De Française Marie-Laure Dufresne-Castets, begon op haar 33e rechten te studeren en specialiseerde zich in het sociaal recht. In haar recent gepubliceerd boek Un monde à gagner vertelt ze op een meeslepende manier over een aantal zaken waarin ze heeft gepleit en die vaak de nationale media hebben gehaald: Moulinex, Continental, enz.
De subtitel La lutte des classes au tribunal wijst er al op dat zij een geëngageerde juriste is en dit wordt nog eens bevestigd op de eerste pagina van haar inleiding: “je me suis lancée dans un métier de combat”: advocaat van de werkmens is een zwaar beroep.
De Fransen hebben een andere syndicale traditie dan wij Belgen: de vakbonden hebben minder leden maar zijn militanter en strijdbaarder. Dat geeft vaak vonken, temeer omdat de ordediensten ook niet veel moeite doen om zich neutraal op te stellen. De actievoerders zijn steevast de vijand voor de CRS en de gendarmerie. Als klap op de vuurpijl maken de parketten gretig gebruik van het strafrecht. Hierbij geneert men er zich niet voor om alleen de leiders aan te pakken en het voetvolk ongemoeid te laten om zo potentiële raddraaiers af te schrikken.
Het siert de auteur dat ze dit boek niet heeft gebruikt om zichzelf te bewieroken. Integendeel. Dit is ook het relaas van een aantal glorieuze nederlagen en dat heeft zo zijn redenen. Hoewel ze hem nooit uitdrukkelijk noemt, is het denken van Dufresne-Castets beïnvloed door wijlen Jacques Vergès. Deze advocaat, die hard communist, gebruikte steeds dezelfde techniek, namelijk le débat de rupture: de zaak kan misschien niet gewonnen worden, maar de rechtbank wordt gebruikt als een forum om een politieke boodschap over te brengen. Ook voor Dufresne-Castets is de rechtbank een instrument in de klassenstrijd. Het is een toneel waar de hypocrisie van het kapitalisme aan de kaak kan worden gesteld.
Via de rechtszaken die de auteur beschrijft, krijgt men een ontluisterend beeld van de toestand van de arbeidende klasse in Frankrijk: de elite, opgeleid aan de Grandes Écoles, dicteert een type arbeidsrecht dat bijna uitsluitend de belangen van de economie dient. Hierbij is ze ongemeen scherp voor la gauche caviar. Voor François Hollande heeft ze geen goed woord over en Emmanuel Macron… Conclusie: de sociale dialoog in Frankijk is een farce; werknemers trekken steevast aan het kortste eind. Ver van ons bed?
Ook in België roepen ondernemers en hun lakeien uit de Wetstraat op tot de liquidatie van de sociale dialoog en/of de vakbonden, wordt de rechter te pas en te onpas ingeschakeld, wordt er gegniffeld als bedrijven de sociale verkiezingen afkopen met prullaria, stelt de bescherming van werknemersvertegenwoordigers feitelijk weinig voor, en ga zo maar verder.
De lessen uit dit boek gelden dan ook voor ons. Vertrouw de rechtbanken niet te veel. Arbeiders krijgen de illusie dat ze hun gelijk kunnen halen. Zetelt immers ook geen lid van de vakorganisatie als rechter of raadsheer “in sociale zaken” in de arbeidsgerechten? Hoe kan je echter je gelijk halen als het recht door de bezittende klasse wordt geschreven?
Recht heeft iets homeopathisch. Je krijgt de indruk dat het werkt, maar dat is een illusie: de kanker blijft woekeren. Vandaar dat we niet te veel belang moeten hechten aan zegeberichten over een rechtszaak die links of rechts wordt “gewonnen”. Dit leidt ons af van de werkelijke opdracht: de maatschappij revolutioneren.
M.L. DUFRESNE-CASTETS, Un monde à gagner. La lutte des classes au tribunal, Paris, Don Quichotte éditions, 2017, 283 p.