Binnenkort starten de onderhandelingen voor een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA) over de lonen en de arbeidsomstandigheden van arbeiders en bedienden in de privé-sector. Op het eerste zicht lijkt het er op alsof de vakbonden in het offensief zijn. In september hebben we de verhoging van enkele sociale uitkeringen gezien en begin oktober eisten ABVV en ACV een rechtvaardiger verdeling van de vruchten van de economische groei.
Goed bezig, zou je dan denken. Toch dringt een meer genuanceerde houding zich op want als je doorheen de zogenaamde overwinningsroes kijkt, zie je dat er tegelijkertijd ook cadeautjes aan het patronaat worden uitgedeeld. Bovendien worden er een aantal stellingen ingenomen die aangeven dat de vakbonden in de onderhandelingen voor een nieuw IPA misschien toch niet van plan zijn om het patronaat veel vuur aan de schenen te leggen.
De verhoging van de sociale uitkeringen in september ging immers gepaard met een verdere verlaging van de sociale bijdragen op ploegen- en nachtarbeid. Ploegen- en nachtarbeid wordt hierdoor nog meer aangemoedigd. In sommige bedrijven zal een uurloon voor ploegwerk nu zelfs goedkoper worden dan een uurloon voor dagwerk. Naast de fysieke en sociale gevolgen van ploegen- en nachtarbeid zal dit akkoord ook zware gevolgen hebben voor de financiering van de sociale zekerheid. Bovendien is die koehandel gebeurd zonder enige inspraak van de vakbondsbasis. Want de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen was immers al overeengekomen op de ministerraad in Oostende in 2004. Het patronaat krijgt dus opnieuw cadeautjes zonder dat er iets tegenover staat.
Verder nemen de vakbonden een aantal stellingen in die een daadwerkelijk overleg over een reële verdeling van de opbrengsten van de economische groei al op voorhand bemoeilijken. Zo zetten zij volop in op een verhoging van het interprofessioneel minimumloon. Dat is natuurlijk een zeer rechtvaardige eis want dat interprofessioneel minimumloon is niet meer verhoogd sinds begin jaren ’80. De syndicale looneisen beperken tot een verhoging van dat interprofessioneel minimumloon gaat echter wel voorbij aan de verzuchtingen die ook leven bij iedereen die meer verdient dan dat minimumloon. De vakbonden creëren zo zelf een valse tegenstelling binnen de arbeidersbeweging. Zij zeggen nu eigenlijk dat er alleen maar ruimte is voor een verhoging van dat minimumloon en niet voor een verhoging van de lonen voor iedereen die iets meer verdient. Als je meer verdient dan dat minimumloon en toch nog opslag zou eisen, dan zou je niet solidair zijn, is de onderliggende boodschap van de vakbondsleiding. Een valse tegenstelling dus. Men mag de werkende mensen niet verplichten om te kiezen tussen het minimumloon en de zogenaamde hogere lonen. Alle werkende mensen hebben nood aan een serieuze loonsverhoging. Dat is ook de beste manier om de solidariteit te behouden.
Daarnaast zetten de vakbonden ook volop in op het recht voor vorming en opleiding. Dat is op zich natuurlijk ook een zeer rechtvaardige eis. Maar die eis mag opnieuw niet als pasmunt gebruikt worden om de syndicale looneisen te beperken tot een verhoging van het interprofessioneel minimumloon. En dat lijkt toch te gaan gebeuren. De bazen zijn hun engagementen daarover in vorige IPA’s immers nog nooit nagekomen terwijl de vakbonden wel steeds akkoord zijn gegaan met loonmatiging en met verlagingen van de sociale bijdragen. Het patronaat zal zich dan ook niet inhouden om opnieuw loonmatiging te eisen als pasmunt. Het offensief van de regering om het systeem van betaald educatief verlof in te perken, helpt het patronaat alvast hierbij. Ook hier lijkt er dus een koehandel aan te komen.
We zien dat evengoed in andere actuele dossiers zoals dat van de zware beroepen, de gelijkstellingen voor de berekening van het pensioen, de syndicale vertegenwoordiging in de KMO’s of de eenmaking van het statuut voor arbeiders en bedienden, de patroons meer vragen dan zij bereid zijn toe te geven. Bovendien bereidt de regering nieuwe verlagingen van de sociale bijdragen voor zonder dat er iets tegenover staat. Meegaan in een dergelijke strategie is niet in overeenstemming met de eis dat er een rechtvaardige verdeling van de opbrengsten van de economische groei moet gebeuren. De werkende mensen leveren immers meer in dan dat we er voor terug krijgen.
Indien we er effectief voor willen zorgen dat de opbrengsten van de economische groei ten goede komen aan de werkende mensen, dan zullen we ons moeten organiseren en zullen we onze tanden moeten laten zien. Om dat te realiseren is er nu al een brede informatie- en sensibiliseringscampagne nodig. De leiding van de vakbonden is dat echter niet van plan. Zij neemt wel mooie beloftes in de mond maar volgt dan het patronaat in hun verhaal over de slechte concurrentiepositie en de hoge ‘loonlasten’. En die leiding is dan verbaasd dat de mensen aan zichzelf denken. We zullen de solidariteit dan maar zelf moeten organiseren, allemaal samen, om er ook allemaal beter van te worden. Praat erover op je bedrijf en breng het aan in je bestuur. Organiseer je samen met andere syndicalisten, zodat we deze keer niet achter de feiten moeten aanhollen.