Als we de pers moeten geloven dan waren de verkiezingen in Peru en Colombia een zware tegenslag voor de Bolivariaanse Revolutie onder leiding van president Hugo Chavez. De revolutie die zich vanuit Venezuela over Latijns-Amerika verspreidt, zou gestopt zijn aan de grenzen van Colombia en Peru. Dit is een verdraaiing van de feiten.

In Colombia is de marionet van Washington, Alvaro Uribe, inderdaad met 62 procent van de stemmen herkozen tot president. Daarbij moet dan wel gezegd worden dat 60 procent van de bevolking niet is komen opdagen! Zou dat iets te maken kunnen hebben met het feit dat het regime een ware terreur voert tegen de linkerzijde, met als alibi de strijd tegen de guerrilla? Colombia wordt door Washington tot de tanden bewapend en is een echte voorpost van het Amerikaanse imperialisme geworden.

Ondanks die repressie neemt de klassenstrijd de laatste drie jaar gestaag toe. Er waren algemene stakingen en mobilisaties tegen het vrijhandelsakkoord met de VS. Het zwaartepunt van de sociale strijd is verschoven van de guerrilla naar de vakbonden. Dat kreeg ook al een politieke vertaling. Drie jaar geleden won de linkse Polo Democratico, gebaseerd op de oude Communistische Partij, de burgemeestersjerp in de hoofdstad Bogota. Deze partij haalde bij de recente presidentsverkiezingen de tweede plaats met 22 procent van de stemmen. De traditionele regerende partijen, de Liberalen en de Conservatieven, zijn zo goed als verdwenen, wat een duidelijke aanwijzing is van de politieke crisis in Colombia. Linkse partijen maakten jaren geen enkele kans, maar nu is de Polo Democratico serieus doorgebroken en dat werd dan ook met veel enthousiasme gevierd door tienduizenden Colombiaanse arbeiders.

Hetzelfde in Peru. Vanuit het niets haalde de radicale kandidaat Ollanta Humala 31 procent bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Dit was de hoogste score. Lourdes Flores, de kandidaat van Washington en de Peruaanse bourgeoisie, haalde niet eens de tweede ronde, terwijl enkele maanden voordien de peilingen stelden dat zij makkelijk zou zegevieren. Hoewel Humala een dubbelzinnig figuur is, associëren de massa’s hem met radicale hervormingen ten gunste van arbeiders en boeren. Uiteindelijk won de centrum-linkse Alan Garcia in de tweede ronde nipt van Humala, met 53 tegen 47 procent. Maar je kan toch moeilijk gaan beweren dat 47 procent een slecht resultaat is voor iemand die tot voor kort een onbekende was in de Peruaanse politiek? Bovendien lanceerden de media een regelrechte smeercampagne tegen Humala, waarbij ze hem banden met de vroegere dictator Fujimori verweten. Als reactie op die anticampagne begon hij zich steeds gematigder op te stellen en afstand te nemen van de Venezolaanse president Chavez en zijn Boliviaanse collega Morales. Het gevolg was dat er geen verschil meer leek te bestaan tussen Humala en Alan Garcia zodat een gedeelte van de ‘vlottende’ kiezers maar koos voor de minst ‘twijfelachtige’ kandidaat.

De bourgeoisie en het imperialisme vrezen niet zozeer Humala zelf, die door zijn voortdurende matiging bewijst dat hij bij hen in het gevlij wil komen. Wat zij vooral vrezen is dat de verkiezing van Humala een oncontroleerbare beweging van onderuit zou veroorzaken. De recente gebeurtenissen in Bolivia na de verkiezing van Evo Morales bevestigden die vrees. Op 1 mei kondigde Morales de (gedeeltelijke) nationalisatie van de gas- en oliebedrijven aan en hij stuurde alvast soldaten naar de gasinstallaties om te tonen dat het menens is. Het Boliviaanse volk wil zich niet langer laten plunderen door multinationals. Bij besprekingen met de EU bestempelde Morales in een persconferentie buitenlandse oliebedrijven als “bandieten”, iets wat de vertaler niet durfde vertalen! Bovendien kondigde hij ineens voor de Europese media aan dat zijn regering het hier niet bij zou laten, ook het grootgrondbezit zal (opnieuw gedeeltelijk) genationaliseerd worden en onder de landloze boeren verdeeld.

Het verwondert ons dan ook niet dat de Europese Volkspartij (de rechtse fractie waarin voor België CD&V, CDH en N-VA zetelen) probeerde om Morales in het Europese parlement te boycotten. Eerst diende de EVP een motie in die “de schending van de mensenrechten in Bolivia” aan de kaak stelt. Volgens de EVP zijn de nationalisaties van de olie- en gasindustrie een schending van de mensenrechten! Uiteindelijk stemde het parlement deze waanzinnige motie weg, waarop de EVP dan maar besloot om de bijeenkomst met Evo Morales te boycotten door van hun zitplaatsen weg te stappen. Het is dus zeker niet alleen Washington dat de anti-imperialistische maatregelen in Latijns-Amerika met verbeten haat volgt. Daarom dat het zo belangrijk is ook in Europa de solidariteit te organiseren.

Lees ook:

  • A Balance Sheet of the Elections in Peru and Colombia
  • Balance de las elecciones en Perú y Colombia
  • Tijdschrift Vonk

    layout Vonk 326 1 page 001

    Activiteiten

    Onze boeken

    Onze boeken