Ter ere van 10 jaar revolutie in Venezuela kwamen zo'n 150 mensen dit weekend samen in Brussel om hun solidariteit te uiten en om een balans op te maken van de verwezenlijkingen en de toekomst van dit Latijns-Amerikaanse land. Wat meteen opviel was de grote verscheidenheid van de deelnemers: latino's, Vlamingen, Franstaligen, jongeren, syndicalisten - allen zien in Venezuela een voorbeeld en een aanzet tot een betere en rechtvaardigere wereld, het socialisme in de praktijk.
plenaire sessie |
De dag begon met een welkomstwoord van Guy Tordeur, vakbondssecretaris van ACV Brussel-Halle-Vilvoorde. "Het casinokapitalisme is in crisis. Daarom is het belangrijk dat alternatieve experimenten zoals in Venezuela meer bekendheid krijgen." Het aantal activiteiten en de belangstelling voor Venezuela in vakbondskringen is aan een serieuze opmars bezig. Er is sprake van een groter engagement vanuit de vakbonden voor een links alternatief. Tordeur riep op tot een groter en beter internationaal samenwerkingsverband in de vakbeweging. In deze geglobaliseerde wereld moeten we over landsgrenzen heen werken en ons realiseren dat de strijd in Venezuela ook onze strijd is. Hij pleitte dan ook voor de internationale erkenning van de UNT binnen de vakbeweging.
Hierna volgde een debat met een aantal internationale gasten: de ambassadeur van Bolivia, diplomaten van de ambassades van Venezuela en Cuba, en Eric Toussaint, voorzitter van het comité voor de opheffing van de Derde Wereldschuld.
De ambassadeur van Bolivia, Mr. Enchauste, had het over de paradox die ontstaan is door de financiële crisis: de meest kapitalistische landen moeten noodgedwongen nationaliseren. Het valt op dat dit zeer snel aanvaard werd door de meerderheid van rijke landen - hoewel ze hun verontwaardiging niet onder stoelen of banken steken als een Latijns-Amerikaans land economische sectoren zelf willen beheren en dus nationaliseren. Dat gebeurt echter met dit verschil: deze laatste nationaliseren voor het volk, niet ondanks het volk. Met de opbrengst van deze nationalisaties bestrijden ze analfabetisme, zorgen ze voor een degelijke huisvesting en gezondheidszorg enzovoort. Ook deze spreker benadrukte de toenemende samenwerking en integratie van Latijns-Amerika, wat van belang is voor het slagen van de sociale en economische revolutie.
De Cubaanse diplomaat, Mr. Perera, had het over de rol van de socialistische partijen overal ter wereld. Zij moeten hun rol spelen en de verdediging van de arbeidersklasse opnieuw tot hun hoofdtaak maken. Deze financiële crisis maakt voor een groot publiek in één klap duidelijk dat een onverantwoord economisch systeem aan de basis hiervan ligt en niet hervormd kan worden. Hij wees er ook op dat we ons dringend moeten bezinnen over de toekomst - niet alleen van ons economisch systeem maar van de gehele mensheid. "In 2030 zullen we twee planeten nodig hebben om op deze manier te blijven verder gaan." En dat terwijl twee derde van de wereld nog steeds in schrijnende omstandigheden leeft. Hij noemde het treffend dat banken zonder verpinken hulp krijgen, maar dat sociale projecten zoals steeds in de kou blijven staan, terwijl zij het meest nodig zijn.
Eric Toussaint op zijn beurt wees erop dat we hier niet mogen spreken over een financiële crisis - dit is een crisis van het systeem. Een systeem dat niet op te lappen valt maar radicaal veranderd moet worden. Deze crisis wordt ook gekenmerkt door het internationale aspect ervan. Zo voorspelt hij een sombere toekomst voor Latijns-Amerika als het de alternatieven niet serieus durft nemen. Door de crisis dalen de exportprijzen en zijn er dus minder inkomsten, maar daar komt nog bij dat verschillende banken in Latijns-Amerika eigendom zijn van Amerikaanse banken. Daarom is het van belang dat meer landen het voorbeeld van president Chavez volgen en de banksector zoveel mogelijk nationaliseren.
Ook Robert Bonillo, een raadgever van de Venezolaanse minister van Planning, was aanwezig, en dat in volle verkiezingsstrijd. Hij kon ons met trots vertellen dat de Venezolaanse economie vorig jaar met 4,6 procent gegroeid is, terwijl het basisloon 10 procent gestegen is en de werkloosheid terug gebracht werd van 20 tot 7 procent. Hij had eveneens aandacht voor de nationalisering van het petrochemische bedrijf PVDSA en van de cementindustrie, waardoor de sociale woningbouw een hoge vlucht heeft genomen en allerlei sociale projecten gefinancierd worden. De winsten worden niet meer verdeeld over 2 procent van de bevolking, maar de volle 100 procent. Tevens had hij aandacht voor het ideologisch gevecht dat opnieuw oplaait in de hele wereld: "Er heerst al geruime tijd een hegemonie van het neoliberalisme. In Venezuela vinden wij al tien jaar dat we ideologische elementen moeten naar voor schuiven voor het volk. De oplossing voor de crisis hangt af van de ideologie."
Na het debat konden de aanwezigen hun licht gaan opsteken in workshops. De meest bezochte was die over de befaamde misiones, de sociale projecten van de regering Chavez. Hier gaf Pol De Vos eerst een algemene kijk op de hervormingen, die werd aangevuld door de ervaring van Alessandra Moonens, dokter die zes maanden in Venezuela vertoefde. Een andere workshop ging in op de rol van de arbeiders in de revolutie. ACV-militant Sebbe Vandeputte trok in juni door Venezuela en maakte de strijd bij SIDOR en de onderaannemingen ‘live' mee. Vervolgens sprak Kris Vandael, woordvoerder van het ABVV bij Total. Hij nam deel aan de eerste officiële Belgische vakbondsmissie naar Venezuela. Ten slotte zorgden Georges Spriet van Vrede vzw en Wim Benda, waarnemer bij de verkiezingen van 2006, voor een duidelijk beeld van de democratie en de vrije meningsuiting.
Tijdens de pauzes konden de deelnemers terecht bij verschillende stands, waaronder die van de Vrienden van Cuba, ICS en Vrede. Aan de stand van Handen Af van Venezuela verkochten we voor 140 euro aan materiaal.
De solidariteitsdag werd afgesloten met een balans van 10 jaar revolutie, met verschillende sprekers zoals Robert Bonillo, Paul-Emile Dupret en Freddy Pulecio. Tijdens zijn toespraak benadrukte Erik Demeester van Handen Af van Venezuela dat we het beeld moeten rechtzetten dat velen hier in Europa hebben van Chavez en Venezuela. Het is de revolutionaire volksbasis die de veranderingen en de revolutie zelf afdwingt en op een steeds dieper niveau brengt. Zij is de voortstuwende kracht van de revolutie, niet in het minst door de impact die de misiones hebben, een emancipatie met actieve deelname aan het politieke leven als gevolg. Erik waarschuwde evenwel voor wat men in Venezuela de vijfde colonne noemt: de bureaucraten in de Bolivariaanse beweging zelf.
Jesus Pino van het Revolutionaire Front van Staalarbeiders was speciaal voor deze meeting uit Venezuela gekomen. Hij wees op het grote belang van arbeidersparticipatie, -controle en -beheer. De Venezolaanse ervaring leert ons dat dit zorgt voor een efficiëntere manier van werken. Beslissingen over het werk worden immers genomen op de werkvloer zelf en niet door een schare managers. Dit verhoogt de productie, de efficiëntie én betrekt de arbeiders bij het productieproces.
Erik Demeester dankte tot slot alle vrijwilligers, sprekers en de tolken. Onder meer door een grondige voorbereiding en schitterende powerpointpresentaties is er een divers en waarheidsgetrouw beeld ontstaan van het revolutionaire Venezuela.
Op naar een derde solidariteitsdag!
Een ‘fiesta caliente' zorgde in de Metteko voor een mooie afsluiter.
Zie hier voor meer foto's.