“De grootste sociale achteruitgang in 80 jaar.”

Zo oordeelt de socialistische vakbond ABVV over de ‘supernota’ van de regeringsformateur Bart De Wever. Deze regressie heeft:

“[B]etrekking tot arbeidsomstandigheden, werktijden, lonen en dus koopkracht, collectieve rechten, sociale bescherming en openbare diensten. Met één pennenstreek wordt 80 jaar sociale vooruitgang van tafel geveegd.”

Een sociaal griezelverhaal, dat meer doet schrikken dan de bloedstollende Halloweenverhalen. Niet overtuigd? Hier vind je een greep uit de horrorlist.

  • Er wordt ingegrepen in de index die reeds voor een slechte en trage aanpassing zorgt van het kooprachtsverlies.
  • De loonblokkering via de loonnormwet wordt gehandhaafd.
  • Met de ene hand genomen (via de verhoging van de btw van 6% naar 9% en de afschaffing van het huwelijksquotiënt) wat met de andere hand werd gegeven via een nettoverhoging.
  • Het afschaffen van het huwelijksquotiënt zou een maandelijks verlies van gemiddeld €250 betekenen voor een half miljoen Belgische huishoudens, berekende de vakbond.
  • Een grote meerderheid van de vrouwen krijgt geen toegang meer tot het minimumpensioen door strengere loopbaanvoorwaarden.
  • Studenten een extra jaar moeten werken voor hun pensioen.
  • De werkloosheidsuitkeringen in tijd beperkt en alle sociale uitkeringen verlaagd.
  • Mensen met een ziekte- of invaliditeitsuitkering worden verder gebruuskeerd.
  • Het verbod op werken op zon-en feestdagen afgeschaft, evenals het verbod op nachtwerk in alle sectoren.
  • Het nachtwerk, waarbij werknemers recht hebben op extra loon, pas vanaf middernacht zal worden geteld in plaats van vanaf 20.00 uur. Meer werken voor minder loon dus.
  • De geleidelijke afschaffing van eindeloopbaanmaatregelen, zoals de landingsbanen en SWT, staat op de agenda.

U begrijpt het goed: een patronale ‘droomcoalitie’ is in de maak. De afgevaardigde bestuurder van het VBO, de patroonsorganisatie, was in zijn nopjes bij het lezen van de verkiezingsresultaten van 9 juni. “Dit is een unieke kans", gaf hij toe over de electorale overwinning van de rechtse partijen. Het is de kans voor een drastisch asociaal beleid zoals België er geen heeft gezien sinds voor de Tweede Wereldoorlog. De nota van de formateur leest als een doorslag van de eisen van VBO, VOKA en andere patroonsorganisaties.

De Arizonacoalitie is een bijna homogene rechtse regering. Op uitzondering van Vooruit, zijn alle partijen uitgesproken rechts met de gekende nuances tussen de reactionaire nationalisten van de N-VA, christendemocraten van de CD&V, Trumpistische liberalen van G.L. Bouchez en een valse ‘centrumpartij’, les Engagés. De deelname van Vooruit zegt veel over de politieke evolutie van wat vroeger nog ‘de socialisten’ waren. Sommige delen van de socialistische vakbond (de centrales van de transportsector, de logistiek en de metaalindustrie) zetten nog in op deze partij, maar velen niet meer. Vooruit gaat zeker geen verschil maken in het beleid van de volgende regering. Rechtse commentatoren zoals de hoofdredacteur van Trends Kanaal Z is er gerust in:

“Het is algemeen bekend dat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau er veel minder problemen mee heeft tegen de vakbonden in te gaan.”

Het is 10 jaar geleden sinds er nog zo een rechtse regering in het zadel werd gebracht. Daarvoor zat de socialistische familie, en dan vooral de Parti Socialiste in alle coalities sinds de jaren 80. De ‘unieke kans’ waarover de leider van het VBO praat is ook deze: een verzwakte PS, die niet alleen niet deelneemt aan de federale regering, maar ook haar Waalse en Franse machtsbasis heeft verloren met de vorming van een homogeen rechtse gewest -en gemeenschapsregering. Daarenboven is er ook in Vlaanderen een rechtse regering gevormd. “De sterren staan gunstig” moeten ze denken bij het patronaat. “Haal de kettingzaag maar boven”, en snel, roepen ze daar.

Verwachten ze dan geen sociaal protest? De vakbonden, de rode bond althans, beweerd in ‘weerstandsmodus’ te staan. De rechtse krachten weten dat er protest op komst is.

“Elke hervorming van de arbeidsmarkt”, schrijft de hoofdredacteur van Trends, “de sociale zekerheid en de pensioenen zal hard worden aangevochten met stakingen en betogingen. Dat sociaal protest zal niet alleen hevig zijn vanwege de hervormingen en de besparingen die nodig zijn. Als de vakbonden de hervormingen niet kunnen stoppen, is hun existentiële crisis compleet.”

Het patronaat verwacht wel duidelijk een sterke opflakkering van de klassenstrijd als gevolg van het beleid dat de volgende regering gaat voeren. Maar de hoofdredacteur van Trends ziet twee lichtpunten. Ten eerste wat hij zelf beschrijft als de:

“[R]edelijke strekkingen” in de vakbond, “beseffen zeer goed dat die blokkades nog lang kunnen nazinderen.”

Wat de vakbonden onder invloed van deze ‘redelijke strekkingen’ zal aanzetten tot gematigdheid in de acties. Ten tweede ziet Trends een verzwakking van de vakbonden, die ‘moeite hebben om buiten hun traditionele sectoren te groeien’ en wiens positie in de ‘traditionele sectoren is verzwakt’. Het voorbeeld van de verzelfstandiging van de 128 supermarkten bij Delhaize geldt hier als voorbeeld.

Nu gaan we niet ontkennen dat een aantal nederlagen de laatste jaren de vakbeweging in het defensief heeft gebracht. Maar de numerieke sterkte van de arbeidersklasse in de brede betekenis van het woord is wel vergroot en de economische macht van de werkende klasse eveneens. De echte zwakte van de vakbeweging bevindt zich niet daar. Deze bevindt zich in de eerste plaats aan de top, waar er geen vertrouwen heerst in de mobilisatiecapaciteit van de werkende klasse en vooral waar men niet kan denken en dus ook niet handelen buiten het bestaande kapitalistische systeem en haar kwalen. De klassenstrijd van de volgende periode zal hen verrassen en plaats moeten maken voor een nieuwe leiding op alle niveaus van de vakbeweging.