Veel Vlaamse kinderen zouden alleen naar de tandarts gaan wanneer het écht noodzakelijk is. Preventieve tandartsbezoeken, die ook gewenst zijn tijdens de periode dat de melktandjes eruit komen, worden tot een minimum beperkt. Dit berichtte de VRT-nieuwsdienst onlangs. Opvallend is dat vooral bij armere gezinnen kinderen niet vaak genoeg naar de tandarts gaan.
Is het echt van deze tijd dat deze kinderen, omwille van gebrek aan geld, voor de rest van hun leven misschien problemen hebben met hun tanden? Problemen met mondhygiëne tijdens hun twintiger jaren? Tandpijn bij het eten op dertig? Een – goedkoop – gebit op vijftig? Door ongelijkheid leven ook nu nog veel mensen in de Middeleeuwen. De politiek kan hier iets aan doen, maar wil niet.
Zoals dat op de vrije markt gaat, moet de tandarts geld verdienen. Ook tandartsen moeten rondkomen en stellen het verdienen van geld dus voorop. In een systeem waar geld nodig is om wel te varen én wel te zijn, heeft de tandarts hier uiteraard recht op!
En toch klopt er iets niet. Je zou er als samenleving van moeten uitgaan dat enkele goederen en diensten, zoals medische zorgen, voor iedereen beschikbaar zouden moeten zijn, voor zowel arm als rijk dus. Maar als je nu net deze goederen en diensten overgeeft aan de vrije markt, dan ruimt het principe van universele dienstverlening plaats voor winst. Iets vergelijkbaars is aan het gebeuren met de Belgische spoorwegen. De NMBS werd in drie kleinere bedrijfjes ondergebracht, waarna die worden geprivatiseerd. En wat gebeurt er? In plaats van openbaar treinvervoer te voorzien voor allen – dus ook voor armeren die dagelijks de trein moeten gebruiken om op hun werk te geraken – worden 'niet-rendabele' stations gesloten. Dit gebeurt allemaal in de naam van 'efficiëntie'. Met 'efficiëntie' bedoelt de politieke top natuurlijk 'winstgevend'. De 'universele dienstverlening' wordt hierbij volledig in de marge geduwd.
Dit is de teneur van de liberalisering en de privatisering, die nog lang niet ten einde is. Publieke goederen en diensten worden onttrokken aan de maatschappij, en komen in handen van de 'privé', die, om in de liberale economische wedloop te kunnen overleven, de voorrang moeten geven aan de winst. Dit gaat ten koste van veel te veel. Natuurlijk kan de privé 'efficiënter' werken: er moet 'winst' worden gemaakt. Ook deze mensen voorzien van de nodige middelen is immers 'per definitie' niet rendabel, omdat ze het niet kunnen betalen!
Wat ons land nodig heeft is een sterke overheid, die in de eerste plaats vertegenwoordigd wordt door de mensen – dus niet de elitaire club die het vandaag de dag is – en die de ganse maatschappij voorziet van noodzakelijke goederen en diensten. Omdat de liberalisering overal om ons heen grijpt, tot alles vermarkt is, moeten socialisten nu ingrijpen op nationaal én Europees niveau.
Daarom stellen wij voor om:
Lees ook het artikel Het Kiwimodel, een alternatief voor betere en goedkopere geneesmiddelen?.