De bloedige aanslag tegen de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo en de daaropvolgende moorddadige gijzeling in een Joodse supermarkt zorgden voor een opwelling van verontwaardiging en woede in heel Frankrijk en de rest van de wereld. De avond zelf van de moordaanslag waarbij twaalf mensen het leven lieten, betoogden honderdduizenden mensen. Een paar dagen later waren het er drie miljoen, waaronder anderhalf miljoen in Parijs alleen. Ook in België reageerden mensen verbolgen. Enkele uren na de aanslag kwamen In verschillende steden honderden mensen samen. In Brussel trokken zondag 11 januari 20.000 betogers de straat op.
De ‘islamitische’ terroristen die deze aanslag hebben gepleegd, hebben een groot propagandageschenk gegeven aan alle mogelijke islamofoben en racisten. Met hun aanslag leggen ze een enorme druk op de moslimgemeenschappen in Frankrijk, in België en in de rest van de wereld. Natuurlijk was de moordpartij tegen de redactie van Charlie Hebdo een aanslag tegen de vrije meningsuiting. Maar er duiken allerlei verdachte verdedigers van de vrije meningsuiting op. De regering wakkert het Frans patriotisme aan met de verdediging van de Republiek en de waarden van Liberté, Egalité en Fraternité. ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ klinken zeer hol in het hedendaagse Frankrijk, vooral voor de talrijke jongeren van de ‘banlieues’ die geen baan hebben en last hebben van politie intimidatie en racisme. Toen (eerste minister) Manuel Valls minister was van Binnenlandse Zaken schuwde hij racistische verklaringen tegen sommige minderheden (zoals de zigeuners) niet. Nu doet hij, met de hand op het hart, plechtige oproepen om niet de hele moslimgemeenschap te veroordelen. Marine Le Pen, de leidster van het Front National, is nog zo’n “verdedigster” van de vrije meningsuiting (toeval of niet, sinds ze meer toegang krijgt tot de media de laatste jaren klaagt ze minder over het gebrek eraan.)
De schijnheiligheid van de regering en de hele rechterzijde zou een alarmbel moeten doen rinkelen bij linkse mensen. De heel terechte commotie wordt misbruikt om de positie van de meest onpopulaire president van de Vijfde Republiek, François Hollande op te vijzelen. De Franse premier, Manuel Valls, beweerde zondag na de massale betoging met een ongelooflijke lef dat het volk zich ‘achter de president had geschaard’. Het omgekeerde is waar. De overgrote meerderheid van de betogers kwam op straat om haar afgrijzen voor de aanslag te uiten. De betogers verwerpen het racisme, spreken zich uit voor solidariteit en tegen het godsdienstig fundamentalisme, voor vrijheid van meningsuiting, allemaal gevoelens die niets te maken hebben met de persoon en het beleid van François Hollande.
We moeten elke poging van regeringen, de Franse regering in de eerste plaats, verwerpen om van deze aanslag gebruik te maken om ‘antiterroristische wetten’ te stemmen die onze democratische rechten kortwieken en die de moslimbevolking in onze steden en de jongeren in onze wijken stigmatiseren. Dergelijke wetten zullen ook gebruikt worden tegen vakbondsmensen, alle progressieven en bewegingen die de wereld willen veranderen.
De ‘Union Nationale’ waarop wordt gehamerd zal dienen om het rechtse soberheidsbeleid en de geplande privatiseringen van de regering sneller door te voeren. Frankrijk is met de aanslag tegen Charlie Hebdo ‘in staat van oorlog’ luidt de boodschap van de regering. Indien er één oorlog aan de gang is dan is het wel de sociale oorlog tegen de loontrekkenden, de werklozen en de vakbonden.
De Franse regering gebruikt deze aanslag ook om meer steun te verwerven voor haar imperialistische avonturen in Afrika en de rest van de wereld in naam van de strijd tegen het terrorisme. We kunnen ons verzet tegen deze imperialistische handelingen niet in de doofpot steken.
Het Front de Gauche (vooral communistische partij maar ook Parti de Gauche) trapt met open ogen in de val van de Union Nationale. Een verklaring van de PCF onmiddellijk na de moordpartij benadrukt de nood aan ‘nationale eenheid, los van elke filosofische, godsdienstige en politieke overtuiging’ in de geest van de ‘Republiek’ over deze ‘essentiële kwestie’. Zo een standpunt is volledig verkeerd. Hoe kan er nu eenheid zijn tussen racisten en uitbuiters aan de ene kant en antiracisten en uitgebuiten aan de andere kant, vooral over ‘essentiële kwesties’?
Dergelijke reacties ontwapenen de linkse mensen. Ook zorgen ze ervoor dat de linkerzijde aan aantrekkingskracht inboet bij mensen die verbolgen zijn over de schijnheiligheid van regeringen en rechtse partijen.
Het onmiddellijke gevolg van de terroristische aanslag is geen verzwakking van het staatsapparaat of van het imperialistische beleid of van het racisme en de islamofobie. Integendeel, met de betogingen in Duitsland tegen de veronderstelde ‘islamisering’ van Europa, de provocatieve uitnodigingen van de islamofobe schrijver Zemmour in Brussel en andere gebeurtenissen de laatste dagen, zien we een opflakkering van deze gevoelens. In de dagen na de aanslag tegen Charlie Hebdo werden er minstens vijftig aanslagen gemeld tegen moskeeën, Arabische snackbars en moslims in Frankrijk.
Links in Frankrijk moet dus breken met de ‘nationale eenheid’ en kiezen voor een beleid dat breekt met het kapitalisme en het imperialisme en het voortouw neemt in de strijd voor vrije meningsuiting en tegen alle racistische verdeeldheid.