Er zijn momenten in de geschiedenis – grote en kleine – waarop je kan voelen dat er iets verandert. Dat geldt evengoed voor de geschiedenis van de klassenstrijd. Het najaar van 2005 was zo’n historisch moment in de Belgische klassenstrijd. Op één maand tijd lag België twee maal plat door een algemene staking tegen het zogenaamde Generatiepact (GP).
Bij de verjaardag van de strijd tegen het GP is het gepast om eens stil te staan bij enkele lessen. Het was het ABVV dat op 7 oktober het vuur aan de lont stak met een eerste algemene staking. Daarom hadden we een gesprek met enkele ABVV-delegees uit de Antwerpse chemie: Rudi Dom (Agfa Gevaert) *, Eric Lambert (Total) en Gerard Dassen (BRC). Zij geven hun balans en leggen uit hoe ze hun basis organiseerden.
De lessen uit hun syndicale praktijk zijn belangrijk. In het najaar zullen de vakbonden en het patronaat immers onderhandelen over het tweejaarlijks Interprofessioneel Akkoord (IPA). Het patronaat en Verhofstadt hebben al duidelijk laten blijken dat ze uit zijn op loonmatiging, inclusief ‘loonlastenverlagingen’. De vakbondsleiding geeft nogal tegenstrijdige signalen. Enerzijds zeggen ze nu te gaan voor reële loonsverhoging en kwaliteit van werk. Maar enkele maanden geleden kwamen ze nog naar buiten in een gemeenschappelijke verklaring met het patronaat over de competitiviteit en onlangs toonden ze zich nog akkoord met een verdere verlaging van patronale bijdragen op ploegen- en nachtarbeid.
Welke kant het IPA uiteindelijk zal opgaan, hangt in belangrijke mate af van de mobilisatie van de vakbondsbasis. Heel de strijd tegen het GP is trouwens ook begonnen met de vorige IPA-onderhandelingen. Toen verscheen de Belgische arbeidersklasse (bedienden incluis) opnieuw expliciet op het toneel met de betoging van 21 december 2004, enkele maanden later gevolgd door de strijd rond de CAO’s en uiteindelijk door de stakingen tegen het GP. Sinds 21 december 2004 bevinden we ons in een nieuwe periode van syndicale radicalisering, zowel openlijk als onder de oppervlakte.
In bedrijven waar arbeiders en bedienden massaal reageerden tegen het GP, waren ze ook goed geïnformeerd, wat een belangrijk taak van het syndicaal werk is om tegengewicht te bieden aan de mediapropaganda.
Eric: “Wij hebben de mensen trachten informeren want in de media was er al maanden een aanval gelanceerd op een hele hoop verworven rechten. De mensen hoorden eenzijdig iets over wat er in het GP zat. Wij hebben gewoon proberen uit te leggen wat er boven hun hoofd hing. En de mensen begrepen dat het niet kon om zoiets te laten doorgaan. We hebben onder andere gewezen op de loonmatiging, dat het patronaat een bijdragevermindering zou krijgen tot 10 procent wanneer ze cao’s zouden afsluiten met loonmatiging. Bij ons op het bedrijf zijn veel shiftwerkers. Het is bewezen dat dit een aantal jaren van je leven inkort. Dus die mensen zagen dat echt niet zitten dat ze nog langer zouden moeten gaan werken. We hebben gewoon zoveel mogelijk feiten aangehaald over wat er slecht was aan het GP en waarom dat niet mocht doorgaan. De rest kwam vanzelf omdat de mensen snapten waarover het ging.”
Gerard: “Wij hebben de mensen geïnformeerd, maar je moet wel relativeren dat we alle mensen zouden hebben meegekregen. Het ene bedrijf krijgt al wat makkelijker mensen mee omdat andere omstandigheden meespelen. Op BRC hebben we alle militanten meegekregen en ook wel wat werknemers. Ook door middel van informatie, vergaderen met het personeel, niet één keer een vergadering maar geregeld.”
Rudi: “Wij zitten misschien wel in een bevoorrechte positie, als je dat zo kan noemen. Ten eerste, wij gaan van de ene herstructurering naar de andere. Dus het is niet moeilijk om uit te leggen aan de mensen wat de gevolgen zullen zijn wanneer er geen brugpensioen meer is. Dan zullen er naakte ontslagen vallen. Een tweede voordeel – als je dat ook een voordeel mag noemen – is dat meneer Verhoeven van het VOKA bij ons CEO is geweest. Die jut de mensen altijd op en helpt ons met wat straffe uitspraken in de media. Wij hebben dan bekend gemaakt hoeveel miljoenen die mens verdient en hoeveel miljoenen anderen van het directiecomité verdienen. En dat werkt als een rode lap op een stier.”
Mensen kunnen mobiliseren is ook iets dat je niet zomaar kan improviseren. Je moet een langetermijnvisie hebben op syndicale werking, continu de mensen willen betrekken en hun politiek bewustzijn vormen.
Rudi: “Nieuwe mensen vinden is niet altijd makkelijk. Het moeten toch mensen zijn die voor onze visie staan. De laatste tijd is dat wel makkelijker, onder andere door het GP en de discussie die we met de mensen hebben. Wij geven iedere maand een A3 uit die volgeschreven staat. We proberen zoveel mogelijk met de mensen te discussiëren en op de werkvloer te komen.”
Eric: “Op zoek gaan naar nieuwe mensen en mensen informeren dat begint al bij het onthaal wanneer er nieuwe mensen beginnen werken. Op die moment wordt een gesprek gevoerd over wat de syndicale delegatie bij ons is, wat die probeert te doen. Van tijd tot tijd sturen wij een pamflet rond. Je kan dat niet doen wanneer er niks gebeurt, maar er zijn altijd wel aanleidingen om de mensen iets te vertellen. Als het echt iets is waar we de mening van de mensen over moeten hebben, dan vergaderen we ook met iedereen. Met de dagmensen is dat iets makkelijker, die vergaderen dan in de kantine na het middageten. Met de shiften is dat iets moeilijker. Dat zijn vier verschillende ploegen. Ofwel is dat aan de poort en dan is het in vier keer gedaan. Ofwel gaan we twee keer in de centrale controlekamer, maar dan zijn het al acht vergaderingen. Dat kan je dus niet iedere week of maand doen. Maar we proberen dat toch zoveel mogelijk te doen. Voor de rest doe je links en rechts op de werkvloer een praatje zodat de mensen weten waarmee je bezig bent en zodat je zelf hoort waar de mensen mee bezig zijn. Toen we begonnen te informeren rond het GP, heeft iedere militant over heel het fabriek daar al eens met mensen over gebabbeld. Wij komen ook regelmatig met de militanten samen om gezamenlijk een standpunt in te nemen. Ik besef dat ik en mijn collega’s in een luxepositie zitten omdat we in een bedrijf werken waar een syndicale traditie is. De mensen zijn daardoor gevormd.”
Dat syndicaal weerwerk met pamfletten en dagelijks contact, zeg maar met eigen media, is onmisbaar om tegen de stroom van de burgerlijke media in te gaan en arbeiders en bedienden te wapenen met argumenten en juiste cijfers. Over de massamedia bestaan er bij veel syndicalisten dan ook serieuze frustraties.
Gerard: “Als organisatie is het ABVV tekort geschoten ten opzichte van zowel regering als VBO. Die waren al langer bezig, de media stonden helemaal aan hun kant. Syndicale actie wordt in de populaire media bijna afgeschilderd als iets crimineels. Wat wij doen wordt amper in beeld gebracht, maar UNIZO en het VBO krijgen genoeg het woord, ook bij zogezegde neutrale omroepen zoals Canvas.”
“Dat het gaat over de vergrijzing is natuurlijk bullshit, als je een half miljoen werklozen hebt. We weten ook wat het brugpensioen kost aan de SZ. Samen met het tijdskrediet was dat iets van een 4 procent. Maar de pensioenen pakken ongeveer 35 procent. Dus het is de bedoeling om op termijn aan die pensioenuitgaven te gaan sleutelen. Ze gaan de grens van 65 jaar stelselmatig optrekken om te besparen. Politiekers kijken maar twee à drie jaar vooruit, dan moeten de cijfers kloppen.”
“Werknemers zijn sterk geïndoctrineerd door de media, door verkeerde informatie. Bij veel mensen blijft de langspeelplaat hangen die continu afgespeeld wordt, tegen de werknemers, dat we concurrentieel moeten zijn enzovoort. Verhofstadt kon gewoon zijn mening verkondigen. Er is geen journalist die daar kritische vragen bij stelt. Hij kan zijn verhaal gewoon doen. En dat blijft hangen bij de mensen. De meeste werknemers lezen de website van de Vonk niet. Als ze De Standaard lezen is het al heel wat. En De Morgen die zogezegde progressieve krant die wij mee in leven hebben gehouden in de jaren ’80, die op De Algemene Centrale een hele verdieping hebben gekregen voor hun redactie, die schieten ons helemaal af!”
Eric: “Er wordt wel gesproken over dat de SZ onbetaalbaar is, maar er wordt niet bij gezegd dat de regering al jaren het geld van de SZ uitdeelt aan het patronaat zodat ze meer winsten hebben en niet om meer mensen aan het werk te hebben of om mensen vroeger te kunnen laten stoppen. Het is voor de aandeelhouder dat ze de centen uitdelen. En dat is onze bevriende politieke partij dan allemaal mee aan het doen. Wat op de vloer niet te pikken is. Zo’n partij vertegenwoordigt ons niet meer.”
Dit laatste is een groot pijnpunt. De SP.a vertegenwoordigt de werkende mensen niet meer en veel syndicalisten voelen zich politiek verweesd.
Gerard: “Je kan sowieso al bedenkingen hebben als de zogezegde Socialistische Partij er al nationalisten gaat bij halen. Je principes verlagen om stemmen te winnen. De arrongatie waarmee Vande Lanotte reageert op bepaalde vragen, dat sluit niet meer aan bij het socialistisch gedachtegoed. Hij kan morgen evengoed voor de liberalen of de christelijken kiezen, als hij daar maar macht bij wint. Hij heeft absoluut geen ideologie. Die weet niet wat een werkmens doet. Dus zitten wij als syndicalisten met een probleem om een politiek relais te vinden. Bij Groen heb ik mijn twijfels. In extreem-links kan ik me ook niet vinden. Iets dat tussen extreem-links en de sociaal-democratie staat, is er niet in België. Dat socialistisch rood van de SP.a, daar geloof ik niet in. Eens de verkiezingen voorbij zijn is SP.a Rood dood en begraven.”
“Als de syndicalisten in Limburg met hun rug naar die pipo’s gaan staan en dan verweten worden dat ze naar rechts kijken, dat is gewoon een belediging. Dat is zo makkelijk. Mensen die een afwijkende mening hebben in de SP.a, om die al te beginnen uitmaken. Op gemeentelijk vlak zal ik mijn slag nog wel kunnen trekken met stemmen, maar nationaal is dat moeilijk. En ik ga ook niet mee in die wedren tussen Dewinter en Janssens. Ik stem politiek, ik stem voor een programma en niet op een persoon. Als Janssens het verliest dan moet de SP.a maar eens aan zelfrelativering gaan doen. Ik heb met militanten ook die discussie. Zij zeggen dat we wel voor hem moeten stemmen. Maar ik moet niks, ik beslis zelf wel.”
Eric: “Er zijn maar twee mogelijkheden: ofwel doe je binnen de SP.a iets ofwel erbuiten. Het opschuiven van de SP.a is ook gebeurd onder invloed van iets buiten de partij: het Vlaams Blok. Als je dus een solide links alternatief biedt dan zal je daardoor ook SP.a naar links opschuiven. En dan kan je misschien samen een linkser beleid voeren. Ik ben ervan overtuigd dat het niet simpel is om een links beleid te voeren, noch een rechts. Je moet altijd compromissen sluiten. Als je links en rechts verenigt in een regering dan is het logisch dat je compromissen sluit. Maar op de duur zien de mensen door de bomen het bos niet meer. Want waarvoor staan de beleidsvoerders dan eigenlijk? Dat heeft ook te maken met sterk aan je ideologie vasthouden of niet. De SP.a heeft op een aantal zaken toegevingen gedaan die helemaal niet moesten. Ze propageren altijd dat zonder hen het GP er helemaal anders had uitgezien. Maar het is nog niet gedaan. Het GP was alleen maar om aan de bevolking te laten zien in welke richting we moeten gaan. Ze willen verder gaan. Of het nu met een andere politieke partij is of met de SP.a, ze gaan er evengoed mee in stappen. En dat verontrust mij.”
Rudi: “Ik ben geen aanhanger van Louis Tobback, maar hij heeft eens gezegd in het begin toen ze samen gingen met blauw: “Daar kom je bont-en-blauw uit.” Ik vrees dat die man gaat gelijk krijgen, dat we er bont-en-blauw uitkomen.”
Daarmee speelt de SP.a-leiding ook het VB in de kaart. Die extreem-rechts partij heeft al een hele poos een electorale basis in de fabrieken en de rol van Vande Lanotte&co bij het GP heeft dat allerminst verbeterd.
Gerard: “Ik ga op de werkvloer de discussie over het VB uit de weg. Want ik heb ook weinig alternatief om te zeggen hoe goed de SP.a het heeft gedaan.”
Rudi: “Wat kan je op de duur nog zeggen? Elke partij is al aan de macht geweest en de achteruitgang gaat verder en verder. Je hebt geen argumenten meer om er nog tegen in te gaan. Je kan dan nog zeggen voor wat het VB echt staat en hoe rechtser hoe erger dat het voor ons zal worden. Maar het is nu ook al erg!”
Eric: “Ik denk niet dat er een reden is om te stoppen met argumenten te geven. Het VB heeft zijn congres gehouden over zijn sociaal-economische standpunten. Daar is terug een hoop voeding te vinden om te argumenteren tegen het VB.”
Toch is het niet alleen de SP.a-leiding die bakken kritiek krijgt. Ook de vakbondsleiding moet het ontgelden op de werkvloer.
Rudi: “Men verwijt ons niks, maar wel de top, wie dat dan ook mag zijn. Zo krijg je de mensen niet gemobiliseerd natuurlijk. Zij zeggen dat we het volgende keer mogen laten. Ze willen niet twee dagen loon inleveren om dan niets te bekomen. Men wou langer loon inleveren en langer staken maar dan moet het ook iets opbrengen. Niet alleen de mensen op de vloer maar ook de militanten en de delegees zijn gefrustreerd omdat de top ons serieus in de steek heeft gelaten. Dat zij met de index nog hopen op de bevriende partijen, maar dat die ons mee hebben afgeschoten, dat is een van de grote frustraties zowel bij de werknemers als bij de delegaties.”
Eric: “Het is al veel vroeger begonnen met de top van het ABVV. Xavier Verboven is in het bondsgebouw een uitleg komen geven over het GP. Door heel de zaal is toen gezegd dat ze zelfs niet meer aan de onderhandelingstafel moeten gaan zitten. Ze zijn toen voor een stuk met de druk van de basis mee moeten gaan. Wat niet meer dan normaal is. Het is aan ons om die druk zo groot mogelijk te houden. Het ABVV werkt zoals zoveel organisaties als een getrapte democratie. Als een paar stations dan niet werken dan ziet de boodschap er al heel anders uit tegen dat ze de top bereikt dan wat de mensen op de werkvloer hebben gezegd. Daar moeten we binnen onze eigen organisatie werk van maken. Dat de boodschap van de werkvloer bij de top geraakt en dat zij moeten zeggen wat wij zeggen. Zij werken eigenlijk voor ons en wij niet voor hen.”
In de jaren ’50 werden de rangen van de vakbond versterkt door de vorming over ‘antikapitalistische structuurhervormingen’. Duizenden syndicalisten kregen hierdoor beter inzicht in het kapitalisme én hoe ze iets daaraan konden veranderen. Dat wapende hen ook bij de Grote Staking van 1960-61. Vandaag is het onder andere de beperkte vorming die basismilitanten ten prooi laat aan de vooroordelen die de media en de staat hen inlepelen.
Rudi: “Ik vind dat er veel te weinig vorming wordt gegeven. Bij de vorming van de AC heb je bijvoorbeeld drie niveaus en dan nog drie niveaus aan de zee [in het vormingscentrum daar, nvdr]. En dan heb je het gehad. Af en toe wordt er nog wel eens in de gewesten of in de afdelingen een ‘recyclagevorming’ gegeven. Het lijkt dat wanneer je die vorming hebt doorlopen je alles wel zelf kan uitzoeken of komen vragen. Dat is niet genoeg. Als je de tegenpartij ziet, de patroons, die gaan regelmatig cursussen volgen.”
“Een tweede factor is het loonverlies. Bij de AC heb je geen loonverlies maar bij het ABVV heb je dat wel. Bij ons zijn continumannen vaak eenverdieners, waarvan de vrouw niet gaat werken. Als daar een goeie militant tussen zit dan verliest hij veel loon wanneer hij op vorming gaat. We vragen dit al jaren.”
“Vroeger gebeurde de vorming vaak in samenwerking met bijvoorbeeld de Universiteit van Antwerpen, met Marc Rigaux en zo. Negen van de tien keer was dat toch interessant. Maar nu gebeurt dat amper nog.”
Gerard: “In ’96 heb ik mijn laatste vorming gehad, sindsdien niets meer. De basisvorming is nu wel beter. Vroeger was dat over zes jaar uitgesmeerd en nu wordt dat versneld gedaan. Je ziet aan de gasten die de basisvorming volgen dat daarna de neuzen wat meer in dezelfde richting staan.”
“Ik zou ook willen dat de vakbond eens wat meer ideologische vorming gaf. Ideologie gekoppeld aan geschiedenis. Die vraag wordt al jaren gesteld. Anders gaan wij onze roots vergeten. Ik begrijp dat er weinig middelen zijn om dat te doen, maar vaak wordt het argument van middelen gebruikt om onwil te verbergen.”
Rudi: “We moeten ons ook de vraag stellen of de top van de vakbond nog wil dat wij ideologisch gevormd zijn. Want dan kan de stroming van onderuit misschien wel eens sterker worden. Ik denk dat ze boven ook terug eens ideologisch gevormd moeten worden.”
* Dit gesprek had plaats voor het sociale bloedbad bij Agfa was aangekondigd, je zal dan ook geen verwijzingen daar naar lezen in dit artikel.