De onderhandelingen over de federale regeringsvorming vlotten zoals verwacht niet erg op het communautair vlak. Moeten de werkers en hun gezinnen daar echt van wakker liggen? Moeten we nu voor of tegen het behoud van België zijn? Een onafhankelijk klassenstandpunt lijkt hier meer dan aangewezen. Hiermee verwijzen wij naar een standpunt dat vertrekt vanuit de verdediging van de gemeenschappelijke belangen van de werkende klasse over de taalgroepen heen. We zijn voor de eenheid van de werkende klasse en dus tegen de splitsing van de sociale zekerheid en van het arbeidsmarktbeleid.
Onafhankelijk klassenstandpunt
In ons land behoort meer dan 80 procent van de bevolking tot de werkende klasse. Een klasse die enkel kan overleven door haar arbeidskracht te verkopen aan de bezittende klasse. Aan hen dus die de productiemiddelen en het geld bezitten, met name de banken, de aandeelhouders en het patronaat. De enige macht die de werkende klasse bezit is haar getalsterkte, haar eenheid en haar solidariteit. Ze is solidair ten einde de gemeenschappelijke belangen van haar klasse te verdedigen en uit te breiden. Haar sterkste wapen is de staking en de algemene staking. We leven immers in een burgerlijke parlementaire democratie, waarin arbeiderscontrole, zelfbeheer of met andere woorden economische democratie uitgesloten zijn. In de ondernemingsraden hebben we bijvoorbeeld alleen een adviserende geen beslissende rol over het reilen en zeilen van ons bedrijf.
We produceren op een gesocialiseerde wijze (arbeidsverdeling op wereldvlak), maar het gros van de resultaten van deze productie wordt door een heel kleine minderheid, de bezitters van het kapitaal, toegeëigend. Dat is de grootste tegenstelling binnen het kapitalistisch systeem. Het aantal loontrekkenden is de afgelopen eeuw aanzienlijk gestegen. Steeds grotere lagen vervoegen dus de werkende klasse, zowel nationaal als internationaal. Allen hebben dezelfde basisbehoeften te verdedigen. Die groeiende klasse van loontrekkenden wordt de doodgraver van een systeem dat al meer dan 100 jaar geleden haar progressieve rol verloren is.
Verdeel en heers
Als werkende klasse zijn we gekant tegen elke ingreep die onze eenheid en solidariteit kan aantasten. We laten ons met andere woorden niet verdelen want dan heerst het kapitaal en de politieke kaste die haar dient. Om dezelfde redenen laten we geen enkele beperking van het stakingsrecht, incluis het opzetten van stakingsposten, toe. Het weigeren om te werken is het enige recht dat we hebben binnen deze maatschappij. Zonder haar wordt de burgerlijke democratie een dictatuur. We zijn dus tegen de splitsing van de sociale zekerheid of delen ervan aangezien dit instrumenten schept om ons te verdelen. We zijn tegen verschillende loon- en arbeidsvoorwaarden, tegen een verschillende sociale bescherming op vlak van werkloosheid, pensioen, ziekte enzovoort, tegen Vlaamse, Waalse en Brusselse CAO’s. Dit zijn immers allemaal elementen waarmee men arbeiders en bedienden van de verschillende regio’s tegen elkaar kan opzetten. Dat leidt tot een neerwaartse sociale spiraal.
Met andere woorden, we zijn tegen ingrepen die tot sociale dumping leiden en om dezelfde reden zijn we tegen fiscale dumping. Want dat is uiteindelijk wat de Vlaams-nationalistische agenda tot doel heeft. Stelde de liberale minister Fientje Moerman onlangs niet voor om in Vlaanderen kortingen door te voeren in de vennootschapsbelastingen? Voka, Unizo en de Vlaamse Katholieke Werkgevers hopen dat een splitsing van fiscale bevoegdheden kan leiden tot een vermindering naar 25 procent van de vennootschapsbelasting. De Warandegroep van Vlaamse ondernemers aast via de splitsing van België op een vermindering van de patronale lasten met 44 procent! Indien de vakbonden op Europees vlak tot een positieve harmonisatie willen komen van de sociale en fiscale regels dan is dat om te verhinderen dat het patronaat de werkende bevolking van de verschillende landen tegen elkaar kan opzetten. Hetzelfde geldt voor België.
ABVV en ACV, laat u horen!
De vakbonden, die samen zo’n 3 miljoen leden tellen op 10 miljoen Belgen, hebben zich tegen de splitsing van de sociale zekerheid en van het arbeidsmarktbeleid uitgesproken. Het is goed dat het ABVV en het ACV recentelijk tijdens de crisis in het formatieberaad van zich hebben laten horen. Terecht stelt Rudy De Leeuw van het ABVV zich de vraag wie er goed wordt van al dat ‘communautaire gedoe’. Volgens ons is de reactie echter nog veel te zacht, veel te timide. De vakbonden zijn vandaag de enige massaorganisaties die in grote mate nog steeds verenigd zijn over de taalgrenzen. De splitsing van ABVV Metaal in een Vlaamse en een Franstalige centrale heeft hier nog niets grondig aan veranderd. Daarom is de verantwoordelijkheid van de vakbeweging vandaag zo groot. We verwachten dan ook opnieuw een krachtig signaal terzake aan de huidige en toekomstige regeringsonderhandelaars, een signaal dat verdergaat dan de terechte syndicale kritieken via de media. De vakbonden zouden nu reeds een stevig actieprogramma kunnen voorbereiden om in te grijpen tijdens het najaar. Niet wachten tot het kalf verdronken is.
Grote spreidstand van SP.a
Intussen blijft de SP.a-leiding, dezelfde ploeg die verantwoordelijk is voor de verkiezingsnederlaag, verklaren dat ze steun wilt verlenen aan een tweederde meerderheid wat het communautaire luik betreft. “Indien het land het vraagt”. Johan Vande Lanotte voegde hier later aan toe dat de SP.a ”positief en constructief” zal zijn bij de staatshervorming. Dit gooit een schaduw op het soort oppositie die de SP.a wil voeren. Als men bovendien in de Vlaamse regering blijft en samenwerkt met dezelfde partijen die men op het federaal vlak moet bestrijden, wordt het helemaal te gek. De oorsprong van deze schizofrene houding? De regionale verkiezingen van 2009 waarbij Vande Lanotte, Genez en Vandenbroucke liever de Vlaams-nationalistische kaart trekken dan de socialistische. Ze staan daarbij op dezelfde lijn als Spirit. Het is niet op deze manier dat je de wind uit de zeilen van het Vlaams Belang en de Lijst Dedecker gaat halen. Of deze berekening de oplossing vormt om de partij terug op poten te krijgen is maar de vraag. Een nieuwe botsing met de syndicale achterban wordt zo voorbereid.
Gelukkig hebben we nu SP.a Rood, waardoor de strijd tegen de splitsing van de sociale zekerheid en van het arbeidsmarktbeleid ook binnen de partij kan gevoerd worden. Dit is dan ook een centraal strijdpunt in de campagne voor het voorzitterschap van de SP.a. Erik De Bruyn steunde niet toevallig nog voor de verkiezingen van 10 juni de oproep voor een unitaire sociale zekerheid. De intentieverklaring van Erik de Bruyn en Elke Heirman stelt dat overduidelijk. “Er bestaat bij de SP.a-leden geen enkel draagvlak voor een verderzetting van de staatshervorming. De staatshervorming was niet eens een voetnoot waard in de beginselverklaring van januari 2007. Het afleiden van het sociaal-economische debat langs communautaire breuklijnen speelt alleen de rechterzijde in de kaart. Onder mijn voorzitterschap zal de SP.a een verdere staatshervorming vanuit de oppositie dan ook niet steunen.”
Lees ook de brochure over het behoud van de federale sociale zekerheid op initiatief van de syndicale Delegaties van Degussa Antwerpen en Total Raffinaderij Antwerpen