Volgens de media is de verkiezingsuitslag in Nederland de nieuwste aanwijzing van een ‘ruk naar rechts’ in Europa. Het succes van Le Pen, Haider, Bossi en Fini, het Vlaams Blok en een rist andere partijen in o.a. Scandinavië en Zwitserland lijkt inderdaad in die richting te wijzen. Extreem-rechtse partijen worden opgenomen in nationale regeringen (bijvoorbeeld in Oostenrijk en Italië) en in lokale stadsbesturen (Rotterdam) of ze kunnen sterk wegen op de vorming van de regering (Denemarken). Bovendien gebruiken de traditionele rechtse partijen de stemmenwinst van extreem-rechts als argument om een rechtser beleid te voeren dat liberale maatregelen koppelt aan een retoriek over ‘de veiligheid’ en racisme. Op het eerste zicht lijkt Europa dus te verrechtsen.
Toch is de werkelijkheid niet zo eenduidig. In Italië overspoelden twee à drie miljoen syndicalisten de straten van Rome in hun protest tegen de regering van Berlusconi. Frankrijk vierde 1 mei met meer dan 1 miljoen jongeren, vakbondsmilitanten en ander links volk op straat tegen Le Pen. Verscheidene Europese landen zagen bovendien in de afgelopen periode aanzienlijke mobilisaties van de antiglobaliseringsbeweging, met als hoogtepunten Genua (300.000) en Barcelona (500.000). We kunnen dus beter spreken over ideologische polarisatie tussen links en rechts dan over eenduidige verrechtsing.
De successen van extreem-rechts duiden vooral op een smeulende ontevredenheid in de samenleving. We leven in onstabiele tijden en dat drukt zich uit in het stemgedrag. De geschiedenis toont echter dat in zulke turbulente perioden mensen van de ene dag op de andere van mening kunnen veranderen. Want waar ze vooral naar op zoek zijn, is een politieke oplossing voor hun problemen.
De traditionele rechtse partijen (Conservatieven/Christenen, zoals de CVP in België) die het politieke landschap in Europa domineerden in de periode na de Tweede Wereldoorlog, hebben zich in de ogen van de arbeiders zwaar gediscrediteerd. Tijdens de grote naoorlogse boom tot de jaren ’70 kon de burgerij, de klasse achter deze partijen, nog toegevingen doen aan de arbeiders op basis van de sterke economische expansie. Vanaf de jaren ’80 waren die partijen echter de gangmakers van het neoliberaal beleid. Dat zorgde vanaf half jaren ’90 voor een reactie van de arbeidersklasse die over bijna heel Europa de sociaal-democraten in de regering stemden (bv. Labour in Groot-Brittannië, de Olijfboomcoalitie in Italië, de SPD in Duitsland en 'la gauche plurielle' in Frankrijk). Hoewel de sociaal-democraten van de arbeidersklasse een ticket voor verandering kregen, voerden ze in essentie een neoliberaal beleid in naam van de Derde Weg. Het mag duidelijk zijn uit de recente verkiezingsuitslagen dat die opportunistische draai van de sociaal-democratie naar de ‘vrije’ markt hen vooral windeieren heeft gelegd. Nu al horen we geluiden in de media dat de socialisten terug moeten verlinksen, opnieuw een symptoom van de polarisatie tussen links en rechts.
Indien die verlinksing van de sociaal-democratie zich inderdaad doorzet dan zal dat zeker zijn impact hebben op de arbeidersklasse, die hierin een alternatief zal zoeken. Dat zal mogelijkheden scheppen voor de heropbouw van een sterke linkerzijde. Als we de ‘verrechtsing’ willen counteren dan moeten we daartegenover een radicaal links alternatief stellen. Maar een nieuw radicaal (socialistisch) maatschappijproject ter linkerzijde zal zich pas echt doorzetten onder druk van straatmobilisaties. Om de socialistische schrijver Bertold Brecht te parafraseren: het gevecht tegen (extreem-)rechts houdt ook het gevecht in voor de straat. Daarom moeten we doorgaan op het elan van de antiglobaliseringsbeweging en wegen vinden om ook de ‘gewone mens’ met onze ideeën te bereiken.
Uiteindelijk toont de geschiedenis dat een krachtig links antwoord er maar komt als progressieve mensen iets doen, hun stem laten horen door actie te voeren. Jongeren hebben daar altijd een belangrijke rol in gespeeld door de frisheid van hun ideeën, hun geloof in een betere maatschappij en de volharding om dat geloof om te zetten in werkelijkheid. Vonk lanceerde daarom Jongeren tegen Verrechtsing, een jongerenbeweging tegen de ‘ruk naar rechts’. Wij nodigen iedereen die de verrechtsing wil stoppen uit om samen met ons actie te voeren in de komende periode. We laten rechts niet begaan, de toekomst is niet zwart!