Misschien ken je de sketch van Monty Python waarin de ene acteur de andere een dode papegaai probeert aan te smeren... Tot de andere de conclusie trekt: "This is not a parrot, this is a dead parrot!"
Zo gaat het er ongeveer aan toe met CAO VI over onderwijs van minister Frank Vandenbroucke. Een CAO is normaal een akkoord tussen werkgever (de minister) en werknemers (de bonden). Franky sleurde hier de inrichtende machten bij (Guimardstraat, gemeenschapsonderwijs enz.) met hun eisenbundels. Een CAO gaat normaal over onze vakbondseisen en niet over de beleidsplannen van de minister om de werkdruk te verhogen via de zogenaamde schoolopdracht. Maar vooral: een CAO is van beperkte duur (twee jaar) en wordt gehanteerd om gedurende die tijd de ‘sociale vrede’ af te dwingen. Nu is de tijdsduur... vijf jaar!
De eis om het vakantiegeld voor leraren op te trekken tot 92 procent van het maandloon (in schijfjes, tot 2011) is een goede zaak. Maar nu horen we reeds dat ons weer ‘egoïsme’ zal verweten worden waardoor andere zaken niet kunnen, bijvoorbeeld besparingsmaatregelen op aantal in te richten lesuren in secundair afschaffen. Logisch als men elk begrotingskeurslijf op voorhand aanvaardt om de centjes voor de lastenverlaging voor patroons niet in gedrang te brengen.
Vandaar dat de ledenvergadering van ACOD in Gent dit voorstel met 98 procent afschoot. Het Vlaams gemiddelde was 80 procent nee! Dus ACOD tekent niet. Hiermee houden we tegenover nieuwe beleidsvoorstellen indien nodig de handen vrij en kunnen we lokale acties tegen verhoging van de werkdruk steunen.
Ons vakantiegeld krijgen we toch, en terecht, want een CAO is geldig als slechts één bond tekent. Kleine bondjes VSOA (Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt) en COV (Christelijk Onderwijzersverbond) tekenen al te graag. Maar hoe is de discussie verlopen binnen de andere grote speler, de Christelijke Onderwijzerscentrale (COC)? Zou interessant zijn om daar ook eens de stem van de basis te horen...