Na 136 dagen onderhandelen die heel pathetisch eindigden in een marathonzittingen van meer dan 28 uur is de nieuwe regering van MR, N-VA, CD&V en Open VLD een feit. Zoals alle regeringen voor hen verschuilen ze zich ook achter het door Europa opgedrongen budgettaire keurslijf om de nieuwe besparingen te rechtvaardigen. Maar het is de eerste keer sedert de jaren tachtig van de vorige eeuw dat een beleid zo openlijk en ongegeneerd de kaart trekt van de bazen en de grote vermogens. Het zal voor iedereen pijnlijk duidelijk worden wat Bart De Wever bedoelde toen hij half schertsend, half serieus beweerde dat Voka (netwerk van Vlaamse Ondernemingen) zijn eigenlijke broodheer was.
Frontale aanval op ons sociaal model
Er zal gespreid over vijf jaar zo maar eventjes 8,7 miljard euro bespaard worden, waarvan 2 miljard in de gezondheidszorg. Hoe of wat precies, daar hebben we nog het raden naar, maar met een liberale als Maggie De Block aan het hoofd van het departement sociale zaken zal het zeker niet bij kostenbesparende of “efficiëntieverhogende” ingrepen blijven. Door de verlaging van de patronale bijdragen met 900 miljoen euro zal een structureel tekort ontstaan in de sociale zekerheid. Dit moet bijgepast worden door de andere partijen die de kas spekken – zijnde de werknemers en de staat – wat het gehele systeem ondermijnt en op termijn onhoudbaar maakt. Maar niet getreurd, zieken, gepensioneerden, gehandicapten: de privéverzekeraars staan in dichte rijen klaar om ons tegen het meest gunstige tarief uit de nood te helpen!
Vlaams minister Muyters zette reeds de toon toen hij beweerde “de vakbonden niet nodig te hebben om een tewerkstellingsbeleid te voeren”. De federale regering gaat nog een stapje verder en zal de “minimale dienstverlening” invoeren bij stakingen bij onder meer het spoor en het gevangeniswezen. Ze willen ook inbreken in het sociaal overleg en de collectieve arbeidsovereenkomsten met hun voorstel tot aanpassing van de loonberekening. Ze willen de anciënniteit afschaffen en de loopbaanduur per jaar berekenen. Flexibiliteit troef: de werknemer zou gedurende een periode veel meer kunnen (moeten?) werken en dat nadien compenseren door loopbaanonderbreking te nemen.
De openbare diensten worden verder ontmanteld: elke dienst krijgt tien procent minder werkingsmiddelen en van de vijf ambtenaren die op pensioen gaan, wordt er maar een vervangen. De vaste benoeming zal op termijn uitdoven en de contractuelen zullen makkelijker ontslagen kunnen worden. Naast de werknemers van de openbare diensten zijn de burgers hier de eerste slachtoffers: of zal de bus vanzelf rijden, de post miraculeus de weg vinden naar de brievenbus of je paspoort zomaar klaar liggen op het vliegveld?
Wie na jaren vruchteloos solliciteren geen werk vindt, zal (gratis!) twee halve dagen per week gemeenschapsdienst moeten doen. Gelukkig voor de Waalse werklozen beslissen de regio’s over de uitvoering van deze maatregel en heeft het Waals Gewest reeds laten weten zich niet te lenen tot dergelijke praktijken!
Iedereen zal tegen 2030 moeten werken tot z’n 67e, zonder onderscheid, ondanks het feit dat wetenschappelijk bewezen is dat laaggeschoolden na hun pensionering nog slechts vijf gezonde levensjaren te wachten staan.
En als kers op de taart krijgen we nog een indexsprong te verwerken en zitten ze letterlijk in onze zakken!
Het uur van de waarheid voor de CD&V
De vakbonden zijn de eersten die reageerden tegen de voorstellen van de nieuwe regering. De voorzitter van beweging.net – het vroegere ACW – zei het zo: ”De werkende mensen betalen het gelag en de grote vermogens gaan vrijuit. Dat is bijzonder onrechtvaardig”. De zevenhonderd CD&V-leden moesten een haag van luidruchtige en malcontente vakbondsmensen trotseren toen ze op donderdagavond 9 oktober de congreszaal binnentrokken waar het regeerakkoord ter stemming lag. Het tafereel deed soms denken aan de commotie bij de sp.a toen het generatiepact op tafel lag en de quasi onverbrekelijke band tussen partij en vakbond sneuvelde.
De CD&V kon op het congres de illusie van één partij waar alle standen vertegenwoordigd worden niet meer ophouden en koos ostentatief voor de kant van het patronaat. Er waren slechts een twintigtal tegenstemmers!
De leiding van de christelijke vakbeweging is allesbehalve revolutionair maar onder druk van de basis konden ze niets anders dan in actie komen en de CD&V voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. Het zal zeker interessant zijn om de evolutie bij onze christelijke collega’s te blijven volgen. Bij de syndicale manifestatie van 23 september waren er opvallend veel groene vlaggen en was de sfeer zeer strijdvaardig. Mensen laten zich niet van alles wijsmaken en zijn zeker niet bereid om nog maar eens het gelag te betalen. De meeste politici en vooral die van de huidige meerderheid weten totaal niet wat er leeft. Tijdens de ochtenduitzending van Radio 1 “De bende van Annemie” van 9 oktober konden de luisteraars reageren op de nieuwe regeringsmaatregelen. De presentatrice lanceerde na een halfuurtje de oproep naar verdedigers van Michel I, ze kreeg naar eigen zeggen alleen “malcontenten en tegenstanders” aan de lijn.
Een kans voor links
Niet voor niets maken velen de vergelijking met de regering Martens-Gol van 1980-1988: verhoging van inschrijvingsgelden, een indexsprong, cadeaus voor het patronaat.
Maar ook veel verzet: degelijk oppositiewerk van de toenmalige socialisten, het ontstaan van Agalev, de grootste betoging ooit in België (antiraketten), de jeugdmarsen voor werk, de vele stakingen en fabrieksbezettingen. De geschiedenis leert ons dat rechtse regeringen het verzet ter linkerzijde aanwakkeren.
De manifestatie van 23 september was zeker een succes, de drang naar eenheid onder de verschillende vakbondsleden was voelbaar, maar het feit dat geen enkele vakbond écht gemobiliseerd had is onbegrijpelijk en zelfs gevaarlijk. Woorden alleen en ronkende verklaringen zullen ons niet vooruit helpen. De nieuwe regering is er, ondanks haar arrogant optreden, niet écht gerust in. Zij hebben nog maar een deel van hun kaarten op tafel gelegd, zij zijn beducht op tegenstand en daarom worden de maatregelen mondjesmaat kenbaar gemaakt. Het is de hoogste tijd dat beide vakbonden daadwerkelijk tonen dat wij niet akkoord zijn met deze regering. De beweging Hart boven Hard die zichtbaar aanwezig was op 23 september heeft hier ongetwijfeld een rol te spelen. Ook in het verbreden van de actie, het betrekken van het middenveld en de eenmaking van de strijd.
Deze regering kan niet tot betere gedachten gebracht worden. De mobilisatie moet niet op gang gezet worden met als doel “gehoord” te worden of om de scherpe kantjes af te ronden. Neen, de regering Michel I moet vallen. Hiervoor is een ambitieus informatie-, vormings- en actieplan nodig in een gemeenschappelijk vakbondsfront. De eerste actie van formaat is volgens ons een algemene 24 urenstaking. Deze moet nu voorbereid worden.