De brutale roofmoord op een zeventienjarige jongen door twee even jonge gasten tart het begripsvermogen van veel mensen. Is een MP3-speler vijf dodelijke messteken waard? Wie is er bereid te moorden voor zo’n goedkoop spul op klaarlichte dag midden in een druk treinstation?
Niet alleen ons begripsvermogen wordt hier op de proef gesteld, maar ook onze morele normen. Zoiets schokt met de algemeen aanvaarde regels van menselijke omgang. Vandaar het veel herhaalde begrip van ‘zinloos geweld’. Toch moeten we dit begrip in vraag durven stellen. Dit geweld heeft wel een ‘zin’, het heeft een diepere betekenis. Maar omdat het zo vreemd is aan wat we onder de overgrote meerderheid van de mensen aanvaarden als gedragsregels, lijkt het geen ‘zin’ te hebben. Wat geen ‘zin’ heeft, is niet te verklaren. Wat niet te verklaren is, zorgt voor angst. Op zijn beurt versterkt deze angst de hulpeloosheid die veel mensen overmeesterde in de dagen na deze moord. Dit vormt de voedingsbodem voor een repressiever beleid (meer camera’s, meer blauw op straat, strengere straffen).
Welke is dan de mogelijke zin van deze roofmoord? In de eerste plaats herkennen we hier de algemene verharding van de menselijke relaties binnen een systeem dat ons waarden probeert over te brengen zoals competitie, individualisme, winstbejag en egoïsme. Deze waarden zijn de pilaren van het succes in deze maatschappij. Je gaat vooruit ten koste van iemand anders, je buur, je collega, een medeleerling. Alles draait in dit systeem om winst. Het effect van het winstbejag en competitie op de moraal heeft Marx zeer goed beschreven in zijn ‘Kapitaal’. “Als er voldoende winst is, wordt het kapitaal zeer onverschrokken. Vanaf 10 procent winst zorgt de kapitalist voor zijn eigen tewerkstelling, vanaf 20 procent wordt hij begerig, vanaf 50 procent wordt hij stoutmoedig, vanaf 100 procent is hij bereid elke menselijke wet met de voeten te treden, vanaf 300 procent is er geen misdaad waarvoor hij terugschrikt, geen enkel risico dat hij niet bereid is te nemen, zelfs niet om gehangen te worden.”
Het neoliberalisme als moderne vorm van het kapitalisme heeft die schade nog vergroot. Die moraal zet zich door in alle geledingen van de maatschappij. We zien dit bijvoorbeeld terug in al die zogenaamde ‘reality-survival’ televisieprogramma’s. Anderen uitschakelen is er de boodschap! Dat gedrag wordt voorgesteld als ‘natuurlijk’. Nochtans vertellen antropologen ons dat de mens een ‘sociaal dier’ is en dat samenwerking in de menselijke geschiedenis steeds cruciaal was om te overleven. Maar het is juist dat in de huidige ‘samenleving’ de mens een wolf wordt voor zijn medemens.
Ook op het vlak van internationale relaties geldt het brute geweld (embargo, chantage, militaire interventie, omkoperij) als norm voor de verhouding tussen naties. Veel schijnheilige maskers van de beschaafde diplomatie zijn afgevallen de laatste jaren. De realiteit is dat veel belangrijke zaken in het leven beslist worden door macht en machtsverhoudingen.
We herkennen in de roofmoord ook het fetisjisme van het bezit van kleine en minder kleine consumptieproducten. In deze maatschappij ben je pas iemand als je iets bezit. Je moet mee kunnen. Je wordt beoordeeld niet zozeer op wie je bent maar op wat je hebt. Wat je van jezelf denkt – je zelfbeeld – hangt ook af van wat je bezit. Erger nog: je bent wat je bezit. En als je je slecht voelt, dan probeer je dat op te vangen door iets te kopen of bij gebrek aan geld door iets te stelen. Vandaar de opflakkering van diefstallen en inbraken in de aanloop van grote ‘kooporgiën’ tijdens Kerst en Nieuwjaar. De alles binnendringende reclame waarin gevoelens van menselijk geluk worden gelijkgesteld met de aanschaffing van een product, draagt bij tot die vervormende prisma waarmee mensen naar zichzelf en naar anderen kijken. De constante commerciële propaganda bepaalt mee hoe we onderlinge relaties aangaan. Deze maatschappij ontmenselijkt de mens en zijn relaties met andere mensen.
Deze onaanvaardbare roofmoord op Joe is daarom een extreme uitvergroting van de menselijke relaties binnen het kapitalisme. Wij praten de twee daders natuurlijk niet goed. Maar er is wel een verklaring voor hun dodelijke gedrag De indrukwekkende rouwbetoging van 80.000 mensen was een prachtige opwelling van solidariteit en medeleven in een harteloze maatschappij. Het was eigenlijk een diffuus protest tegen de verharding van de maatschappij. Het grotere geweld en de agressie in het dagelijkse leven zijn niet alleen een fenomeen van de straat. Het is ook iets dat alomtegenwoordig is op de werkvloer (het zogezegde ‘management by fear’) en in de gezinnen. Opdat het protest hiertegen tot zijn recht kan komen, moet het zich richten tegen het kapitalistische systeem dat zo’n gewelddaden voorbrengt. Een andere, solidaire maatschappij waar de mens naar zichzelf en naar zijn medemens op een humane manier kan kijken, is dringend nodig.