De idee voor een collectieve arbeidsduurvermindering (ADV) krijgt steeds meer steun. In het zog van de economische crisis werd de eis opnieuw populair binnen de vakbonden als middel tegen de werkloosheid. De idee werd breder verspreid door de actieve campagne voor een ADV door vrouwenorganisaties, opiniemakers, ecologisten, de PVDA en sommige vakbondscentrales (bv. de BBTK en de CNE). Ook de PS lanceerde eind augustus bij monde van Elio Di Rupo het voorstel van een vierdagenweek met loonbehoud. In Vlaanderen voeren de Jongsocialisten momenteel campagne voor een 30-urenweek en moederpartij sp.a organiseerde afgelopen maand een congres over “greep krijgen op onze tijd” (sp.a wil voorlopig alleen individuele oplossingen en “maatwerk”, maar nog een beetje hete PVDA-adem en ze zullen de eis van een collectieve ADV wel overnemen).
Belangentegenstellingen
De campagne voor een arbeidsduurvermindering (ADV) wordt steeds breder gedragen, maar dat alleen zal niet volstaan. Om deze strijd te winnen is er nood aan een analyse die oog heeft voor de belangentegenstellingen in het debat. Volgens sommigen zou een ADV alleen maar voordelen brengen voor iedereen, zowel voor werknemers als voor werkgevers. Als de werkduur korter is, dan zijn werknemers productiever en dat zou ook de werkgevers ten goede komen. Dat lijkt de visie van sommige vrouwenorganisatie en ecologisten zoals de New Economics Foundation, een ecologische denktank. Ook Rutger Bregman, een Nederlands publicist die heel wat goede argumenten brengt in de strijd voor ADV, noemt de arbeidsduur verkorten een kwestie van “slim ondernemerschap”.
Men moet echter niet naïef zijn. De realiteit is dat kapitalisten tegen een collectieve ADV zijn, zowel in België als in andere landen en zowel vandaag als op eender welk moment in de voorbije tweehonderd jaar. Bijvoorbeeld, in België noemt Karel Van Eetvelt, de topman van de werkgeversorganisatie Unizo, het voorstel voor een ADV “te gek voor woorden” en het combineren van werk en gezin zou “maar voor een minderheid van de vrouwen een echt probleem zijn”. Dat kapitalisten ook al in de 19e eeuw tegen een kortere arbeidsduur waren is welbekend. Karl Marx beschrijft in zijn Kapitaal treffend hoe werkgevers probeerden om de campagne voor ADV te breken en hoe vooraanstaande burgerlijke economen uit die tijd de meest absurde theorieën ontwikkelden om de belangen van de kapitalisten te verdedigen: bv. volgens Oxford-econoom William Senior wordt alle winst gemaakt in het “laatste arbeidsuur” en dus zou een ADV rampzalige gevolgen hebben (Marx rekent genadeloos af met deze Senior in het Kapitaal). Het was de arbeidersbeweging die er uiteindelijk in slaagde om een kortere arbeidsduur af te dwingen, een strijd waar bijvoorbeeld de Dag van de Arbeid op 1 mei nog steeds aan herinnert.
Indien het waar zou zijn, zoals sommigen beweren, dat ook kapitalisten niets dan voordelen hebben bij een ADV, dan zou de ADV al lang ingevoerd zijn. Dat is niet het geval. Madeleine Ellis-Petersen van de New Economics Foundation verklaart deze paradox met de stelling dat werkgevers traag zijn van begrip en dat “ze nog niet beseffen wat voor hen voordelig is”. Dat is onzin. Als dat waar zou zijn, dan zou één slimme kapitalist in het verleden voldoende geweest zijn om de ADV algemeen te maken aangezien die kapitalist productiever zou zijn geweest en dus de volledige markt zou hebben ingepalmd tot de rest volgde. Als dat waar zou zijn, dan zou er ook helemaal geen nood zijn aan wetgeving om de maximale arbeidsduur te beperken. De realiteit is dat er in afwezigheid van regulering werktijden voorkomen van twaalf, vijftien of nog meer uren per dag (bv. in de 19e eeuw en in sommige landen vandaag nog steeds). Tegelijk is het zo dat regelgeving binnen het kapitalisme altijd onder druk staat, zoals we momenteel in België zien met de flexibilisering van de arbeidsduur onder de Wet Peeters en de uitbreiding van de mogelijkheden voor nachtarbeid om e-commerce-activiteiten aan te trekken.
Waarom zijn kapitalisten tegen?
Het is geen toeval dat kapitalisten altijd en overal tegen ADV zijn. Het is evident dat een plotse ADV met behoud van maandlonen leidt tot lagere winsten omdat er in dat geval ofwel meer arbeiders betaald moeten worden ofwel minder geproduceerd wordt. Dit is geen punt van discussie: ook diegenen die menen dat ADV voordelen oplevert voor werkgevers zullen het eens zijn dat dit type ADV ingaat tegen de belangen van de werkgevers. Een plotse ADV komt immers neer op een hoger uurloon bij een constante productiviteit en komt dus neer op een transfer van winsten naar lonen.
Meer relevant is echter de kwestie waarom de toenemende productiviteit over de jaren en decennia heen amper of niet omgezet wordt in kortere arbeidsduur. Wanneer ze geconfronteerd worden met arbeiderseisen, dan verhogen ze liever de lonen dan de arbeidsduur te verkorten. Er zijn drie redenen waarom kapitalisten zich doorgaans verzetten tegen ADV:
(1) De belangrijkste reden is wellicht het bestaan van “vaste kosten” bij het aanwenden van arbeidskracht. Werkgevers moeten nogal wat kosten maken om nieuwe mensen aan te werven (bv. sollicitaties verwerken), om hen te trainen voor de job en om het werk in te plannen en afspraken te maken met werknemers. Stel dat een ADV de arbeidsduur halveert, dan heeft een kapitalist twee arbeiders nodig in plaats van slechts één en dus moeten alle vaste kosten twee keer gedragen worden (of de kapitalist kan de ene arbeider overuren laten werken, maar ook dat leidt tot hogere kosten).
(2) Een andere reden is het bestaan van vaste kapitaalkosten. Stel dat een machine gedurende 5 jaar gebruikt kan worden vooraleer ze technologisch verouderd is en vervangen moet worden. In dat geval heeft de kapitalist er belang bij om de machine (en de arbeider die haar bedient) zoveel mogelijk uren te laten draaien zodat de vaste kost over meer producten kan worden gespreid. In principe kan dit vermeden worden met ploegenstelsels, maar in de praktijk is dit vaak niet haalbaar of leidt het ook tot hogere kosten.
(3) Een ADV kan op korte termijn de werkloosheid verminderen, waardoor de krachtsverhoudingen kantelen in het voordeel van de arbeiders en de lonen stijgen. Het reserveleger van werklozen is cruciaal in het reguleren van de winstvoet en de kapitalisten begrijpen dan ook zeer goed het belang van het aanzwengelen van het “arbeidsaanbod” (o.a. via druk op de werklozen, verhoging van de pensioenleeftijd, selectieve immigratie, enzovoort).
Marx over de 15-urenweek van Keynes
John Maynard Keynes, de belangrijkste econoom van de 20e eeuw, voorspelde in 1930 dat de arbeidsduur over 100 jaar zou dalen tot 15 uur per week aangezien de technologische vooruitgang de productiviteit verhoogt en dus de mogelijkheid schept om in minder tijd alles te produceren wat we willen. Deze beroemde voorspelling wordt in de beweging voor ADV vaak herhaald als een argument om de mogelijkheid van een ADV te onderstrepen. Dat is juist, maar niemand lijkt zich de vraag te stellen waarom de voorspelling van Keynes niet lijkt uit te komen, hoewel de productiviteit nog sterker is gestegen dan Keynes voorzag. Deze paradox van Keynes werd nochtans voorspeld door Marx in het Kapitaal (Deel 1, hoofdstuk 13). Marx legt er uit dat nieuwe machines de objectieve mogelijkheid scheppen voor een arbeidsduurvermindering, maar dat ze onder het kapitalisme vaak leiden tot het tegendeel (langere arbeidsduur) omdat kapitalisten de vaste kosten van die nieuwe machines willen dekken. Dit is niet alleen een goede illustratie van het dialectisch denken van Marx, maar het toont vooral het feit dat hij in zijn economisch denken een intellectuele reus was die zijn tijd ver vooruit was.
Nick Deschacht komt op 7 december spreken op de Infoavond '30 urenweek: droom of noodzaak?' van de PVDA Geraardsbergen