In het kapitalisme hebben ook oorlogen in essentie de bedoeling om de winsten van de kapitalisten te verhogen. Winnen zij de oorlog, dan opent dat voor hen de mogelijkheid om grote nieuwe markten te veroveren in de overwonnen landen, waar de industrie grotendeels vernietigd is. Verliezen ze, dan gebeurt natuurlijk het omgekeerde. Ook voor de kapitalisten is oorlog dus een zaak op leven en dood. Hoe pakken zij dit aan? Hoe organiseren de kapitalisten een oorlogseconomie? Vertrouwen zij op de markt? Welnee, in dergelijke omstandigheden ontdekken de kapitalisten opeens het belang van economische planning. Tijdens oorlogen doet de staat dienst als collectieve kapitalist, die de ganse industrie oplegt wat ze moet produceren om de oorlog te winnen, soms tegen het verzet van individuele industriëlen in.
Dit artikel maakt deel uit van het dossier: "Tegen Keynes."
Groei
Tussen 1940 en 1945 organiseerden verschillende federale agentschappen de volledige economie van de VS. De grootste was de War Production Board, maar er bestond ook een brede waaier van kleinere agentschappen, die zich bezighielden met deelaspecten zoals arbeid (de War Manpower Commission), commerciële scheepsbouw (de Maritime Commission) en prijzen (de Office of Price Administration) tot voedsel (de War Food Administration). Dat leidde tot een stijging van het BBP, dat bijna verdubbelde vergeleken met 1939 (van 1,222 biljoen tot 2,329 dollar, rekening gehouden met de inflatie)
Tewerkstelling
Door de oorlogseconomie verdween de werkloosheid als sneeuw voor de zon. Dit waren de cijfers:
1940 |
1941 |
1942 |
1943 |
1944 |
1945 |
14,6% |
9,9% |
4,7% |
1,9% |
1,2% |
1,9% |
Hierdoor werd ook de bevolkingsgroei opgevangen en bovendien werkten er drie miljoen meer vrouwen in loondienst dan in alle vorige perioden.
Vooruitgang voor de arbeidersbeweging
De vakbonden in de VS waren al sterk gegroeid tijdens de Grote Depressie, maar voerden toen een moeilijke strijd. Het aantal gesyndikeerden steeg van 10,5 miljoen in 1941 tot 14,75 in 1945. Bedrijven waar er een vakbondswerking was - een meerderheid van degenen die werkten voor de oorlogsinspanningen - kregen het recht om iedere arbeider die nieuw werd aangeworven, lid te maken,. De vakbondsbijdragen werden afgehouden via de loonfiche. In de zelfde periode stegen de lonen tussen de 20 en de 40 procent (afhankelijk van de staat).
Vooruitgang van de wetenschap
In tijden van oorlog komen er opeens onbeperkte kredieten vrij voor wetenschappelijk onderzoek. Natuurlijk was dit onderzoek bedoeld om betere wapens te ontwikkelen, maar steeds kregen ze later ook burgerlijke toepassingen. Het bekendste voorbeeld is wellicht het Manhattan project, dat de atoombom ontwikkelde. Het verzamelde de beste wetenschappers, maar stelde ook in totaal 100.000 mensen tewerk. Hiermee werd ook de basis gelegd voor energiewinning door kerncentrales. Tal van zaken die we nu kennen, vinden hun oorzaak in wetenschappelijk onderzoek uit de tweede wereldoorlog, zoals microgolfovens en lasers. De luchtvaart ging met sprongen vooruit, onder andere door de ontdekking van de radar.
Natuurlijk werden er ook in de andere oorlogvoerende landen grote ontdekkingen gedaan. In het Verenigd Koninkrijk legde Turing met zijn ontdekkingen, bedoeld om de codes van de Duitse vijand te kraken, de basis voor de latere ontwikkeling van de computer. Duitsland ontwikkelde lange afstandsraketten zoals de V1 en de V2, waarvan de technologie later zou gebruikt worden in de ruimtevaart. Penicilline was al ontdekt in 1929, maar werd pas in WO2 op grote schaal geproduceerd om de gewonde soldaten te verzorgen (voordien vond men dat te duur!). Zo werd de basis gelegd voor de ontwikkeling van antibiotica, een enorme vooruitgang voor de geneeskunde.
Belastingen
De totale hoeveelheid van geïnde federale belastingen, groeide van 4 miljard in 1939 tot 43 miljard in 1945. Degenen die meer dan een miljoen per jaar verdienden, werden voor 94 procent belast.
Socialistische planeconomie
Natuurlijk houden we hier geen pleidooi om een oorlog te beginnen, we willen vooral uitleggen wat er zou mogelijk zijn in een internationaal georganiseerde socialistische planeconomie. Dan zou - zoals in WO2 - de ene helft van de wereld niet moeten produceren om de andere helft kapot te maken. Industrie en wetenschap zouden niet worden ingezet voor het leger, maar voor zaken zoals de redding van het milieu en de bestrijding van armoede. Nieuwe ontdekkingen zouden onmiddellijk wereldwijd gedeeld worden. Het zou niet meer nodig zijn om de eigen ontdekkingen strikt geheim te houden voor de vijand en tegelijkertijd enorme inspanningen te leveren om de zijne te stelen via spionage, iets wat trouwens in vredestijd duchtig wordt voortgezet door landen en bedrijven. Er wordt dikwijls gezegd dat de strijd tegen de klimaatverandering enkel kan gewonnen worden als er inspanningen geleverd worden zoals in een oorlog, inspanningen die wereldwijd zouden moeten gebeuren. Onder het kapitalisme, met al zijn tegengestelde belangen, is dat volkomen utopisch. Enkel een internationaal democratisch socialisme kan dat garanderen.