Wie durft nog over optimisme spreken? Het zijn toch moeilijke tijden, waarin ook arbeidersstrijd en stakingen verre van evident zijn?
Goed, wie aandachtig de kranten leest weet dat de crisis ook reacties uitlokt van de arbeidersbeweging. We hebben het niet alleen over de succesvolle algemene staking van de bouw op 2 april, de eerste in de geschiedenis van deze sector. Op dezelfde dag was er een algemene staking in Griekenland. En ja, wie de kranten aandachtig leest, weet ook dat er in Europa al drie regeringen gevallen zijn over protesten tegen de crisis: IJsland, Letland en Hongarije. Dat er op 21 februari in Ierland een betoging was van 200.000 arbeiders en hun families. Niet slecht voor een landje met 4,3 miljoen inwoners. Dat er dit jaar in Frankrijk al twee grote stakingen zijn geweest, telkens met miljoenen betogers. Maar inderdaad, je moet berichten hierover zoeken op de binnenpagina's, dikwijls in een klein artikeltje.
Wat ons wel tot optimisme zou moeten stemmen volgens de kranten is de G20-top in Londen (top van de 10 rijkste landen aangevuld met de opkomende economieën zoals China, India en Brazilië). Toen de 'wereldleiders' Obama, Sarkozy, Brown, Berlusconi en anderen buitenkwamen, toonden zij hun meest stralende glimlach. De top was een groot succes geworden, zegden zij. Dat kwam wel op de voorpagina's.
Laat u daar niet aan vangen. Die glimlachen verbergen in feite blote paniek. De ineenstorting van het financiële systeem waar iedereen nog altijd over spreekt, is immers nog niets vergeleken met de ineenstorting van de industrie en de handel die nu volop aan het gebeuren is. Aan de staalarbeiders van Arcelor Mittal moet je het niet vertellen. In Luik werd al midden november een eerste hoogoven stilgelegd. Voor 6 maanden werd toen gezegd. Nu zou hij dus opnieuw moeten worden opgestart. In plaats daarvan wordt ook nog een tweede hoogoven stilgelegd en wordt de galvaniseringslijn in Flémalle gesloten. Ook de Vlaamse staalnijverheid ontsnapt niet. Arcelor Gent (het vroegere Sidmar) moet eveneens een van de twee hoogovens stilleggen. In heel Europa vermindert Arcelor de productie met de helft! En ja, de dag na die aankondigingen steeg de koers met meer dan 7 procent. Net als het merendeel van de aandelen wereldwijd gestegen is sinds de G20-top.
Hoe rijmt men dat? Wel, omdat er niet gezegd wordt wat werkelijk beslist is op die top. De 'wereldleiders' zijn er namelijk overeengekomen dat het welletjes is met de steun die de verschillende landen geven aan hun industrie. Dat is immers in strijd met de vrije concurrentie. Het zou kunnen leiden tot protectionisme en dat willen zij met alle macht vermijden. Steun die nu al toegezegd is - voor 90 procent aan de banken - mag blijven, maar meer is niet toegelaten. In gewone mensentaal betekent dat twee dingen: de crisis wil men verhalen op de gewone man en vrouw door ontslagen, inleveringen en aanvallen op alle sociale verworvenheden, de pensioenen voorop. Dat betekent ook dat de markt verder wordt ondergraven, wat de crisis erger maakt. In de logica van deze heren is dit allemaal niet zo erg als er maar niet geraakt wordt aan wat zij de kern van de economie vinden: de banken en de aandeelhouders. Als die het goed stellen, zal de rest wel automatisch in orde komen. Het is een onnozel verhaal dat nog maar pas faliekant mislukt is.
Toch is het allemaal zo moeilijk niet. Economie is in wezen een eenvoudig gegeven. Er zijn behoeften zoals huisvesting, voedselvoorziening, milieubehoud enzovoort. Er zijn middelen: grondstoffen, arbeidskrachten, industrie en diensten. Het doel van de economie is die twee in overeenstemming te brengen met elkaar. Het kapitalisme is op de zoveelste manier aan het bewijzen dat het daar niet toe in staat is, of toch niet op een duurzame wijze. Veel gewone arbeiders beseffen dat. Toen Erik De Bruyn de piketten bezocht bij de staking van de bouw hoorde hij onder andere het volgende: "Twintig jaar geleden beleefden we de val van het communisme, maar nu loopt het kapitalisme op zijn laatste benen." Hij besloot hieruit: "Het bewustzijn is er dat we uitzonderlijke tijden meemaken, en dat nadien niets nog hetzelfde zal zijn." (zie het volledige verslag op Vonk.org).
Socialisme heet het systeem dat aan dit probleem een oplossing biedt. Het zal er echter niet vanzelf komen. In tegenstelling met alle vorige maatschappijvormen kan socialisme niet ingevoerd worden door een kleine elite. Het vereist een bewuste tussenkomst van de hele bevolking, in de eerste plaats de georganiseerde arbeidersklasse. Zelfs bij het begin van de crisis zijn er al tekenen die tot optimisme stemmen. De bedrijfsbezettingen zijn terug. Dit fenomeen, niet meer gezien sedert de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw, is weer volop in de actualiteit. Eerst in Zuid-Amerika natuurlijk waar die bezettingen soms gevolgd worden door de logische volgende stap van nationalisatie. Maar ook de Visteon-fabrieken in Groot-Brittannië en Ierland, Royal Boch bij ons tot zelfs Windows and Doors in het Chicago van Obama. Wat wil een bedrijfsbezetting anders zeggen dan: wij hebben dit bedrijf groot gemaakt, dus is het van ons. Het is een duidelijke aanval op de kapitalistische eigendomsverhoudingen.
Dikwijls wordt het gevecht voor een andere maatschappij eerst in de organisaties van de arbeidersbeweging uitgevochten. De kapitalisten begrijpen dat: zij zetten immense druk op de leiding van de arbeidersbeweging om "in tijden van crisis allen samen opofferingen te doen". Even onvermijdelijk staan deze leiders onder druk van hun eigen basis om echte oplossingen te geven aan hun problemen. De uitkomst van dat gevecht is niet van tevoren bepaald. Het hangt af van de inzet, maar ook het begrip van duizenden, ja miljoenen militanten. Soms zullen de bestaande leiders naar links evolueren, soms zal een nieuwe leiding gevormd worden. Tijd om de toespraken van de vakbonds- en partijleiders in de gaten te houden dus op 1 mei. En natuurlijk: stem op een van de kandidaten van SP.a Rood op 7 juni.