De beweging van “De Gele Hesjes” in Frankrijk bevindt zich op een keerpunt. Geconfronteerd met een golf van radicalisme– wat het voortbestaan van zijn regering in gevaar brengt – heeft Macron zijn denigrerend toontje laten varen. Hij beloofde de belastingverhoging op brandstof – die aan de oorsprong lag van de beweging – op te schorten. Dit terugkrabbelen is het gevolg van weekendlange straatgevechten tussen duizenden betogers en de Franse politie. Alleen al in Parijs resulteerde dit in een 200tal gewonden en ten minste één dode.
De georganiseerde arbeidersklasse begint zich te roeren (alhoewel hun leiding zich zeer terughoudend opstelt), studenten betonen hun solidariteit, bezetten hun instellingen en schuiven hun eigen eisen naar voren. Maar ondanks de pogingen van Macron om de situatie te ontmijnen volgt de uitbarsting van woede en frustratie na jaren van bezuinigingen en ongelijkheid haar eigen logica en zal het niet gemakkelijk zijn om de geest terug in de fles te krijgen.
De gebeurtenissen van de voorbije zaterdag en zondag waren het derde onrustige weekend op rij in de Franse hoofdstad. Duizenden betogers trokken door de straten van Parijs – terwijl exacte cijfers ontbreken is het duidelijk dat er méér dan 100 000 actievoerders waren doorheen het land. Dit is minder dan het weekend ervoor (200 000 volgens de officiële telling, wat een grove onderschatting was) maar de sfeer was veel radicaler en de eisen verregaander dan de kwestie van de té hoge brandstofbelastingen. Onder bepaalde lagen van de beweging heerst er een revolutionaire en opstandige stemming. De 5000 die vorige zaterdag ’s middags langs de Camps Elysées trokken riepen slogans en droegen borden met “Alle macht aan het volk” en “Macron, aftreden nu!”. Velen hadden deze eisen ook aan hun hesjes bevestigd.
Klassenhaat
De beweging van “De Gele Hesjes” startte in kleine steden en landelijke gebieden doorheen Frankrijk (waar de inwoners op hun persoonlijk vervoer aangewezen zijn om op het werk te geraken en die extra zullen getroffen worden door de verhoging van de brandstofprijzen), onder hen veel vrouwen en alleenstaande moeders. De meeste zijn laagbetaalde werknemers, uit de IT-sector, de logistiek, de automobielsector, fabrieksarbeiders, kortom mensen die zeer vatbaar zijn voor de verhoging van de kosten van het levensonderhoud en de stagnatie van de lonen. Deze mensen uit de arbeidersklasse en de lagere middenklasse zijn het beu om jarenlang uitgeperst te zijn ten gevolge van de bezuinigingen en de verhoging van de kosten van het levensonderhoud. Zij geven uiting van hun diepe haat tegenover de rijken en de regering van Macron die hen vertegenwoordigt.
Zoals Idir Ghanes, een 42jarige werkloze computertechnieker uit Parijs verklaarde: “Wij hebben lage lonen en betalen té veel belastingen en de combinatie hiervan brengt meer armoede teweeg… aan de andere kant zien we dan de ministers en de president met hun exuberant hoge lonen” Andere betogers zoals Marie Lemoine, 62 (een lerares uit Provins) legt de pro-kapitalistische en huichelachtige houding van Macron’s politiek bloot: “Wij zijn de pineut, in plaats van de luchtvaartindustrie, de scheepvaart, en alle ondernemingen die veel meer vervuilen dan wij maar die geen belastingen betalen…. Macron is onze Lodewijk XVI en iedereen weet wat er met hem gebeurde”
Het klassenkarakter van “De Gele Hesjes” en hun aanvallen op de rijken kwam duidelijk tot uiting tijdens de betoging in Parijs zondag ll. Het rijke Westen en Centrum van de stad waren het doelwit van vandalisme, etalages van rijkelui’s winkels werden vernield en geplunderd, tientallen luxe auto’s in brand gestoken en de Arc de Triomphe besmeurd met grafitti en de slogan “De Gele Hesjes zullen overwinnen.” De betogers vielen de pas geopende winkel van Apple aan, en de luxe boetieks van Chanel en Dior, zij kalkten “Heilige Vernietiging” op een houten bord en hingen het op. Natuurlijk waren er ook criminelen en elementen uit het lompenproletariaat die van de gelegenheid gebruik maakten, maar dat maakte niet het gros uit van de beweging.
Beelden van vernieling werden overal in Frankrijk en in de internationale pers verspreid, in een poging om “De Gele Hesjes” in een kwaad daglicht te stellen en te verzwakken. Toch toonde een stemming van Harris Interactive aan dat er nog 72% steun is voor de beweging, net zoals 14 dagen geleden. In Parijs was er een wijdverspreide stemming van sympathie voor de betogers en hun woede werd als gerechtvaardigd aanzien. “Ik sta volledig achter ‘De Gele Hesjes’” zei George Dupont, inwoner van het 16e arrondissement van Parijs in “The Provence”: “de staat heeft zoveel geld gestolen van het Franse volk, het is tijd dat het teruggegeven wordt”. De hulp onderwijzeres Sandrine Lemoussu, 45j, die vanuit Bourgondië gekomen was om het protest te ondersteunen verklaarde dat mensen het gehad hebben met Macron. “De mensen zijn in opstand. De woede neemt toe en de president veracht de Fransen. We zijn hier niet gekomen om dingen kapot te maken, maar wij hebben er genoeg van”
Botsingen met de politie
De overheid was niet voorbereid op de omvang van het protest. Er waren veldslagen aan de top van de boulevard Champs Elysées en overal verspreid in de stad, aan de Opera en de Place de la Bastille. Ondanks het inzetten van waterkanonnen, stenguns, traangas en het gebruik van de blote wapenstok tegenover de menigte werd de politie in het nauw gedreven en moest zich meer dan ééns terugtrekken toen de betogers hen met projectielen bestookten. Frederic Lagache, van de politievakbond “Alliance” vroeg om het uitroepen van de noodtoestand en het inzetten van “legereenheden” om publieke monumenten te verdedigen en de politie te ontlasten.
Op sommige ogenblikken weigerde de politie simpelweg op te treden tegenover de betogers, zoals een video opname toont van de stad Pau, in het zuidwesten van Frankrijk, die via het internet verspreid werd. Op de film is te zien dat een line up van politieagenten, geplaatst tegenover een grote groep van “Gele Hesjes” hun helm afdoen en teken doen dat zij niet zullen aanvallen. Met veel applaus en gejuich van de betogers als resultaat. Uiteindelijk bleek dat dit geen uiting van sympathie was maar het resultaat van een afspraak tussen de Gele Hesjes en de politie: “wij zullen stoppen met demonstreren als jullie de riot guns weg doen”. Maar toch verhogen deze beelden het zelfvertrouwen van de beweging en tonen ze de zwakte van de politie aan.
Het is niet verrassend dat de kapitalistische klasse met afgrijzen reageert op deze protesten. Niet enkel omdat het slecht is voor het zakencijfer in deze periode rond Kerstmis, of wegens de tekorten aan de pompstations door de spontane blokkade van de verdeelcentra, maar vooral uit schrik dat deze beweging kan uitgroeien tot een bedreiging voor het regime. Jeanne d’Hautserre, de districtsburgemeester van het 8e arrondissement van Parijs, vlak naast de Arc de Triomphe, verklaarde aan BTM TV: “we leven in een sfeer van opstand; ik heb nog nooit zoiets meegemaakt!”. Vele regionale politieke verantwoordelijken zegden anoniem aan Le Monde “er heerst een explosieve en opstandige stemming”, of “we zitten in een prerevolutionaire situatie”. Zij voegden er ook aan toe dat het precies dat deel van de bevolking was dat in 1789 tegen de belastingen ageerde dat de revolutie deed ontbranden. Eén politieker concludeerde: “wat het meest tot uiting komt is de haat tegenover de president van de republiek”.
De hypocrisie van Macron
Macron (die veilig duizenden kilometer verder in de G20 meeting in Argentinië zat) reageerde op de gebeurtenissen van het weekend met het dreigement dat hij de noodtoestand zou uitroepen en het veroordelen van de vernieling met de uitspraak: “ik zal nooit geweld aanvaarden”. In het algemeen heeft de regering geprobeerd om verdeeldheid te zaaien in de beweging door het onderscheid te maken tussen het “gerechtvaardigd ongenoegen van vredelievende betogers” en “de radicaal gewelddadige groepen die de beweging geïnfiltreerd hebben. “Wat in Parijs gebeurd is heeft niets te maken met de vredelievende uiting van gerechtvaardigde woede”. Macron verklaarde aan het einde van de G20 bijeenkomst: “Geen enkele zaak verrechtvaardigt het geweld tegen de politie, het plunderen van de winkels, de aanvallen op journalisten en passanten, de ontheiliging van de Arc de Triomphe”. Ondertussen argumenteerde de minister van Binnenlandse Zaken, Christophe Castaner, dat “uiterst rechtse” en “uiterst linkse” elementen hebben aangemoedigd “die boel kwamen schoppen”.
Het is correct dat er elementen uit het lompenproletariaat en extreem rechts actief waren in de betogingen van het voorbije weekend, maar dat is een zeer kleine minderheid. Vanaf het begin ontstond de beweging van De Gele Hesjes in die lagen van de samenleving waar ook de kiezers van het Front National, middenklasse elementen, de arbeidersklasse en de vakbondsmilitanten deel van uit maken. Maar wanneer de beweging begon te radicaliseren en de impact van de arbeidersklasse groeide werden delen van de rechterzijde uitgestoten en werden de klassentegenstellingen duidelijker. Bijvoorbeeld, een video die ook op internet verspreid werd toont dat Yvan Benedetti, de vroegere voorzitter van de Ultra Nationalisten “L’oeuvre Français” – hij is zelf gekleed in een fluo hesje – aangevallen wordt en door antifascisten uit de Gele Hesjes wordt verdreven.
Het is wel zo dat het gemis aan organisatie en leiding in de beweging mogelijkheden schept voor opportunisten. Dit zou kunnen opgelost worden door een doorgedreven participatie van de georganiseerde Franse arbeidersbeweging.
Macron’s veroordeling van “geweld” vanwege De Gele Hesjes is een voorbeeld van huichelarij gezien het feit dat de betogers slachtoffer waren van extreem geweld vanwege de Franse Staat. Er circuleren video’s die bendes politieagenten tonen die ongewapende en geïsoleerde mensen zonder pardon aanvallen.
Er is ook nog het geval van een 80jarige vrouw uit Marseille die werd gedood door een traangasgranaat, afgevuurd door de politie toen ze op haar balkon stond en dat van een 28jarige man die na een gevecht met de politie in een coma belandde. We mogen ook het vroegere geweld van de staat onder de regering Macron niet vergeten waarmee tegen betogingen en stakingen opgetreden werd (zoals tijdens de mobilisatie tegen de besparingen in 2017 en de spoorstakingen in het begin van dit jaar, geleid door de communistische vakbond) en het vele leed dat de Franse bevolking door de jarenlange besparingen werd aangedaan. De Gele Hesjes zijn de onafwendbare uiting van alle frustraties en pijn die door de Franse bevolking jarenlang werd opgespaard. Ze hebben eindelijk het breekpunt bereikt en hebben alle woede tegenover de regering losgelaten.
Solidariteit vanuit de basis
Zoals we reeds hebben gesteld hebben de leiders van de arbeidersbeweging afstand genomen van de Gele Hesjes, onder het motto dat “zij niet zullen mee optrekken met het Front National”. Maar op deze manier hebben ze de weg vrijgemaakt voor uiterst rechts, die de controle over de beweging probeert te krijgen om haar te laten ontsporen. Toch hebben verschillende basismilitanten van de communistische vakbond, tegen de eigen leiding in, solidariteitsacties opgezet van bij de start van de beweging en verschillende afdelingen (FNIC,UD13,UD31,..enz) hebben opgeroepen om te staken in solidariteit met de beweging tegen de verhoging van de belastingen op brandstof. Dit dreef de druk op de leiding op, zij gingen er uiteindelijk mee akkoord om op te roepen tot actie, zaterdag ll. Met als resultaat dat een aantal betogers – bestaande uit de Gele Hesjes en leden van de communistische vakbond – gezamenlijk opstapten langs de Place de la Republique in Parijs. Toch was deze betoging, door een gebrekkige planning, relatief klein. Ondanks dat waren de leden van de communistische vakbond, getooid in rode en gele hesjes, de gehele dag prominent aanwezig.
De omvang van het protest tegen Macron’s belastingverhoging heeft ertoe geleid dat een resem eisen en grieven van de gehele samenleving naar boven kwamen en dat verschillende lagen van de arbeidersklasse zich spontaan bij de strijd aansloten. Bijvoorbeeld, hebben tientallen ambulances zich vervoegd bij het protest toen paramedici slaags raakten met de oproerpolitie en blokkeerden ze de brug aan de Place de la Concorde, vlakbij het parlement. Bovenop de steun die ze bieden aan de strijd van de Gele Hesjes tegen de belastingverhoging, zijn ze ook gekant tegen een reeks sociale hervormingen in de gezondheidszorg. Ze vrezen dat dit een grote impact zal hebben op hun werk en de dienstverlening. Eén betoger vertelde aan Reuters: “Deze hervormingen zullen ons financieel kraken en onze ondernemingen kapot maken”
Ook de studenten hebben zich aangesloten bij de beweging. Vorige week hebben studentenvertegenwoordigers van enkele grote universiteiten (Montpellier, Nantes en Rennes) algemene vergaderingen samengeroepen om de nieuwe regeringsmaatregelen tegenover de studenten te bespreken. De inschrijvingsgelden zullen verhoogd worden, een selectieprocedure zal ingevoerd worden om de toegang tot prestigieuze richtingen moeilijker te maken. Deze vergaderingen stelden de kwestie om de beweging van de Gele Hesjes te vervoegen, gedeeltelijk om hun eigen eisen kracht bij te zetten. Wat de mogelijkheid biedt om een nationale studentenbeweging op te richten, in solidariteit met de Gele Hesjes.
Vervolgens zijn er de voorbije week blokkades geweest in meer dan 300 middelbare scholen over geheel het land, in Toulouse en in Créteil in de streek rond Parijs. Een aantal studenten werden gearresteerd toen de oproerpolitie naar de Jean-Pierre Timbaud school werd geroepen, ten Noorden van Parijs. Er doen video’s de ronde waarin te zien is hoe de politie traangasgranaten afvuurt op teenagers, die terugvechten wanneer de politie oprukt. Ongeveer 1000 leerlingen, velen met Gele Hesjes, betoogden in Nice, al roepend “Macron, aftreden!” en foto’s tonen dat de politie in Bordeaux de wapenstok hanteert tegen de jonge betogers. In een andere betoging in Marseilles, werden leerlingen beschermd tegen de oproerpolitie door stewards van de communistische vakbond. Zowel de universiteitsstudenten als de middelbare scholieren namen het voorbije weekend deel aan de verschillende betogingen.
Een gedeeltelijke terugtocht
Toen de druk verhoogde op de regering Macron, werd tijdens een vergadering met de oppositieleiders vorige maandag de eerste minister Edouard Philippe, van alle kanten gevraagd om het protest in de kiem te smoren door de belastingverhoging te schrappen. Marine Le Pen, in een poging om haar blazoen op te poetsen riep de regering op om de belasting op brandstof teniet te doen, terwijl Jean-Luc Melenchon niet enkel opriep om “de belasting onvoorwaardelijk en onmiddellijk in te trekken” maar ook aan Macron om een stap opzij te zetten.
De regering besliste uiteindelijk dat de belastingverhoging voorlopig zou opgeschort worden, in een poging om de betogers te paaien. Stanislas Guerini, die zaterdag verkozen werd als nieuwe leider van Macron’s partij “La republique en marche” verklaarde aan RTL: “we moeten terug rust brengen in het land”.
Terwijl deze gedwongen terugtocht een bewijs is van de kracht van de Gele Hesjes, is het in werkelijkheid een zeer kleine tegemoetkoming die niets zal oplossen. Deze belasting komt nog eens bovenop tientallen jaren van belastings- en tariefverhogingen die reeds tot 2019 ingepland werden. Deze maatregel is enkel bedoeld om de beweging te verdelen en het protest te verminderen en de regering de tijd te geven om zich te hergroeperen. Het zou wel eens te weinig en te laat kunnen zijn, gezien de zeer radicale conclusies die de Gele Hesjes reeds trokken, zij zijn reeds veel verder dan de kwestie van de brandstofprijzen. Dit is een beweging geworden over de voortdurende onrechtvaardigheid van de Franse maatschappij. Terwijl sommige gematigde lagen zouden kunnen stoppen, zal de meerderheid niet tevreden zijn tot de regering Macron ten val is gebracht. Daarenboven is de beweging internationaal verspreid. Betogers in België vernielden vrijdag verschillende politievoertuigen en gooiden stenen naar het kantoor van de eerste minister, Charles Michel. Zij vroegen zijn ontslag en hekelden de hoge belastingen en de prijsstijgingen van de basisproducten, de lage lonen en pensioenen. Deze “copy-cat” betogers droegen Gele Hesjes en blokkeerden de straten in Brussel en hielden het verkeer tegen. Het valt nog te bezien of dit een echte trend is of een korte opflakkering, maar het toont aan dat er dezelfde sociale tegenstellingen bestaan over geheel Europa.
Het probleem van de leiding
Doorheen de gehele beweging van de Gele Hesjes is het grootste probleem het gebrek aan coördinatie en een behoorlijke leiding. Er zijn elementen in de beweging die zich verzetten tegen een “politieke” vertegenwoordiging onder de vorm van partijen of vakbonden, zij stellen de beweging voor als een “anti politiek” fenomeen. De Gele Hesjes hebben geen formele structuur of een verkozen leiding, enkel “woordvoerders”, die een weerspiegeling zijn van het heterogene en verwarde politieke karakter van de beweging. Sommigen onder hen bevinden zich ter rechterzijde zoals Christophe Chalençon, die Macron opriep om ontslag te nemen ten voordele van Generaal Pierre de Villiers: een reactionair, voormalig hoofd van de Franse strijdkrachten, die Chalençon een “echte leider” noemde. Naarmate de beweging volwassener wordt en meer radicaal, zal het dergelijke figuren overstijgen. Gematigde woordvoerders zoals Jacline Mouraud en Benjamin Cauchy (deze laatste werd uit de Gele Hesjes beweging van Toulouse gezet) wilden een uitnodiging om te onderhandelen met de eerste minister aanvaarden, maar ze moesten dit idee laten varen, onder druk van de woede van de basis die hen ervan verdacht de beweging uit te verkopen en de meer radicale eisen te laten vallen, zoals de ontbinding van de kamers.
Er moet een oproep gelanceerd worden naar de Gele Hesjes om nationale vergaderingen bijeen te roepen (wat op sommige plaatsen reeds gebeurde), waar een leiding kan verkozen worden die democratisch aansprakelijk is en die de energie van de straat kan vertalen naar een programma van actie. Deze oproep zou perfect door de vakbond kunnen gebeuren maar tot nog toe heeft men de gelegenheid nog niet benut. In realiteit heeft de arbeidersbeweging alle ruimte om de leiding en een radicaal klassenprogramma aan de Gele Hesjes aan te bieden. De vakbonden en de beweging “France Insoumise” in het bijzonder zouden het momentum dat de Gele Hesjes gecreëerd hebben moeten gebruiken om een algemene strijd tegen Macron te starten. De actuele politiek van de leiders van de arbeidersbeweging is allesbehalve. De communistische vakbond roept op tot “een grote actiedag op 14 december”, wat, gezien het ritme van de gebeurtenissen veel te lang is om op te wachten. Daarenboven, heeft de beweging reeds “vele grote actiedagen” meegemaakt maar met bitter weinig resultaat. Wat we nodig hebben is een algemene 24uur staking, als een startpunt voor een reeks van stakingen met de bedoeling de regering ten val te brengen.
“France Soumise”, dat moet gezegd worden was kritisch tegenover de aarzeling van de communistische vakbond en heeft de eisen van de Gele Hesjes van bij het begin gesteund. Maar toch hebben ze ook Macron opgeroepen om een aantal “progressieve” eisen in te willigen (zoals het afschaffen van de belastingverhoging op brandstof, het herintroduceren van een belasting op grote fortuinen en het toekennen van 40 biljoen euro subsidies aan ondernemingen die instaan over “ecologische veranderingen”) of op te stappen. Dit is zeer utopisch: Macron zal noch het een noch het ander doen, hij zal kleine toegevingen doen en repressief blijven optreden. In plaats van Macron te dwingen een weg uit de crisis te zoeken, zouden ze beter uitleggen dat er geen oplossing mogelijk is in het huidige burgerlijke regime. De enige oplossing is de Macron regering wegkrijgen, die toch enkel de belangen van de kapitalistische klasse dient. Maar Mélenchon heeft nog geen klaarheid gegeven over de klassentegenstellingen die zich achter dit conflict bevinden. Hij heeft het klassenkarakter van de Gele Hesjes geminimaliseerd, hij beschrijft ze als “een revolutie van de inwoners” door “een nieuwe historische actie: het volk”.
Maar geen enkele eis van de beweging die verder gaat kan bekomen worden zonder klassenstrijd. De beweging heeft het vermogen om het land lam te leggen en de regering monddood te maken zoals in mei 1968 gebeurde. Daarom is een gecoördineerde en algemene staking die de arbeiders van alle sectoren samenbrengt met de geradicaliseerde jeugd de enige weg naar de overwinning. Wat er ook moge gebeuren, het is duidelijk dat er een nieuw hoofdstuk in de klassenstrijd in Frankrijk is aangebroken. Waar, zoals Engels het stelde, de klassenstrijd altijd tot de finish wordt uitgevochten.