijen die van deze houding willen profiteren, partijen zoals de UKIP in Groot-Brittannië en de PVV in Nederland. Deze houding neemt in een zodanige omvang toe dat minister-president Cameron van Groot-Brittannië met het idee speelt om een referendum te houden over de toekomst van het Verenigd Koninkrijk als lidstaat van de EU.
Het punt is dat er nog niets is opgelost. Ondanks alle bezuinigingen is de crisis in de eurozone niet voorbij. De situatie is zo wanhopig dat de Europese Centrale Bank heeft laten weten dat zij alles wil doen om de euro te redden. Dit verklaart waarom de druk op Spanje en Italië op het moment wat verminderd is. Maar de fundamentele onderliggende tegenstellingen zijn niet opgelost. De crisis zal binnenkort opnieuw uitbreken. Dit betekent dat de ene recessie gevolgd zal worden door de andere, recessies die de status quo aan het wankelen zullen brengen.
We moeten begrijpen dat het ontbreken van een grote revolutionaire arbeiderspartij de oorzaak zal zijn van vele nederlagen. Het wordt een langdurig, pijnlijk proces. Perioden van intense klassenstrijd zullen worden afgewisseld met perioden van relatieve rust. In die laatste perioden zal het lijken alsof de rechtse partijen winst boeken. Maar dit is slechts tijdelijk en de massa zal telkens weer opstaan.
Tijdens deze perioden, zullen linkse politici beginnen te klagen over de opkomst van het fascisme en reactie. Dit laat echter een gebrek aan begrip zien van de huidige periode. Fascisme vormt op dit moment nog geen onmiddellijk gevaar. In plaats van het proces in z’n geheel te zien, laten de linkse politici zich meevoeren in stemmingswisselingen. Het is waar dat er onvermijdelijk vele nederlagen zullen zijn. Maar zoals Napoleon al wist, kan een verslagen leger veel leren.
We moeten diep onder het oppervlakte kijken. Om de zee te begrijpen is het niet genoeg om enkel van bovenaf te kijken, men moet ook de onderliggende stromingen snappen.
Vijftig jaar lang heeft de arbeidersklasse zich veilig gewaand. Ze is een beetje ‘soft’ geworden. De mensen zijn zo gewend geraakt aan de manier van leven, dat zij denken dat dit slechts een tijdelijke crisis is. Na een korte periode van bezuinigingen zal alles weer opgelost zijn.
De werkelijkheid is echter anders. De passiviteit die in het verleden is opgebouwd kan niet door onze propaganda worden gewijzigd – daar zijn we te klein voor. De marxisten begrijpen dat de massa alleen kan leren door bittere ervaringen. Zij zullen leren door de hamerslagen der gebeurtenissen. Dit zal de klasse bevrijden van de passiviteit. Enkel gebeurtenissen zullen op een gegeven moment de massaorganisaties opschudden en hen de gelegenheid geven in te lopen op de harde realiteit van de situatie. Binnen deze organisaties zullen er vele crises plaatsvinden, terwijl de arbeiders proberen een oplossing te zoeken voor de crisis.
Dit is het scenario waar marxisten zich op voorbereiden. We moeten de krachten verzamelen en de organisatie opbouwen zodat het kan uitgroeien tot de factor die nog ontbreekt in de huidige situatie. We kunnen niet afwachtend zijn. We hebben de tijd, maar niet onbeperkt veel tijd. We moeten de ideeën van het marxisme vertalen naar een factor van belang binnen de arbeidersbeweging. We moeten de juiste conclusies trekken uit onze perspectieven en op basis daarvan handelen.