Materiële oorzaken van de opkomst van het Chinese imperialisme

Laten we beginnen met het ontleden van de interne economische omstandigheden in China. Het land wordt gekenmerkt door een sterke overcapaciteit van de productie die de binnenlandse markt verzadigt. Volgens Wood Mackenzie-expert Charvi Trivedi: "De voorspelling is een overschot van 50 miljoen ton [miljoen ton staal] in 2025, dat op lange termijn meer dan 350 miljoen ton zou kunnen bedragen".

Dit heeft tot gevolg dat er een sterke druk ontstaat op de winsten van de Chinese kapitalisten. In de autoproductie bijvoorbeeld is de winstmarge gedaald van 6,57% in 2011 naar 5,32% in 2024.

Terwijl de groei in China in 2010 nog 10% bedroeg, ligt deze in 2025 rond de 5%. Dit is een gevaar op lange termijn voor de stabiliteit van het land. Aan de ene kant is China een dwingend land met weinig individuele vrijheden en een sterke censuur, aan de andere kant vertrouwt het op de activiteit van 200 miljoen onzekere werknemers die repressie kunnen verdragen omdat hun levensomstandigheden de afgelopen 30 jaar sterk zijn verbeterd. Het reële gemiddelde minimumloon is in dezelfde periode met ongeveer 780% gestegen.

Voor de Chinese kapitalisten is het onmogelijk om dit tempo aan te houden. Pogingen om de sociale spanningen en het aantal miljardairs in het Xi-regime te verminderen, betekenen slechts een tijdelijk uitstel. Zo ontstaat de behoefte aan de export van kapitaal en de export van uitbuiting. Het minimumloon in verschillende Afrikaanse landen is aanzienlijk lager dan dat van China, in Angola, Kenia en Nigeria bijvoorbeeld bedraagt het amper één derde.

Chinese investeringen in Afrika

De klassieke investeringsregeling is als volgt: een Chinese staatsbank leent geld aan een land om grote energie- of infrastructuurprojecten (energiecentrales, dammen, spoorwegen, havens, enz.) te financieren, die worden uitgevoerd en vaak worden geëxploiteerd door Chinese bedrijven. In ruil daarvoor gaat het land schulden aan en verleent het China rechten op zijn natuurlijke hulpbronnen, handelsvoordelen of andere concessies. De infrastructuur verbindt de hulpbronnen met de exporthavens naar China en de energie maakt de toekomstige ontwikkeling van andere operaties mogelijk. In het geval van wanbetaling herschikt China de schuld in ruil voor het aanscherpen van zijn controle over infrastructuur en energie. Op deze manier verzacht het de impact van kortlopende schulden en versterkt het zijn greep op de lange termijn.

Als reactie op de investeringen van China heeft de EU in 2021 het Global Gateway-project gelanceerd. Het doel is om tussen 2021 en 2027 150 miljard euro aanoverheidsinvesteringen voor Afrika te mobiliseren. Als we echter verder kijken dan de beloften, zijn we nog ver van het doel verwijderd. Met 21 miljard euro geïnvesteerd tussen 2019 en 2024 loopt Europa ver achter op China.

Concurrentie tussen westers imperialisme en Chinees imperialisme

In Afrika hebben we een afnemend westers imperialisme dat wordt geconfronteerd met een bottom-up Chinees imperialisme. Het eerste is conservatief, het is gebaseerd op financiële huur en de verworvenheden van het koloniale verleden. Zijn macht is gebaseerd op de politieke, monetaire en militaire afhankelijkheid van de voormalige koloniën, gehandhaafd via mechanismen zoals Françafrique en de CFA-frank (de koloniale munteenheid die in 1945 door De Gaulle werd ingevoerd). Het tweede, is niet in staat is om zijn bezittingen gemakkelijk rechtstreeks van de eerste af te nemen, is gebaseerd op de verovering van infrastructuur en hulpbronnen door middel van enorme investeringen. China presenteert zich aan de Afrikaanse leiders als een benijdenswaardig alternatief, een minder harde en mildere meester. Wanneer een Afrikaans land zijn schuld niet langer kan terugbetalen, stemt China ermee in om er opnieuw over te onderhandelen in ruil voor concessies. Dit is het tegenovergestelde van de "bestraffende" aanpak van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat vaak een bezuinigingsprogramma oplegt in ruil voor leningen. China stelt ook minder hoge eisen aan politieke voorwaarden en transparantie van de overheid.

Ideologische concurrentie

China hanteert een agressieve benadering op ideologisch terrein, er wordt een soort "cultuuroorlog" gespeeld tussen wie Afrikaanse landen kan beïnvloeden. China volgt een strategie van systematische culturele beïnvloeding met als doel "China's wereldbeeld" te promoten.

De exponentiële groei van het aantal Afrikaanse studenten in China draagt bij aan het geschil over wie de toekomstige Afrikaanse elite zal controleren. Elk imperialistisch kamp probeert het kamp te zijn dat toekomstige Afrikaanse leiders opleidt, zodat ze ontvankelijk zijn voor hun beleid. In 2018 studeerden 81.562 Afrikaanse studenten in China, een stijging van 770% ten opzichte van 1996. China is dan ook het op één na grootste gastland voor Afrikaanse studenten, na Frankrijk.

"China zal de komende drie jaar ongeveer 40.000 Afrikaanse leraren opleiden."

Aldus Ding Xuexiang, een lid van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China, in 2024. Deze enorme programma's voor Afrikaanse leraren en leidinggevenden dienen om toekomstige managers op te leiden en begrip tussen de baas en de werknemer mogelijk te maken.].

We moeten onszelf echter niet voor de gek houden, China is een kapitalistisch land en de 2e grootste economische macht ter wereld. Een Afrika onder Chinese overheersing zal niets goeds brengen voor Afrikaanse arbeiders, die hun uitbuiting zullen zien toenemen. Het enige potentiële progressieve aspect, dat een historisch venster zou openen, is dat van het vooruitzicht van Afrikaanse industrialisatie en de consolidatie van een Afrikaanse arbeidersklasse, die de klassenstrijd op het continent zal aanwakkeren. Een opening waar revolutionairen gebruik van moeten maken en die ook een reden te meer is waarom de RCO afdelingen in Afrika wil opbouwen.

Tijdschrift Vonk

Layout Vonk 332 page 001 

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken