Op 22 november vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats, de eerste verkiezingen van het post-Rutte-tijdperk. Wat is het standpunt van onze Nederlandse zusterorganisatie Revolutie hierover?

De verkiezingen van 22 november zijn de eerste verkiezingen in het post-Rutte-tijdperk. Mark Rutte is vertrokken uit de politiek, evenals een hele reeks andere lijsttrekkers. Er is een zeer laag vertrouwen in de politieke instituties. De gestegen kosten van levensonderhoud en de uitholling van onderwijs, zorg en overheidsdiensten hebben ervoor gezorgd dat alle partijen de mond vol hebben van ‘bestaanszekerheid’.

Traditionele burgerlijke partijen als het CDA en D66 zijn in crisis. Enkel de VVD teert nog op haar reserves. Rutte’s vertrek was noodzakelijk om de verdere neergang van de VVD te stoppen. Zijn opvolger Yesilgöz gaat specifiek de hard-rechtse kant op, met een nog harder anti-migratiestandpunt, en heeft de deur opengezet voor een rechtse coalitie met zelfs de PVV.

Deze crisis van de traditionele burgerlijke partijen leidt nu echter niet tot een verschuiving naar links, maar naar de opkomst van nieuwe burgerlijke demagogen. Na de winst bij de Provinciale Statenverkiezingen voor de BBB, zien we nu vooral een verschuiving naar het Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt, vooral onder oudere lagen van de arbeiders en middenklasse. Omtzigt komt voor velen over als een atypische politicus, een oprechte klokkenluider. Tegelijk zien ze in hem een nostalgische terugkeer naar een tijd die er nooit was. De politieke instituties waren nooit in het belang van de meerderheid van de samenleving, maar altijd in dat van de kapitalistische minderheid. Omtzigts wil deze burgerlijke instituties hervormen, om ze te redden van de ondergang.

Het is onze taak als communisten om alle kapitalistische partijen te ontmaskeren, zowel VVD als NSC, zowel D66 als de BBB, zowel CDA als PVV. Geen enkele coalitie met deze partijen is in het belang van de werkende klasse, noch die van het platteland noch die van de Randstad, noch de autochtonen noch de immigranten.

Op links zien we echter een groot vacuüm. Bij gebrek aan alternatief zien we dat er onder delen van de werkende klasse en middenklasse (relatief meer onder jongeren) een beweging richting de PvdA-GroenLinks coalitie is. Het samenvoegen van de partijen zorgt voor een kwantitatief grotere aantrekkingskracht, die de partijen uit een historisch dieptepunt iets in de lift heeft weten te brengen. Vanuit het idee van het ‘mindere kwaad’ (d.w.z. geen VVD en geen rechtse demagogen) trekt de coalitie voormalige D66-stemmers aan, evenals oude PvdA-stemmers met nostalgie.

Toch is de stijging beperkt. De ‘verenigd linkse’ coalitie kan mooie zaken bepleiten, zoals meer overheidsregie, hoger minimumloon en investeringen in publieke zaken, maar men is niet vergeten dat PvdA zelf actief meehielp in het kabinet-Rutte II aan bezuinigingen op zorg en onderwijs. Daarnaast hebben beide partijen meerdere malen Rutte aan een meerderheid geholpen, bijvoorbeeld voor het kapitalistische Klimaatakkoord en voor het openbreken van het pensioenstelsel. Verder probeert Timmermans zo’n ‘matig’ mogelijk profiel te tonen, met zijn steun voor Israël en zijn oriëntatie op een mogelijke coalitie met NSC en VVD.

De SP was bij eerdere verkiezingen een links-reformistisch alternatief voor het meer rechtse reformisme van de PvdA, maar nu zijn de verschillen kleiner geworden. Sinds de uitzetting van jongerenorganisatie ROOD en andere linkse elementen, is de partij nog openlijker voor coalitiedeelname (zelfs met NSC, CDA en BBB!). De partij is iets scherper op het gebied van minimumloon, wonen (huurverlagingen) en de zorg, en richt zich vooral op een oudere arme laag van de werkende klasse. Echter, de verschillen zijn klein.

Een verschil met PvdA-GroenLinks dat wel duidelijker is, is het chauvinistische standpunt van de partij over arbeidsmigranten, wat juist weer veel linkse jongeren heeft afgestoten. De partij pleit niet voor duidelijke klassenpolitiek, maar presenteert zich als een soort ‘linkse waakhond’ die binnen een coalitie (met o.a. burgerlijke partijen) voor de zwaksten in de samenleving zal zorgen.

De partij BIJ1 heeft een interne crisis meegemaakt, nu Sylvana Simons en Rebekka Timmer zijn opgestapt uit de partijleiding. De identiteitspolitiek binnen de partij heeft een negatieve rol gespeeld, niet alleen qua politieke analyses maar ook op organisatorisch gebied. Rivaliserende kliekjespolitiek rond wie er waar op welke lijst mag staan, met giftige aanvallen op elkaar op basis van het vermeende ‘privilege’ en wie er het meest onderdrukt is, in plaats van principiële samenwerking op basis van een politiek programma, heeft de partij flink geschaad.

Niettemin heeft partijleider Edson Olf kans om de zetel te behouden. De duidelijke boodschap tegen discriminatie, voor gratis ov, verhoging minimumloon, verkorting werkweek, samen met het dappere standpunt ter verdediging van Palestina, trekken een deel van de meest radicale jongeren die op zoek zijn naar een anti-kapitalistisch perspectief. Om die reden bepleiten we een uiterst kritische stem op BIJ1, om dit geluid in de Kamer te behouden.

Tegelijk wijzen we erop dat deze stem niet voldoende is. Er is nood aan een klassenalternatief om het enorme vacuüm op links op te vullen, wat BIJ1 niet is. De heropleving van de klassenstrijd op het economische vlak, met het toegenomen aantal stakingen als reactie op de inflatie en de stijging van het aantal FNV-leden in het laatste jaar, toont dat we het begin zien van een herstel van de arbeidersbeweging.

Deze economische beweging zal uiteindelijk ook een politieke uitdrukking moeten krijgen. Hoe die ontwikkeling precies zal plaatsvinden, is nog onduidelijk. We zien nu dat de crisis van de burgerlijke democratie uiting geeft aan de opkomst van burgerlijk-rechtse demagogen, die in de komende periode ‘getest’ zullen worden. Een rechts kabinet zal die proef zijn en zal tot veel verzet leiden, eerst vanuit de radicaal-linkse jongeren maar later ook vanuit de arbeidersbeweging. Dit zet de deur open voor een politieke zwaai naar links.

De werkende klasse zal deze strijd niet kunnen winnen zonder een communistische massapartij, die het Nederlandse kapitalisme voorgoed zal verslaan. Deze partij bestaat niet, dus het is de taak om ons voor te bereiden op toekomstige situaties waarin deze tot stand kan komen. De eerste stap is de organisatie van een landelijke organisatie van revolutionair-communisten. Dit is waar Revolutie - en de gehele Internationale Marxistische Tendens - aan werkt. Ben je een communist, organiseer je!

 

Lees ook het artikel Wie wil er regeren?