Het aanhoudende verzet in Irak lijkt stilaan de Amerikaanse bevolking wakker te schudden. De voortdurende beelden van dood en vernieling die men in de VS dagelijks over zich heen krijgt, zorgen eindelijk voor een verschuiving in de publieke opinie.
Slechts 39 procent van de bevolking staat nog achter de oorlog in Irak. In april 2003 was dit nog 72 procent. 57 procent van de Amerikanen is ervan overtuigd dat de regering hen opzettelijk heeft misleid met verhalen over massavernietigingswapens en 42 procent vindt dat Bush vervolgd moet worden als blijkt dat hij het volk wat heeft voorgelogen. Zelfs Amerikaanse politici stellen zich steeds meer vragen bij de oorlog.
Het volk heeft zich lang afwachtend opgesteld. Ze geloofden dat men in Irak op zoek was naar verbanden met de aanslagen van 11 september, naar massavernietigingswapens, geheime laboratoria enzovoort. Werd dit gevonden? Neen. Men arresteerde Saddam, maar heeft het Irakese volk het nu beter? Integendeel, ze worden nog steeds onderdrukt, van vrijheid en democratie is nog steeds geen sprake. Ze hebben het zo mogelijk zelfs nog slechter dan voorheen. Ze moeten het nu stellen zonder water en elektriciteit en de kans om slachtoffer te worden van een zelfmoordaanslag of een geliefde te verliezen is groter dan waar ook ter wereld. Ze leven in voortdurende angst, alles werd hen afgenomen.
Maar ook de Amerikanen lijden. Meer dan 1700 soldaten vonden reeds de dood in Irak. Tienduizenden zijn gewond of getraumatiseerd. Het geduld van de bevolking is op. Bush en de zijnen spreken elkaar voortdurend tegen wat betreft het verdere verloop van de oorlog. Vice-president Dick Cheney is er rotsvast van overtuigd dat de oorlog weldra zijn laatste stuiptrekking kent. Enkele dagen later echter beweerde Defense Secretary Donald Rumsfeld dat de oorlog nog jaren kan duren. Tevens zegt Rumsfeld dat er voortdurend onderhandelingen zijn met de Irakese rebellen, terwijl woordvoerder van het leger George Casey tijdens dezelfde persconferentie beweerde dat dit niet het geval is.
Al deze tegenstrijdigheden zorgen er natuurlijk voor dat de geloofwaardigheid van de Amerikaanse gezagshebbers dag na dag slinkt. Bush en co hebben absoluut geen zicht op de situatie, zoveel is duidelijk. Ze staan zo ver buiten de realiteit dat ze ervan overtuigd zijn dat hun overwinning nog slechts een kwestie van tijd is. Deze pretentie zal hen duur te staan komen want deze oorlog is niet te winnen. Ze kunnen niet langer beweren dat ze de sterkste zijn, want Irak slaat hard terug, harder dan ze verwacht hadden. Wat de Amerikaanse regering ook doet, verliezen zullen ze. Als ze hun troepen terugtrekken dan zal het Irakese marionettenregime onmiddellijk vallen en vervangen worden door een anti-Amerikaanse regering. Als het Amerikaanse leger blijft dan bloeden de VS zichzelf financieel dood en zal de situatie op het thuisfront steeds explosiever worden, net zoals ten tijde van Vietnam.
Zij die gekant zijn tegen de oorlog en de Amerikaanse acties in Irak in vraag stellen, worden door Bush en zijn regering geïntimideerd en ervan beschuldigd de Amerikaanse soldaten te demotiveren. Ondertussen doet het Pentagon er alles aan om de met dood en geweld doorspekte beelden en verhalen uit het Midden-Oosten te beperken, in een poging het Amerikaanse volk niet langer ongerust te maken. Ze gaan ervan uit dat de bevolking dom genoeg is om te geloven dat wat men niet ziet er ook niet is. Hoe minder schokkend de berichtgeving uit Irak, hoe beter. Zij die er wonen of gelegerd zijn, hebben daarentegen nog steeds elke dag af te rekenen met de horror die de oorlog met zich meebrengt.
‘Vietnamisering’
De oorlog in Irak vertoont veel gelijkenissen met die destijds in Vietnam. Bush koos, net als zijn voorganger Nixon, voor geheimhouding van de opstelling van de troepen. Meer zelfs, er is gewoonweg geen vaste opstelling. Net zoals in Vietnam is elke stad of dorp een mogelijk gebied voor gevechten. Elke Irakees, hoe jong ook, is een potentiële vijand. Iedereen kan sterven, niets is zeker. Men heeft hetzelfde doel als destijds in Vietnam, namelijk een uitputtingsoorlog voeren in een poging het verzet de kop in te drukken. Een straatje zonder eind natuurlijk want het lijkt wel of de Irakese rebellen steeds doeltreffender worden in het maken van oorlogsslachtoffers. Amerikaanse eenheden plegen regelmatig aanvallen op dorpen en gebieden om er de rebellen te doden en te verjagen. Toch beweert generaal en woordvoerder George Casey dat “het bestoken van de vijand op de ene plaats, zorgt voor de opkomst van de vijand op een andere plaats” en dat het dus een foute strategie is.
De Amerikaanse bevelhebbers geven dan ook met tegenzin toe dat de Irakezen hen steeds een stapje voor zijn als het gaat over aangepaste en verbeterde explosieven. Telkens wanneer Amerikaanse soldaten het risico nemen zich buiten hun beveiligde basis te begeven, komen ze terecht in een mijnenveld dat voortdurend, dag na dag, uur na uur verandert. De Amerikaanse troepen verbeterden en beveiligden hun tanks om zo de explosieven te weerstaan. Maar de Irakezen kwamen met nog zwaardere explosieven, waar geen tank tegen bestand was. Het doden van Irakezen blijkt een sneeuwbaleffect te hebben, of om het met de woorden van luitenant-kolonel Frederick P. Wellman te zeggen: “Als we er één doden, komen er drie andere bij.” En dus moeten de Amerikanen toegeven dat de Irakezen sterker, slimmer en georganiseerder zijn dan ze gedacht hadden.
De vergelijking met Vietnam kan nog verder doorgetrokken worden. In 1969 kwam president Nixon met een plan dat hij ‘Vietnamisering’ noemde. Bedoeling was om het Zuid-Vietnamese leger op te leiden, zodat zij het konden overnemen van de Amerikanen en de strijd tegen de Viet Cong en het Noord-Vietnamese leger konden voortzetten. Ook Bush heeft zulke plannen. Hij wil een groot aantal Irakezen opleiden, zodat zij de oproerlingen in Irak het hoofd kunnen bieden en Amerikaanse troepen zich met een gerust hart kunnen terugtrekken. Het bezettingsleger en de regering hebben de hoop op een militaire oplossing al lang opgegeven. Zij hopen dat de Irakese rebellen zich aansluiten bij een politieke overeenkomst. Dit zal echter nooit gebeuren. Sommige groeperingen zouden dit misschien nog overwegen, maar de grote meerderheid gaat slechts voor één doel: weg met de Amerikaanse bezetting! De landsverraders in de Irakese regering zouden het geen dag uithouden zonder de steun van de VS. Het is dus onmogelijk om tot een deftige en vredige overeenkomst te komen. Tevens lijkt Bush te zijn vergeten dat de ‘Vietnamisering’ destijds een mislukking werd en dat de schandelijke evacuatie van de Amerikaanse troepen uit Vietnam voor altijd door de mensheid zal herinnerd worden.
De strijd van de Irakezen is gerechtvaardigd. En zelfs met de meest geavanceerde technologie ter wereld blijkt het onmogelijk een volledig land in bedwang te houden, ook al is het een verarmd en uitgeput land als Irak, dat reeds verzwakt was door decennia van oorlogen. Een samenhangende, goed georganiseerde legermacht opleiden blijkt veel moeilijker dan de VS aanvankelijk dachten. Door de zeer hoge werkloosheidscijfers kiezen veel Irakezen een gevaarlijke job als soldaat of (veiligheids)agent. Het is namelijk dit of verhongeren. Vaak zijn hele families van hen afhankelijk. Dit wil echter niet zeggen dat zij de bezetting steunen of goedkeuren. Duizenden onder hen verlieten hun post, weigerden te vechten of liepen midden tijdens het gevecht over naar de andere kant. Leden van de veiligheidsdienst voerden recent zelfs zelfmoordaanslagen uit op de Irakese politie en troepen.
End the occupation now!
De Amerikaanse regering dacht dat haar troepen met open armen ontvangen zouden worden. Ze hebben zich ruim overschat. De Irakese bevolking is duidelijk tegen de aanwezigheid van de Amerikaanse troepen. Het Amerikaanse volk heeft genoeg van het geweld en ziet hun troepen dan ook het liefst terugtrekken. Miljoenen Amerikanen beginnen zich te realiseren dat de oorlog voor hen geen enkel nut heeft en nooit zal hebben. De toestand in het Midden-Oosten is niet gestabiliseerd. Na de recente aanslagen in Londen bevestigden ook topambtenaren dat de kans op aanslagen evenmin verminderd is. Verder bereikten de olieprijzen duizelingwekkende hoogten en de besparingen in eigen land om meer uit te geven aan oorlogvoering, lopen in de miljoenen.
Het zijn niet langer enkele anti-oorlogsactivisten die roepen dat het geweld moet stoppen, steeds meer mensen uit alle lagen van de bevolking sluiten zich hierbij aan. Onder hen Cindy Sheeham, die een zoon verloor in Irak. Haar woorden waren ontroerend maar tegelijkertijd een verpletterende waarheid. Haar beschuldigingen aan het adres van Bush zijn niet mis te verstaan: “Bush beweert dat het hard is een weduwe te troosten die haar man verloor in Irak. Hard is het pas als je op zondagavond zit te eten en je op CNN ziet hoe je zoon vermoord wordt. Dat is de laatste keer dat je nog geniet van een maaltijd. Hard is het wanneer drie officiers enkele uren later voor je deur staan om de moord op je zoon, je oudste kind, je oogappel, te bevestigen. Hard is het om je kind te moeten begraven, anderhalve maand voor zijn 25ste verjaardag. Hard is het om je andere drie kinderen vast te houden wanneer men de kist met hun grote broer in de grond laat zakken. Hard is het om jezelf te bedwingen, om niet mee in zijn graf te springen en je lichaam te laten bedelven onder het zand.” Cindy Sheeham schreef een brief gericht aan Bush waarin ze hem waarschuwde: “We houden u zeer nauwlettend in de gaten en zullen al het mogelijke doen om u in staat van beschuldiging te stellen voor het misleiden van het Amerikaanse volk ( ) Een politieke staak door uw zwarte hart rammen wordt mijn levensdoel.” Tienduizenden Amerikaanse en Irakese families delen haar gevoelens.
Ook de Amerikaanse soldaten in Irak zijn de oorlog meer dan beu. Nooit hadden ze verwacht dat de bezetting zo zwaar en lang zou zijn. De militaire acties in Afghanistan zijn eveneens uitputtend, om nog maar ter zwijgen van de mondiale ‘war on terrorism’. Steeds minder Amerikanen zijn bereid te dienen in Irak, waardoor het leger verplicht was 22.000 soldaten langer in Irak te houden dan afgesproken was. Zelfs de rechtsgezinde media uiten hun twijfels. Ook zij stellen het nut van de oorlog in vraag en zien de kans op een overwinning alsmaar afnemen.
Twee jaar geleden kon Bush de bevolking wijsmaken wat hij wou. Men geloofde de verhalen over massavernietigingswapens. Onder het motto “het doel heiligt de middelen” viel het Amerikaanse leger Irak binnen en maakte er een slagveld van. Met hun ego zo groot als het Empire State Building dachten de imperialisten dat ze de boel even gauw naar hun hand konden zetten en de wereld nogmaals konden laten zien hoe machtig en onoverwinnelijk ze zijn. Nu het er echter op lijkt dat de Irakezen overeind blijven, schiet er van dit sprookje nog bitter weinig over. Niet alleen in Amerika, maar overal ter wereld keren meer en meer mensen zich tegen Bush en zijn zinloze oorlog.
De bezetting moet stoppen! Het land moet terug aan de Irakezen gegeven worden. Het geld van de Amerikaanse bevolking mag niet langer gespendeerd worden aan het uitmoorden van een volk en de vernieling van een land, terwijl in eigen land ook nog eens miljoenen in armoede leven en er zogezegd geld tekort is voor gezondheidszorg, werk en opleiding. Daarom, stop de bezetting van Irak!!
Gebaseerd op The Iraq Quagmire Deepens van John Peterson op In Defence of Marxism.