De berichtgeving over de Amerikaanse voorverkiezingen kunnen we gerust een mediahysterie noemen. Alle aandacht gaat uit naar de krachtmeting binnen het Democratische kamp, tussen Hillary Clinton en Barack Obama. Over dat bitse gevecht krijgen we de smeuïge details, wat betreft inhoud blijven we echter op onze honger zitten. Er bestaat op dat vlak dan ook weinig verschil tussen beide kandidaten.
Toch zijn deze voorverkiezingen interessant voor wat ze onthullen. De immense onpopulariteit van Bush in acht genomen, maakt een Democratische kandidaat een goede kans om de presidentsverkiezingen winnen. De VS zou dan voor het eerst een vrouw of een zwarte als president hebben. Niet dat dit op zich een verbetering aankondigt. Margeret Thatcher was ook een vrouw en Mobutu een zwarte. Een vrouw of een zwarte kunnen evengoed een asociaal beleid voeren. Kijk maar naar de huidige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, de zwarte vrouw Condoleezza Rice.
Hillary Clinton werd steeds opgevoerd als de progressieve kandidaat die vecht voor de sociale zekerheid en voor een goede internationale verstandhouding. Dat is een leugen. Van alle kandidaten, Democratisch én Republikeins, kreeg Clinton de meeste campagnefondsen van de private medische sector en het verzekeringswezen. Voor wat hoort wat natuurlijk. Als ze verkozen wordt dan zou zij exact uitvoeren wat die kapitalisten willen. De Amerikaanse heersende klasse is immers niet idioot. Ze doen zoals gewoonlijk. Het liefst heersen ze via de Republikeinen, maar na verloop van tijd worden die zo onpopulair dat de kapitalisten even op het andere been moeten gaan staan: het Democratische been. De ondersteuning van Clinton leek daarbij de beste keuze. Ook de wapenindustrie redeneerde zo. Tegen begin december had Clinton al 52.600 dollar gekregen van de wapenindustrie. In haar eentje was zij goed voor de helft van het wapengeld aan alle Democratische kandidaten én voor tweederde van het wapengeld aan alle Republikeinse kandidaten! Wiens brood men eet diens woord men spreekt. Hillary is gewoon een kandidaat van big business of zoals ze in de VS zo gevat zeggen: Corporate America. In een interview met De Standaard zei documentairemaker Michael Moore: "Sarkozy is linkser dan Clinton."
Het interessante aan de voorverkiezingen is nu juist dat een groeiend deel van de Amerikanen dit ook begint te zien. Clinton moest verlies na verlies slikken omdat zij geassocieerd wordt met het establishment. Obama dankt daarentegen zijn pijlsnelle opkomst aan het aura van verandering dat rond hem hangt. En dat is op zich een symptoom dat de radicalisering van de arbeidersklasse die we al enkele jaren in verschillende werelddelen zien, steeds meer binnendringt in het hartland van het kapitalisme zelf: de machtige VS.
Wil dat dan zeggen dat Barack Obama de grote verandering gaat brengen? Dat hij zal kiezen voor de belangen van de onderdrukten? Daar geloven wij geen snars van. Als je naar het concrete programma van Obama kijkt, dan zie je geen grote sociale veranderingen. Wat we wel lezen, is dat hij de repressie tegen vluchtelingen aan de Mexicaanse grens wil opvoeren. We lezen nergens dat hij zijn vroegere steun aan de immens ondemocratische Patriot Act opgeeft. We horen van hem vooral veel holle woorden die op het gevoel inspelen, in de trant van: "De keuze is niet die tussen regio's, religies of geslachten, het gaat niet over rijk tegen arm, jong tegen oud of zwart tegen blank. Deze verkiezing gaat over het verleden tegen de toekomst." Dat klinkt mooi natuurlijk. Maar hoe ga je de rijken en de armen tegelijk verdedigen? Hoe kan je tegengestelde klassen verzoenen? Op een moment dat multinationals wereldwijd in een strijd op leven en dood zijn verwikkeld, op een moment dat kapitalisten onze sociale verworvenheden steeds verder uithollen, kan je rijk en arm niet verzoenen. En alle Democratische presidenten hebben in het verleden consequent voor de rijken gekozen.
Eender wie er aan het hoofd van de Democraten staat, een keuze tussen Republikeinen en Democraten is geen keuze. Het is dezelfde ‘keuze' als in het België van de 19de eeuw: die tussen conservatieven en liberalen. Als we vandaag hier slechts mochten kiezen tussen Open VLD en CD&V/N-VA dan zouden wij daar ook voor bedanken en werken aan een socialistische partij. In de VS ligt dat niet anders.