Voor de derde keer op rij heeft links de presidentsverkiezingen verloren in Frankrijk. Ségolène Royal en de PS-leiding hebben tegenover de reactionaire demagoog Sarkozy een campagne gevoerd op basis van het leegste en conservatiefste programma in de geschiedenis van de Franse socialistische beweging. Dit programma bevatte geen enkele maatregel die het lot van de slachtoffers van het systeem op een serieuze manier zou verbeteren. Daarom kon het hun enthousiasme ook niet opwekken. Bijgevolg hebben velen onder hen zich laten verleiden door de ‘breuk’ die Sarkozy zogezegd incarneert.
Het zijn de leiders van de PS die deze nederlaag over ons hebben gebracht. Terwijl ze comfortabel gezeteld zijn in de instellingen, waar de bourgeoisie hen toelaat en apprecieert, brachten ze hun tijd door met het onderlijnen van hun ‘convergentiepunten’ met de UDF, de partij van Sarkozy. Aangezien ze lichaam en ziel aan het kapitalisme hebben verkocht, waren ze niet bij machte ook maar één enkele maatregel voor te stellen die dit systeem in vraag stelt. Bij de komende parlementsverkiezingen zal de rechterzijde niet alleen profiteren van het elan van Sarkozy’s overwinning, maar ook van het failliet van de politiek die de socialistische leiding voert.
Sarkozy van zijn kant flirt met het summum van leugen en hypocrisie. Naar eigen zeggen gaat hij zich bezighouden met de armen, “degenen zonder graad”, de verdrukten, de werklozen, de arbeiders. Zij die deze vloed van beloftes geloven, zullen binnenkort een harde noot moeten kraken. Zijn beleid beantwoordt slechts aan de eisen van de kapitalistische klasse. De rechterzijde streeft maar één doel na: de gehele economie en samenleving onderwerpen aan de wet van de winst. Ze zal een onverbiddelijk offensief voeren tegen de sociale verworvenheden, tegen de rechten van de loontrekkenden en de arbeidsomstandigheden, tegen de pensioenen en de sociale zekerheid. Ze zal het racisme verder voeden en de pesterijen van de politie en de administratie tegen de ‘vreemdelingen’ opvoeren.
De verkiezingsstatistieken verbergen meer dan ze niet openbaren. Het algemeen stemrecht geeft hetzelfde gewicht aan dat wat inert is, stagnerend en gedemoraliseerd, als aan de meest bewuste en strijdbare sociale lagen. Een verkiezing is zoals een foto. Ze geeft een gefixeerd beeld van een samenleving in beweging, in een context van groeiende instabiliteit. Het sociale bewustzijn en het gemoed van de diverse sociale klassen zijn zeer volatiele zaken. De 17 miljoen mensen die voor Royal stemden, herbergen een kracht die aan eender welke regering kan weerstaan en deze zelfs kan omverwerpen.
In plaats van een periode van ‘nationale eenheid’ zullen de jaren onder Sarkozy gekenmerkt worden door grote sociale conflicten, waarin de strijdbare en revolutionaire tradities van onze klasse zullen herleven. We weten echter dat stakingen en betogingen, hoe massaal en indrukwekkend ze ook mogen zijn, op hun best een tijdelijke adempauze kunnen inlassen, een tactische terugtrekking van de tegenstander. De vitale belangen van het kapitalisme staan hier immers op het spel.
Daarom is er een fundamentele verandering, een revolutionaire verandering nodig. Laten we dus deelnemen aan elke strijd om de belangen van de werkende mensen en de jeugd te verdedigen tegen de aanvallen van het patronaat en van de staat. Maar laten we evenmin vergeten dat deze strijd moet samengaan met de strijd voor het herstel van het socialistische programma en principes in onze organisaties. Alleen het socialisme kan ons bevrijden uit de klauwen van de Sarkozy’s op deze wereld en het systeem dat zij vertegenwoordigen.