Wie maandag langs de piketten liep in de industriezone van Hauts-Sarts in Luik of in het Kanaalgebied van Gent heeft het gehoord. De mensen zijn kwaad en de actiebereidheid is zeer groot. Niet alleen in het Zuiden van het land maar ook in Vlaanderen. Vijfhonderd piketten plaatsen met 7 à 8000 stakers in een enkele provincie, namelijk in Oost-Vlaanderen, is een heuse krachttoer die men meestal enkel maar in Wallonië verwacht.
De verschillende patronale verengingen komen na elke staking op de proppen met een dubbele en tegenstrijdige boodschap. Eerst zeggen ze: weinig volk of niemand heeft gestaakt. Daarna zeggen ze: de stakingen kosten handenvol geld. De staking kan niet tegelijkertijd een flop zijn en veel geld kosten... Het protest tegen het rechtse beleid van de regering is wel degelijk omvangrijk en ook diepgaand.
De strijd in de bedrijven en openbare diensten vormt de ruggengraat van het protest, maar ook buiten de bedrijven roert het. Getuige hiervan, de beweging van het actieve verenigingsleven in Vlaanderen, Hart boven Hard, initiatieven zoals de ‘Soundtrack van het Verzet’ of #briefaandeoverheid waarbij MC’s, slammers, poëten en niet-artiesten uit verschillende hoeken van België zich manifesteren in oppositie met het regeringsbeleid.
Ook scholieren en studenten vervoegden de piketten deze keer. Er is in België dus meer aan de hand dan een ritueel syndicaal protest tegen regeringsmaatregelen. Er is een maatschappelijke storm op komst. Windkracht 10 staat op de schaal van Beaufort voor een zware storm. We zijn daar nog niet. Het is echter wel stormachtig. En de overgang van windkracht 7, stormachtig weer, naar windkracht 10, kan zeer snel gaan. Zowel in de meteorologie als in de klassenstrijd.
Het brutale beleid van Michel I is als een deeltjesversneller van een bredere misnoegdheid over de verharding van de maatschappij, de groter wordende kloof tussen rijk en arm, de ellende, zowel materieel als psychisch die het werken of het niet werken veroorzaakt, de knagende onzekerheid over de toekomst, de intensiteit van het werk, de gejaagdheid van het leven. In één woord, een ontevredenheid over alles wat het kapitalisme in crisis onderwerpt aan de drang naar individuele winst.
Tot op de verkiezingsdag van 25 mei sprak Bart De Wever over een land met ‘twee democratieën’, een land met twee tegengestelde politieke grondstromen. De kopman van de N-VA plaatste het rechtse Vlaanderen tegenover het linkse Wallonië. Indien de twee eerste beurtstakingen van 24 november en 1 december iets hebben aangetoond, dan is het wel dat het protest tegen het rechtse beleid aan BEIDE kanten van de taalgrens grote proporties aanneemt. Een deel van zij die in Vlaanderen voor de N-VA hebben gestemd, staan vandaag ook mee aan de piketten. De politieke grondstroom die zowel in het Noorden als in het Zuiden aanzwelt, is die van het sociale protest. Bart De Wever zwijgt nu in alle talen (ook in het Nederlands) over zijn twee democratieën.
De volgende stakingsdag in Brussel, Vlaams en Waals Brabant zal in het verlengde liggen van de twee vorigen. Hij zal aantonen dat zonder werkers er niets kan draaien in dit land. De staking van 15 december zal in alle waarschijnlijkheid de meest algemene van de algemene stakingen zijn die we in België hebben gekend. Maar het is even waarschijnlijk dat op 16 december de regering en haar beleid overeind blijven. De regering probeert de vakbondsleiders naar een nepoverleg te lokken, zoals de spin de vlieg in haar plakkerige web lokt. Het probleem is dat ondanks het feit dat het woord ‘overleg’ 117 keer in de regeringsverklaring wordt vernoemd, de regering en het patronaat, de vakbonden geen marge gunnen. Na de eerste ontmoeting tussen de technische experts van de vakbonden en het kabinet Peeters lieten de vakbondsmensen optekenen ‘dat ze geen substantiële verbeteringen verwachten. Integendeel’.
De regering heeft de minister van Werk, Peeters op pad gestuurd. De CD&V zou graag het ACV losweken van het gemeenschappelijk vakbondsfront. In ruil voor sociale vrede (t.t.z., het einde van het syndicale verzet tegen de patronale aanvallen) probeert Peeters dan een ‘tax shift’ of een nep-vorm van een ‘rijkentaks’ uit de brand te slepen. Dit wordt dan het zoethoudertje waarmee er een einde moet komen aan het sociale protest. In werkelijkheid is het enige overleg dat aanvaardbaar is voor de rechtse regering er een waarbij de vakbonden bakzeil halen. Maar dit is nu eenmaal onaanvaardbaar voor de achterban en voor een belangrijk deel van de leiding op dit ogenblik.
Wat ons betreft moeten alle asociale maatregelen van tafel. Er moet een einde komen aan alle soberheid. De blikken van alle actievoerders zijn niet alleen gericht op de ‘moeder’ van alle Belgische algemene stakingen op 15 december maar ook op de ‘day after’. Vonk/Révolution pleit voor het opkrikken van het actieplan naar een 48-uren staking gevolgd door een 72-uren staking. Van ‚sociale windkracht 7’ moeten we naar ‚sociale windkracht 10’. Indien dat niet voldoende is moet een algemene staking van onbeperkte duur de terugtrekking van het hele asociale beleid afdwingen. Dit betekent in de praktijk de val van de regering. Elke regering, met of zonder socialisten, die binnen het kader blijft ageren van het kapitalisme, zal vroeg of laat een gelijkaardig beleid moeten voeren. Ook de Waalse regering, waarin de PS de grootste component is, ‚bespaart’ op kap van arbeidersgezinnen en werklozen. Er is geen manier meer om de achteruitgang tegen te gaan binnen de grenzen van het kapitalistische systeem. Vandaar dat Vonk/Révolution zich inzet voor een socialistische verandering van de maatschappij.