(Door Kim Moody (*), verschenen bij The Conversation, vertaling globalinfo.nl)

 

Het verval van vakbonden in de ontwikkelde landen is niets nieuws. In de VS daalde het aandeel van werknemers in vakbonden van een hoogtepunt van 35 procent in 1954, voornamelijk in de particuliere sector, tot 11 procent in 2016 met bijna de helft in de publieke sector. De organisatiegraad in het VK daalde van een hoogtepunt van 55 % in 1979 tot 25% in 2016.

 

Ondanks de recente heropleving van links in beide landen, lijken de tijd dat vakbonden de macht hadden om grote concessies  te eisen en af te dwingen nog steeds ver weg. Mede dankzij de strengere arbeidswetgeving en de agressie van de werkgever, is hun rol veel meer richting raadpleging gegaan, dan richting (over)macht.

 

Nu lijkt een comeback echter mogelijk - en niet alleen vanwege het politieke klimaat. Veranderingen in het bedrijfslandschap sinds het Reagan / Thatcher-tijdperk wijzen op grote kansen voor de georganiseerde arbeid. De vraag is of vakbonden zullen proberen te profiteren.

 

De achteruitgang verklaard

 

In de VS begon de val van arbeid aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen grote fabrikanten productiefaciliteiten naar het niet-georganiseerde zuiden verhuisden om de kosten te verlagen en te ontsnappen aan grote concentraties van in vakbonden georganiseerde arbeiders, zoals die rond Detroit, Gary, Los Angeles en Chicago.

 

Tussen 1947 en 1972 verdubbelde bijna de bijdrage van Dixie (de Zuidelijke staten van de VS, vert.) aan toegevoegde waarde van de Amerikaanse industrie tot bijna een kwart van het totaal. De grote industriële vakbonden zagen het lidmaatschap in de vroege jaren zeventig pieken en daarna nooit meer groeien. Het VK zou deze trend volgen dankzij de achteruitgang van de productiebasis en de vastberadenheid van Margaret Thatcher om de vakbonden in de jaren tachtig te vernietigen.

 

Een andere belangrijke trend was een golf van fusies en overnames in de jaren zestig, geïntroduceerd door kapitaalkrachtige bedrijven die profiteerden van een sterke economische groei. Deze golf aan overeenkomsten groeide van ongeveer 1.200 per jaar in 1963 in de VS, bijvoorbeeld tot een hoogtepunt van 6.000 in 1969, in was in veel landen andere landen vergelijkbaar. Dit zorgde voor de opkomst van conglomeraten - bedrijven die een grote verscheidenheid aan vaak niet-gerelateerde goederen en diensten aanbieden.

 

De vakbonden waren hoofdzakelijk actief in bedrijven die bepaald werden door één enkele belangrijke productlijn zoals auto's of staal. Deel uitmaken van een veel groter geheel verminderde het potentieel van arbeiders om schade te veroorzaken door industriële actie. Dit maakte vakbonden op hun beurt minder aantrekkelijk en deed het ledenaantal verder slinken.

 

Veel meer vakbondsbanen werden vernietigd door de scherpe recessie van 1979-82 en vervolgens de intensievere concurrentie door de globalisering in het midden van de jaren tachtig. Veel westerse bedrijven kopieerden een pagina uit het draaiboek van hun Japanse concurrenten en introduceerden ook lean-productie: meer produceren met minder werknemers; meer outsourcing; en just-in-time levering van onderdelen, waardoor voorraden tot een minimum worden beperkt.

 

Lean-productie hielp bedrijven hun winstgevendheid te herstellen, maar de toename van de wereldwijde concurrentie leidde tot een nieuwe golf van fusies: van 4.249 met een totale waarde van $ 206 miljard in 1990 naar 11.169 geschat op $ 3.4 biljoen in 2000. Na 2001 vlakten ze af naar ongeveer 7.000 per jaar, nog steeds ruim boven het niveau van vóór 1990. Europese bedrijven volgden een zeer gelijkaardige trend, met het grootste deel  in het VK.

 

Maar deze keer zette het kapitaal niet in op conglomeraatvorming om de productie om te leiden langs gerichte productlijnen. Het heeft bedrijven gecreëerd die veel lijken op die van de industriële vakbonden in de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarnaast hebben ze dit keer massale hoeveelheden vast kapitaal ingezet en kosten gemaakt die hen kwetsbaar maakten voor arbeidsacties.

 

Dit is nog verergerd door wat soms de logistieke revolutie wordt genoemd. Dit verwijst naar een grote reorganisatie van de goederenbeweging die noodzakelijk is geworden omdat het just-in-time-model zich via toeleveringsketens heeft verspreid en de snelheid van levering intensief concurrerend is geworden in het online tijdperk.

 

Enorme logistieke clusters van transport, magazijnen, ICT-netwerken en intermodale faciliteiten zijn ontstaan. Ze bevinden zich meestal in of grenzend aan grote stedelijke gebieden, waarvan de grootste onder andere te vinden zijn in New York, Chicago, Rotterdam, Hamburg en Londen.

 

Het aantal magazijnen in de VS is bijvoorbeeld sinds 1998 anderhalf keer zo groot geworden sinds 1998 tot meer dan 17.000 in 2017. Hoewel automatisering vaak een verschijnsel is, bedraagt de factor arbeid nog steeds 65 procent van de gemiddelde bedrijfskosten, terwijl het aantal magazijnmedewerkers is gestegen van 356.800 in juni 1990 tot 830.700 in juni 2017. De totale hoeveelheid medewerkers in de logistieke sector in Amerika bedraagt ongeveer 4 miljoen.

 

Dit zijn de mensen van wie de industriële bedrijven van vandaag volledig afhankelijk zijn. Echt grote hubs hebben meer dan 100.000 werknemers nodig om te kunnen functioneren. Neem Chicago, met meer dan 150.000 transport- en magazijnmedewerkers in het grootstedelijk gebied. Of het nieuwere Memphis-cluster van FedEx, dat rechtstreeks 15.000 werknemers heeft, met nog zo’n 220.000  in daaraan verbonden transport- en magazijnactiviteiten.

 

In het Verenigd Koninkrijk zijn er clusters rond Liverpool-Manchester, de Midlands, Glasgow en Londen. De London Gateway-poort en het logistieke park van ruim 800.000 m2 zijn in 2013 geopend en zullen 27.000 werknemers in dienst hebben als ze volledig operationeel zijn, waardoor een cluster in Oost-Londen wordt uitgebreid waarin ook opgenomen zijn Dagenham Dock, Tilbury Docks en London Thamesport.
Bovendien worden de grote Britse goederenspoorwegen gemoderniseerd om een Strategisch Vracht Netwerk te creëren dat vergelijkbaar is met de enorme spoorcorridors in de VS. In totaal stelt de Britse logistieke sector 1,7 miljoen werknemers te werk. Over heel Europa als geheel zijn de logistieke investeringen volgens een van de schattingen gegroeid tot tweeënhalf keer het bbp.

 

Een mogelijkheid kondigt zich aan

 

Deze clusters lijken erg kwetsbaar voor verstoring door werknemers. Een staking in een magazijn met een sleutelfunctie of bij een leverancier zou de productie af kunnen sluiten in beide richtingen in een toeleveringsketen, wat mogelijk enorme schade kan toebrengen aan de reputatie van een bedrijf ten aanzien van de betrouwbaarheid bij zijn partners. Dit zou een enorme druk kunnen uitoefenen op werkgevers om concessies te doen of een nieuwe vakbond te erkennen zonder de noodzaak van het soort ondersteunende of solidariteits-staking die in veel landen illegaal is.

 

Het is een van de grote ironieën van het moderne kapitalisme dat we nu de enorme concentraties van handarbeiders zien waar bedrijfsleiders eens aan probeerden te ontsnappen. We hebben tot nu toe nog geen vakbonden gezien die proberen te profiteren van deze situaties, misschien gedeeltelijk omdat ze tientallen jaren aan het kortste eind hebben getrokken en deels omdat magazijnmedewerkers vaak niet in een vakbond georganiseerd zijn.

 

Toch weet ik uit mijn onderzoek dat zowel vakbondsleiders als bedrijfsleiders zich goed bewust zijn van de risico's die gepaard gaan met het nieuwe bedrijfssysteem en daar serieus over nadenken. In een wereld met steeds meer woede, kunnen deze knooppunten een groot probleem worden: het zal fascinerend zijn om te zien of de bonden gaan beginnen om hier hun voordeel uit te halen.

 

-----------------
Auteur Kim Moody is Visiting Scholar bij het Centre for the Study of the Production of the Built Environment, University of Westminster

Kim Moody's nieuwste boek, On New Terrain: How Capital Is Reshaping the Battleground of Class War is nu verkrijgbaar bij Haymarket Books.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken