In januari 1905 vond een revolutie plaats in Rusland, waar Lenin later naar zou verwijzen als de “algemene repetitie” voor de Oktoberrevolutie in 1917. Het bestuderen van deze geschiedenis is een noodzaak voor iedereen die een degelijke analyse wenst te maken van revoluties en de huidige samenleving op wereldschaal.

Dit artikel dient als een introductie tot de revolutie van 1905, waarvan we de honderdste verjaardag vieren. Meer informatie kan je vinden in bij ons te bestellen boeken zoals Bolshevism (Alan Woods), 1905 (Trotski) en teksten die je terugvindt via de links onderaan dit artikel.

Ontwikkeling van een arbeidersklasse

Rusland was naar het einde van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw toe een achtergesteld land, met een heel conservatief regime aan de macht, met name het tsarisme. Het werd gezien als de meest reactionaire macht in Europa, met een feodale autocratie aan de leiding.

De kapitalistische ontwikkeling in Rusland kwam slechts traag op gang. Ze werd voornamelijk geïmporteerd en opgelegd vanuit de meer welvarende Westerse landen. De bourgeoisie in Rusland was zwakker dan in het Westen. Zodoende had ze niet de kracht om een burgerlijk-democratische revolutie uit te voeren die komaf zou maken met de feodale structuur in Rusland. In Frankrijk was de bourgeoisie wel sterk genoeg om de Franse Revolutie door te voeren, waarop vele van onze huidige waarden en normen nog steeds gestoeld zijn. In Rusland was er dus geen sprake van een moderne burgerlijk-democratische staat.

Ondertussen ontwikkelde er zich in Rusland echter wel een arbeidersklasse, die de onderdrukking en uitbuiting even sterk voelde als arbeiders in andere landen. Het waren over het algemeen arme boeren, die in de steden en fabrieken een kans zochten om te overleven. Hun hoop op een betere leefsituatie werd echter zwaar onder vuur genomen. De harde arbeids- en leefomstandigheden in en rond de fabrieken vormden in feite een nog grotere uitbuiting van de voormalige boeren. Deze ‘nieuwe’ arbeiders hadden geen rechten, geen vakbond… Hun ondraaglijke situatie dwong hen om te strijden voor een beter bestaan. In 1904 zorgde dit voor stakingsgolven. Deze hadden echter nog geen revolutionair karakter.

De oorlog met Japan (1904-1905)

In 1904-1905 was Rusland verwikkeld in een oorlog met Japan. Het Japanse imperialisme zocht uitbreiding naar het westen maar kwam daar in botsing met de ambities van het tsaristische Rusland. Japan viel de grenzen van Rusland aan in het Verre Oosten en in Siberië.

Deze oorlog bezorgde het tsarisme grote verliezen. Het legde de rotting van het systeem bloot en veroorzaakte wantrouwen ten opzichte van het regime. Hieruit vloeiden oppositiebewegingen voort tegen het tsarisme, zowel bij de bourgeoisie als bij de arbeiders. Zo organiseerde de liberale bourgeoisie banketten voor hervormingen in de winter van 1904. De arbeidersklasse uitte haar verontwaardiging in een staking in Sint-Petersburg in januari 1905.

Deze oorlog werkte als een katalysator in het bewustzijn van de Russische arbeidersklasse. Het deed de arbeiders nadenken over de vele opofferingen die zij maakten voor hun land, en het weinige dat zij ervoor terug kregen. De versnellende invloed van een imperialistische oorlog op het bewustzijn van arbeiders is geen alleenstaand feit in Rusland. Tot op vandaag, en ongetwijfeld tot op het einde van het kapitalistisch wereldsysteem, kan een oorlog deze rol spelen, ongeacht hoe conservatief het bewind in dit land ook is. Het meest actuele voorbeeld hiervan is het imperialisme van de VS. (Hierover vind je meer informatie onder het thema VS).

9 januari 1905

Omdat het tsarisme de kracht van de arbeiders vreesde, probeerde ze deze te controleren, bijvoorbeeld door de oprichting van een vakbond gecontroleerd door de politie. Ondanks de reactionaire bedoelingen van de oprichters van deze vakbond, werd het een kanaal dat door de arbeiders gebruikt werd om hun eisen te verwoorden. Iets gelijkaardigs zagen we in België: de christelijke vakbond was ooit opgericht door het patronaat als instrument tegen de socialisten. Maar door de arbeiders te organiseren werd deze ‘vakbond’ na verloop van tijd ook een echte vakbond.

Uiteindelijk barstte de Russische revolutie van 1905 los aan de hand van een incident: arbeiders brachten op 9 januari 1905 onder leiding van priester Gapon een petitie naar de tsaar, waarin ze smeekten om betere leef- en arbeidsomstandigheden. Een van hun eisen was de inrichting van de achturendag: een hervorming die hun leven zou verbeteren. De Bolsjewieken namen deel aan deze betoging. Een vreedzame optocht van ongeveer 140.000 mensen trok naar het paleis van de tsaar. Daar werd hun smeekbede echter onthaald met open vuur: ongewapende mannen, vrouwen én kinderen werden brutaal om het leven gebracht door de militaire troepen van de tsaar.

In de Russische geschiedenis staat deze dag gemarkeerd als Bloedige Zondag. Deze verschrikkelijke gebeurtenis zorgde voor een schokervaring en betekende een abrupte verandering in het bewustzijn van de arbeiders en boeren in Rusland. Hiervoor hadden zij steeds heel sceptisch en vaak ook vijandig gestaan tegenover de Bolsjewieken, maar nu stonden ze open om een stap verder te gaan. Ze voelden zich bedreigd, hun vertrouwen in de tsaar was zodanig geschonden, dat zij geen andere uitweg mogelijk achtten dan de omverwerping van het tsarisme.

Het regime hoopte dat Bloedige Zondag de arbeiders een lesje zou leren, maar het omgekeerde was waar. De arbeiders vroegen om wapens om zich te kunnen verdedigen. Bovendien vonden er in één maand tijd meer stakingen plaats dan in de tien jaren voordien. Deze stakingen raakten verschillende sectoren en zorgden voor een groter politiek bewustzijn onder het proletariaat. Ook de boeren op het platteland werden beïnvloed door deze revolutie. De steden leidden de boeren, toonden hen de weg. De boeren eisten de overdracht van de grootste delen van het land aan de boeren.

Het regime werd nu zodanig in het nauw gedreven dat ze een toegeving naar voren schoven, namelijk de oprichting van een parlement. Met dit voorstel hoopten ze de energie uit de revolutie te kunnen halen. Maar de sociaal-democraten verwierpen het idee, en de revolutie werd enkel bekrachtigd.

Het ontstaan van de eerste sovjet

Een belangrijk deel van het revolutionaire proces bestaat uit de zelforganisatie van de arbeidersklasse. Door het groeiende klassenbewustzijn organiseren arbeiders zich om hun eisen na te streven. Ook vandaag zien we dit in Venezuela of Bolivia.

Met een algemene staking in oktober 1905 ontstond in Rusland de noodzaak tot zelforganisatie van de arbeidersklasse. Dit begon met een comité dat de algemene staking organiseerde. Dit was het embryo van de Petrogradsovjet. Eigenlijk was deze arbeidersraad van Petrograd een voortzetting van het stakerscomité, dat vertegenwoordigers verkoos die de strijd moesten coördineren. Zo werd er op 13 oktober 1905 een samenkomst georganiseerd van heel wat fabrieken. In de loop van de weken kreeg deze arbeidersraad steeds meer autoriteit in de ogen van de arbeiders. Hij vertegenwoordigde op zijn hoogtepunt 1 miljoen arbeiders en kreeg steeds meer macht.

Dit strijdorgaan was min of meer spontaan ontwikkeld door de arbeidersklasse. Alle leidende politieke figuren zaten in ballingschap. Enkele lokale Mensjewieken gaven de impuls om het stakerscomité een meer permanente vorm te geven als een arbeidersraad. De eerste die terugkwam uit ballingschap, was Trotski. Hij zag onmiddellijk het belang van een dergelijke organisatie, in tegenstelling tot de lokale Bolsjewieken.

Lenin en de houding van de Bolsjewieken

De Russische sociaal-democratische partij was in 1905 in slechte staat. In 1903 splitste ze in twee fracties: de Bolsjewieken en de Mensjewieken. De zware repressie onder het tsarisme en een gebrek aan vrije meningsuiting had de partij gedwongen om zich een ‘ondergronds’ karakter aan te meten. Een van de belangrijke redenen voor de split van de Bolsjewieken en de Mensjewieken in 1903 was de definitie van een lid van de partij. Lenin was, onder de toenmalige omstandigheden van repressie, voor een strakkere definitie. De Bolsjewieken hadden hierdoor een sterk gecentraliseerde organisatie met strikte lidmaatschapsvoorwaarden.

De stalinistische geschiedschrijving geeft van de Bolsjewistische partij steeds een geïdealiseerd beeld als de onfeilbare leiders die geen fouten maakten. Daar leer je natuurlijk niets van. In werkelijkheid waren ze in 1905 in een slechte staat na de split en hadden ze geen grote impact op de arbeiders – net zoals de Mensjewieken. Ze verdeelden pamfletten bij stakingen, maar de arbeiders hadden er geen oog voor. Bovendien maakte de partijleiding zware tactische fouten.

Aangezien ze de partij vanwege de repressie moesten opbouwen in de illegaliteit, hadden de Bolsjewieken slechts een beperkte band met de arbeidersklasse. Hun politiek bewustzijn was ver vooruit op de rest van de klasse, waardoor veel Bolsjewieken zich geïsoleerd en gefrustreerd voelden. Vaak leidt dit tot uiterst linkse overtuigingen – zoals we ook vandaag te vaak zien. Zo stonden de Bolsjewieken in eerste instantie bijvoorbeeld weigerachtig tegenover de sovjets. Ze liepen achter op de feiten. Sovjets waren iets nieuws en het paste niet in de vastgeroeste schema’s van uiterst-links. Aangezien deze arbeidersraden niet verbonden waren met de sociaal-democratische partij, zagen de Bolsjewieken van Sint-Petersburg het eerder als een concurrent dan als een werkterrein.

Lenin, die toen nog in ballingschap zat, confronteerde de Bolsjewistische leiding hiermee. Hij weet het onder andere aan het karakter van de partij. In Sint-Petersburg hadden ze (slechts) 200 leden. De partij bestond uit comité’s zonder arbeiders. Omwille van de revolutie achtte Lenin de tijd rijp om de partij open te stellen voor jongeren en arbeiders. De gewijzigde objectieve situatie vereiste immers andere tactieken. Dit idee was echter een schok voor de Bolsjewieken, die wilden vasthouden aan de oude gekende organisatiestructuur.

Er werd onder de Bolsjewieken van Sint-Petersburg een resolutie gestemd die zei dat de sovjets het proletariaat zouden tegenhouden. De lokale Bolsjewistische leiders riepen op tot een boycot van de sovjets, waardoor de Mensjewieken nog meer politieke invloed over de sovjets kregen. Lenin zag het gevaar. Voor hem moesten alle arbeiders georganiseerd kunnen worden in de sovjets, los van politieke overtuiging, geloof of nationaliteit – enkel de fascisten van de Zwarte Honderd moesten uitgesloten zijn. Lenin argumenteerde toen al dat de sovjet zich moest uitroepen tot een voorlopige revolutionaire regering.

De Bolsjewieken van Sint-Petersburg probeerden de sovjet echter een ultimatum voor te leggen: ofwel zou de sovjet de ideeën van de Bolsjewieken overnemen ofwel dienden ze zichzelf te ontbinden. De arbeiders trokken zich hier weinig van aan en gingen over naar het volgende punt op de agenda, waarop de Bolsjewieken weggingen uit de bijeenkomst. Het zou Lenin veel moeite kosten om deze extreemlinkse houding recht te zetten en tegen dan was de kans eigenlijk verkeken.

De houding van Trotski

Trotski maakte in deze periode noch deel uit van de Bolsjewieken noch van de Mensjewieken. Hoewel hij politiek dichter bij de Bolsjewieken stond, was hij voor een vereniging van de Mensjewieken en de Bolsjewieken. Toen Lenin terugkeerde naar Rusland legde hij overigens eveneens de noodzaak van de hereniging van de twee fracties opnieuw op tafel.

Trotski nam in oktober 1905 onmiddellijk deel aan het werk in de sovjets en zag het revolutionair potentieel. Hij had een grote impact op de sovjet en na de arrestatie van de eerste voorzitter werd Trotski tot voorzitter gekozen, ondanks zijn jonge leeftijd van 26 jaar. Onder zijn leiding zou de sovjet van Sint-Petersburg hoge toppen scheren. De resoluties die Trotski toen schreef in naam van de sovjet, zijn nog steeds pareltjes van klassenanalyse en –propaganda. Zijn rol als voorzitter en later als beklaagde in de tsaristische rechtbank zou hem enorme populariteit onder de arbeiders opleveren, waardoor hij in 1917 opnieuw werd binnengehaald als leider voor de revolutie. Lenin zag met lede ogen aan dat de Bolsjewieken door hun uiterst linkse houding de boot helemaal misten en erkende de uitmuntende rol die Trotski speelde: “Wel, Trotski heeft dit verdiend door zijn briljant en onvermoeibaar werk.”

De opstand in Moskou

De sovjet bereidde een algemene staking voor om het tsaristische regime omver te werpen. Zo laaiden er stakingen op buiten Sint-Petersburg. Er werden ook sovjets opgericht in andere steden. In Sint-Petersburg zelf zwakte de staking echter af door uitputting van het proletariaat en omdat de opstand in de rest van het land te lang op zich deed wachten. Strijd na strijd na strijd vermoeide de arbeiders. Trotski en de andere leiders van de sovjet beseften dat een terugtrekking noodzakelijk was. In november 1905 werd de sovjet omsingeld door de troepen van de tsaar zodat de leiding van de revolutie verlamd werd. Dit betekende het begin van het einde van de strijd in Sint-Petersburg. Het grootste probleem was dat de arbeiders geen bijval kregen van de boeren op het platteland, totdat het te laat was…

In december 1905 trokken de boeren in opstand naar Moskou, waar zij de strijd van de arbeiders vervoegden. Vanaf dan verplaatste het zwaartepunt van de revolutie zich naar Moskou. De sovjet in Sint-Petersburg was echter niet in staat om deze opstand voldoende te ondersteunen aangezien ze reeds uitgeput waren. De strijd duurde één week. De autoriteiten in Moskou herwonnen uiteindelijk de controle over de stad en het verzet werd er verslagen.

De revolutie verspreidde zich wel verder naar de dorpen op het platteland, maar zonder de overwinningen van de arbeiders in de steden was dit een verloren strijd. Lenin kwam tot deze conclusie en riep op tot een stopzetting van de guerrilla op het platteland. Hij wilde de partij voorbereiden op een periode van reactie, nu de machtsovername door de arbeiders en boeren was mislukt.

Ondanks de verslagenheid onder de arbeiders en ondanks de zware tegenreactie van het tsaristisch regime, bleven zowel Lenin als Trotski vasthouden aan hun marxistische ideeën en overtuigingen. Op basis van de ervaringen van 1905 ontwikkelde Trotski zijn theorie over de permanente revolutie, namelijk dat in onderontwikkelde kapitalistische landen de strijd voor de burgerlijk-democratische revolutie onmiddellijk moet overgaan in de strijd voor socialisme. Hij was ervan overtuigd dat de revolutie van 1905 een belangrijke verandering in het bewustzijn van de arbeidersklasse had veroorzaakt. Dit was niet het einde van de arbeidersstrijd, maar slechts het begin. De revoluties in 1917 (februari en oktober) vormden een eerste bevestiging van Trotski’s ideeën. Daarom is het noodzakelijk dat elke revolutionair zich vandaag onbevooroordeeld deze theorieën en hun praktijk eigen maakt.

Verdere lectuur:

  • Drie opvattingen over de Russische revolutie geschreven door Leon Trotski
  • The Russian Revolution of 1905 - The Dress Rehearsal for October
  • The 1905 Revolution – marking the centenary
  • Tijdschrift Vonk

    layout Vonk 326 1 page 001

    Activiteiten

    Onze boeken

    Onze boeken