Een uitspraak van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg van 8 september jl. is om meer dan één reden interessant.
Moi y'en a vouloir des sous
Een firma heeft in november 2013 een gunning gekregen van NMBS om treinen en locomotieven te reinigen. Er moet echter een proefperiode worden doorlopen. Indien na een aantal maanden blijkt dat het bedrijf de openbare aanbesteding kan waarmaken, wordt het contract van enkele miljoenen euro’s definitief. Met het oog op de continuïteit werd op de NMBS-site van Schaarbeek het personeel van de vorige onderaannemer overgenomen. Om de overdracht zo vlot mogelijk te laten verlopen, wordt een coördinatrice aangesteld. Deze heeft op 22 mei 2014 een afspraak met twee vakbondsafgevaardigden. Deze vragen – althans volgens de werkgever – een aantal briefomslagen met geld om “het goede maandelijkse resultaat van de site Schaarbeek te garanderen”. Omdat hierop niet werd ingegaan, zouden bedreigingen geuit zijn. Alleen het afgehakt paardenhoofd ontbreekt. Het lukt niet om de afgevaardigden in diskrediet te brengen. Dan wordt overgeschakeld op plan B: zij worden aan de deur gezet om dringende reden. De vakbonden vragen hun integratie. Hierop wordt niet ingegaan en het personeel legt het werk neer.
Schat, zo kunnen we elkaar niet langer blijven zien
Er wordt (uiteraard) een stakingspiket gevormd. De werkgever pikt dit evenwel niet en roept de hulp in van een gerechtsdeurwaarder die zich op 21 augustus ter plekke begeeft. In een gesprek tussen de deurwaarder en de ABVV-afgevaardigden wordt gesteld dat de piketten alleen de toegang ontzeggen aan “gelen”. Dag na dag komt de deurwaarder samen met de coördinatrice vaststellen dat er niets beweegt. Op 27 augustus wordt dan een eenzijdig verzoekschrift ingediend bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Dit werd opgesteld volgens het boekje: vrije toegang onder verbeurte van dwangsom, tussenkomst van de ordediensten, enzovoort. De rechter gaat mee in het verhaal en op 28 augustus wordt de beschikking o.a. betekend aan een afgevaardigde van het ABVV.
Totale afgang
De politie weigert op te treden. De deurwaarder zoekt contact met de commissaris maar deze stelt dat de politie niet tussenkomt in sociale conflicten; hij weigert de identiteit van de stakers te laten controleren. De ABVV-afgevaardigde (wiens identiteit wel bekend is en) die de beschikking heeft gekregen, tekent derdenverzet aan.
De voorzitter maakt brandhout van de oorspronkelijke beschikking. De onderneming heeft op geen enkel moment aangetoond dat de stakingspost gewelddadig is. De aanwezigheid van de actievoerders was beperkt gebleven tot loutere “peer pressure”. De werkgever staat helemaal met de broek op de enkels wanneer blijkt dat de werkwilligen uitzendkrachten waren. Op grond van de CAO nr. 108 is het immers verboden om deze tewerk te stellen tijdens een sociaal conflict. Daarenboven heeft de ondernemer nadat het uitzendkantoor de interims had teruggetrokken met deze stakingsbrekers een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur gesloten. De rechtbank haalt dan ook zwaar uit. De werkgever heeft zich niet alleen schuldig gemaakt aan een misdrijf door uitzendkrachten te laten werken tijdens een collectief conflict, maar heeft daarenboven ook de deurwaarder en de rechtbank een rad voor de ogen gedraaid.
Hun moraal en de onze
Wanneer het personeel van NMBS – binnen de perken van de wet – staakt, roept de goegemeente schande, smeren de media het conflict breed uit en dienen politici wetsvoorstellen in om minimale dienstverlening te organiseren. Wanneer een werkgever stakingsbrekers inhuurt, de wet overtreedt en de rechtbank misleidt, is er stilte op alle banken, vooral op die van de Wetstraat.