Het is een oud zeer dat leeft bij vele militanten, leden en sympathisanten van links: waarom treedt links zo versnipperd ten strijde? Waarom kunnen we ons niet allen samen verenigen? Vonk heeft altijd gesteld dat er geen linkse eenheid mogelijk is naast en/of buiten de grote organisaties van de arbeidersbeweging in België: SP en PS, ABVV/FGTB en ACV/CSC.
Deze vaststelling hoeft niet meteen te leiden tot de conclusie dat iedereen nu maar meteen lid moet worden van de SP. Maar een correcte oriëntatie naar deze partij en vooral naar de vakbonden is van cruciaal belang. Men lost dit vraagstuk niet op door vast te stellen dat de vakbonden bureaucratisch te werk gaan of dat SP en PS naar rechts zijn afgegleden. En men kan dit vraagstuk evenmin negeren, op straffe van de vaststelling dat de wiskunde van de linkse eenheid zonder en naast de grote organisaties steeds weer samengevat kan worden in de formule 1+1+1= 1. De weg naar de linkse eenheid ligt bezaaid met de wrakstukken uit het verleden: ELA, Regenboog, Gauches Unies, BSV
Linkse versplintering
De antiglobaliseringsbeweging doet de hoop herleven. Een nieuwe generatie jongeren engageert zich, de linkerzijde herleeft. Toch worden we in dit prille stadium, waarin de nieuwe radicalisering nog maar in haar kinderschoenen staat, reeds geconfronteerd met een opbod van ‘eenheidsinitiatieven’ die al spoedig resulteren in het omgekeerde van wat vooropgesteld werd: versnippering in plaats van eenheid.
Vonk was en is reeds lang voor de betogingen in Genua samen met andere linkse organisaties en syndicalisten actief in ATTAC, een beweging die opkomt tegen de oneerlijke wereld-handelsverhoudingen en de dominantie van het kapitalisme in onze samenleving. Het leek ons vanzelfsprekend dat deze beweging de drager en organisator zou worden van de antiglobaliseringsbeweging in België.
De G8-top in Genua was echter nog niet goed en wel achter de rug of daar zag een nieuw ‘front’ het levenslicht: D14. Volgens sommigen werd deze organisatie opgericht door mensen van ATTAC, hoewel verscheidene leden van ATTAC zich wel afvragen waar en wanneer zij het mandaat hebben gegeven voor dit initiatief. Volgens andere stemmen in ATTAC is het dan weer een poging om ATTAC de wind uit de zeilen te nemen.
Vonk is niet van plan om zich te mengen in deze troebele polemiek of om zich ‘in naam van de eenheid’ te engageren in een steeds langer wordende lijst van eenheidsinitiatieven. Wij blijven bij ons uitgangspunt, dat door de huidige gang van zaken herbevestigd wordt: er is geen linkse eenheid mogelijk naast en buiten de grote arbeidersorganisaties. Wij voeren campagne binnen ABVV/FGTB, en waar mogelijk ook in ACV/CSC, opdat de vakbonden daadwerkelijk de leiding en de organisatie van de antiglobaliseringsbeweging op zich zouden nemen. Enkel de vakbonden zijn voldoende representatief en groot om onbetwistbaar als leiders op te treden. Enkel de vakbonden beschikken over de mogelijkheden om de nieuwe beweging de nodige diepgang te geven en haar te verbinden met de sociale strijd op de werkvloer, ook na de laatste betoging op 13 december. Enkel in de schoot van de vakbonden is linkse eenheid mogelijk.
Inplanting in de arbeidersbeweging
Dit betekent dat de vakbonden in hun gelederen ook plaats moeten maken voor deze nieuwe sociale beweging. Eerst en vooral door af te stappen van het verwerpelijke systeem van de quotabetogingen tegen de Europese toppen. Door de betogingen open te stellen voor iedereen die wil manifesteren, en door te manifesteren in eenheid met bewegingen en organisaties andere dan de vakbonden maar die vechten voor dezelfde sociale eisen. Die eisen moeten dan wel duidelijk worden geformuleerd. Rond deze kwestie circuleert momenteel een oproep in het ABVV, uitgaande van syndicalisten van Vonk.
Ten tweede moeten de vakbonden ook structureel meer plaats maken voor thema’s zoals het mondiale kapitalisme, de derde wereld, racisme en migratie, oorlog en vrede en andere hete hangijzers die elke werknemer sterk aanbelangen maar die de reikwijdte van het bedrijf, de sector en dus de centrales overstijgen. Binnen het ABVV bestaan er zulke structuren: de intersectorale werkingen van de ACOD en de ABVV-gewesten. Deze werkingen moeten nieuw leven ingeblazen worden, meer middelen krijgen en moeten democratisch kunnen functioneren. Zij moeten de gangmakers worden van de antiglobalisatiebeweging, én van de antioorlogsbeweging.
Sommige vertegenwoordigers van de antiglobalisatiebeweging trachten de kwestie van de vakbondsdeelname kunstmatig op te lossen door van buitenaf de vakbondsleiding te verzoeken steun te verlenen aan ‘hun’ beweging, platform enz
Als democratische syndicalisten verzetten wij ons daartegen om twee redenen. Ten eerste vinden we het weinig democratisch dat bewegingen buiten de vakbonden, geruggesteund door het kwaliteitslabel van de vakbonden hun gangen kunnen gaan. Ten tweede mogen onze vakbondsleiders door het zetten van hun handtekening onder een of ander radicaal platform niet het excuus aangeboden krijgen om verder niets te doen. Op de werkvloer zijn we tegen uitbesteding aan derden, in onze eigen vakbonden zijn we dat ook. Zeker als het zulke cruciale thema’s betreft als de wereldhandel, racisme en kwesties van oorlog en vrede.
Door de naam van de vakbonden toe te voegen aan een of ander platform is de antiglobalisatiebeweging immers nog niet binnen in de fabrieken en de kantoren gebracht. En dát is tenslotte onze doelstelling. Pas dan zullen we van échte eenheid en van een échte sociale beweging kunnen spreken.