Nu de sneeuw in het Himalayagebergte begint te smelten, rolt een golf van massaprotesten door Muzafferabad, de verwoeste hoofdstad van het Pakistaanse deel van Kasjmir. De protesten zijn gericht tegen de mislukking van het regime van Musjarraf en van het Rehabilitatie Agentschap voor de Aardbeving (ERA). Minstens 40.000 mensen protesteerden op 13 april in diverse steden en dorpen rond de hoofdstad. Deze protesten worden georganiseerd door het Verenigde Volksfront (UPF) op initiatief van de marxisten in Kasjmir.
Zoals we eerder rapporteerden, verergert de situatie in de verwoeste gebieden van Kasjmir met elke voorbijgaande dag wegens het gedrag van de overheden, die de mensen vernederd hebben, en wegens het gebrek aan fondsen dat het regime verstrekt voor de wederopbouw van huizen. Een storm van woede en wrok stapelde zich op. Uiteindelijk barstte die storm los op 13 april. Er bestaat een wijdverspreid gevoel van woede en ontevredenheid sinds de ramp op 8 oktober. Deze kokende woede barstte nu en dan naar de oppervlakte tijdens de afgelopen periode. Maar het was op 31 maart dat deze nieuwe golf van klassenstrijd begon in Garhi Dopatta (Muzafferabad), waar meer dan 1500 mensen deelnamen aan een protestactie.
De mensen zijn woedend vanwege de ERA. Bij de tweede fase van de verdeling van wederopbouwfondsen werd een gemiddelde van Rs 25.000 (416 dollar) gegeven aan elke familie voor de wederopbouw van hun huizen. Dit is een belediging tegenover de slachtoffers van de aardbeving want de gemiddelde kosten om een huis te bouwen voor twee of drie families (omdat het gezamenlijk familiesysteem in dit afgelegen gebied nog overheerst) schommelen rond de 8000 dollar. Deze tweede fase van verdeling strooide nog meer zout in de wond. Volgens verslagen heeft ongeveer 40 percent van de slachtoffers nog niets ontvangen in de eerste fase. Het lijkt erop dat zelfs bij de tweede fase dezelfde 40 percent geen betaling ontvangt.
De woede van de massa's bereikte een kookpunt. De Jammu Kasjmir Revolutionaire Jeugd Alliantie (JKRYA, een eenheidsfront van jeugdorganisaties door de marxisten van Kasjmir bij elkaar gebracht) organiseerde dit protest op 31 maart. Direct daarna ging er een massavergadering door op 1 april, waarbij de marxisten van Kasjmir de vertegenwoordigers van alle verwoeste dorpen en steden verenigden om een nieuw front te vormen – het Verenigde Volksfront (UPF). Dit nieuwe front werd gevormd met grote deelname van het volk. Kameraad Shujat Kazmi, de vroegere voorzitter van de Nationale Studenten Federatie van Jammu Kasjmir (JKNSF), speelde daarin een sleutelrol en werd unaniem verkozen tot coördinator van het front.
Als gevolg van de oproep van de UPF gingen op 3 april alle winkels en werkplaatsen dicht in Garhi Dopatta. Meer dan 2000 mensen namen deel aan de staking. Op 7 april ging een protest door toen de hoofdbestuurder van Kasjmir, Kashif Murtaza, en de voorzitter van ERA, generaal Saleem Altaf, het gebied bezochten. Driehonderd mensen namen aan deze betoging deel en scandeerden slogans tegen de ERA en het regime van Musjarraf. Ze riepen om een protestactie op districtsniveau op 13 april.
Na de vorming van de UPF bezochten de verkozen coördinator, kameraad Shujat Kazmi, en het coördinerende orgaan van de districten alle belangrijke steden en dorpen rond de verwoeste hoofdstad om het front uit te breiden en te versterken. Ze publiceerden en verspreidden vier pamfletten in één week. Op 13 april vond een ongelofelijke massabetoging plaats – ongelofelijk omdat niet een van de traditionele partijen of massaorganisaties erbij betrokken waren. In feite was zelfs geen enkele leider van de massapartijen betrokken. Het waren enkel de jonge marxisten van Kasjmir die met hun zeer kleine krachten maar onophoudelijke inspanningen dit protest succesvol maakten. Meer dan tien kleine dorpen en twaalf grotere gemeenten rond de hoofdstad namen deel aan de algemene staking van het district. Zelfs de conservatieve burgerlijke media voelden zich verplicht, ondanks hun vorige misdadige stilte over het gebied, om te rapporteren dat meer dan 40.000 mensen tegen het beleid van de ERA protesteerden en eisten dat die zou worden ontbonden en dat het wederopbouwwerk zou worden overhandigd aan de comité’s van de mensen op stads- en dorpsniveau.
De steden waar de staking het sterkst was, waren Neelum Vallei Pateekha, met 4000 deelnemers, Garhi met 1000, in Devlian 600, Hatiyan Bala 3000, in Chanari 3500, in Chagothi 1000, in Muzafferabad-stad 1000, in Chakar 2500, in Rashian, Qulikot en Panjkot 1500 en Garhi Dopatta waar meer dan 12.000 mensen aan de stakingsactie en demonstraties deelnamen. In diverse kleine dorpen waren nog honderden mensen betrokken. De grootste betoging, die in Garhi Dopatta, werd geleid door de coördinator van de UPF, kameraad Shujat Kazmi, en de coördinator van de JKRYA, kameraad Adil Khan. Garhi Dopatta ging gedurende meer dan vier uur volledig dicht. Het leven in de Jehlumvallei stond stil tot het einde van de staking. De arbeiders, de jeugd en de gewone mensen waren zo vervuld van revolutionaire hartstocht dat zij de controle over de gehele vallei in eigen handen namen. Niets kon bewegen zonder hun toestemming. Zelfs een konvooi van het Pakistaanse leger werd vier uur tegengehouden. De stakers scandeerden slogans zoals "Iedereen eist voedsel, kleding en een dak boven het hoofd!", "Geen godsdienstige oorlogen, geen nationale oorlogen – klassenoorlog, klassenoorlog!", "Één wens, één oplossing – klassenoorlog, klassenoorlog!", "Weg met het kapitalisme, weg met de heersende klasse!".
Er was een gelijkaardige situatie in Hatianbala, Chinari, Chakar en Pateekha. Deze steden waren volledig lamgelegd en de wegen geblokkeerd. Overal in Muzafferabad stroomden de massa's op de straten en verlamden de hoofdstad. Maar de situatie in Garhi Dopatta ging verder dan een normale staking. In feite was het een situatie die naar een opstand neigde. Sommigen van de stakers zeiden nadien dat als de Jehlumvallei een afzonderlijke staat was, dan zou er op 13 april een revolutie geweest zijn. Tijdens hun toespraken voor de massabijeenkomst in Garhi Dopatta eisten kameraad Shujat, kameraad Adil en de andere sprekers een einde aan de ERA en aan de betaling van nutsbelastingen in de verwoeste gebieden. Zij eisten ook gratis onderwijs en gezondheidszorg en de annulering van alle schulden van arbeiders in de openbare sector. Tenslotte riepen ze op voor een nationale algemene staking op 22 april. Deze algemene staking dient ter ondersteuning van een handvest van dertig eisen met betrekking tot de wederopbouw.
Op 14 april hielden Shujat Kazmi en Adil een persconferentie en kondigden aan dat 1 mei de uiterste termijn is voor de aanvaarding van al hun eisen. Ze deden een beroep op werkende mensen en jeugd in heel de wereld om solidair te zijn met deze strijd.
Op 17 april was er opnieuw een betoging in Muzafferabad met meer dan 500 mensen, hoofdzakelijk studenten en jeugd. Toen de betogers naar het stadhuis marcheerden, kwamen ze in botsing met ordetroepen, die hen neer knuppelden. Elf mensen, met inbegrip van de leiding van JKRYA, werden gearresteerd. Daaronder bevindt zich ook Rashid Shah, de coördinator van de UPF in de Jehlumvallei. Deze aanval van de staat toont enerzijds de vrees voor de massabeweging en anderzijds de bedoeling om ze brutaal te verpletteren. De Pakistaanse staat heeft bewezen dat ze niet bekwaam is om de problemen op te lossen van de mensen in de verwoeste gebieden. Dit falen van de staat dwong hen tot massale acties, maar de staat treft nu voorbereidingen om de beweging te verpletteren met traditionele repressiemethodes, arrestaties en marteling. De arrestatie van de leiding van JKRYA is hiervan een duidelijk voorbeeld.
Kameraad Shujat Kazmi was ook aanwezig op de betoging maar slaagde erin om te ontsnappen. De marxisten van Kasjmir zijn niet alleen de organisatoren en leiders van deze beweging. Hun revolutionaire werk, samen met correcte perspectieven, tactieken en methodes, toonde aan de massa's van Kasjmir dat enkel een leiding die zich baseert op de wetenschappelijke ideeën van het marxisme een uitweg kan bieden uit de hel van het kapitalisme.
Jammer genoeg kunnen we slechts in detail over de situatie in Muzafferabad verslag uitbrengen. Maar in de twee districten Bagh en Rawlakot is de ontevredenheid eveneens aan het sudderen. De situatie in Bagh is eigenlijk al aan het exploderen. Een golf van protest grijpt om zich heen. In Rawlakot steekt het protest evengoed de kop op. Op 13 april protesteerden meer dan 600 mensen in solidariteit met de mensen van Muzafferabad. Er is beslist om niet alleen in de verwoeste gebieden een algemene staking te organiseren, maar ook in de andere districten van Kasjmir. De algemene staking op 22 april zal een beslissend punt in deze strijd betekenen. Maar de mensen van Kasjmir hebben solidariteit en steun nodig vanuit heel de wereld. Daarom doen wij een beroep op vakbonden, jongeren- en studentenorganisaties om dringend steunberichten te verzenden.
Je kan een protestbericht naar de President van Pakistan verzenden via http://www.presidentofpakistan.gov.pk/Write2thePresident.aspx
Je kan ook de Pakistaanse ambassade in Brussel schrijven of telefoneren:
EMBASSY OF PAKISTAN
AVENUE DELLEUR 57
1170 BRUSSEL
Tel 02 673 80 07
Fax 02 675 83 94
E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Solidariteitsberichten kunnen worden verzonden naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
17 april 2006
update 18 april 2006
Wij hebben het goede nieuws ontvangen dat de autoriteiten in Muzafferabad onze kameraden hebben vrijgelaten. Toen ze hoorden over de arrestaties, reageerde het volk direct, in het bijzonder de jeugd van Muzafferabad en de Jehlumvallei die betoogden en wegversperringen oprichtten. Zowat 2.000 mensen protesteerden tegen de arrestaties. Er was ook direct reactie van onze internationale kameraden en sympathisanten. Daarom willen wij iedereen bedanken die zo snel berichten stuurde.
Wij vragen nu om protestberichten te sturen naar de overheden in Pakistan en Kasjmir om de vervulling van de eisen van de aardbevingsslachtoffers te vragen. Mails kunnen naar de hierboven vermelde adressen worden verzonden.