Het bewustzijn over de uitbuiting in de gaming-industrie en de nood aan collectieve organisatie om daar iets aan te veranderen, is snel aan het groeien. Deze verzetsbeweging op de werkvloer heeft veel potentieel gezien de indrukwekkende schaal van de sector: de gaming-industrie is vandaag wereldwijd groter dan de filmindustrie.
Uitbuiting in een hooggeschoolde industrie
De onvrede kwam deze herfst aan de oppervlakte met de lancering van de nieuwe megaproductie Red Dead Redemption 2. De topmanager in de industrie Dan Houser stoefte in een interview dat medewerkers wel 100 uren per week aan het game hebben gewerkt. Hij wou daarmee aangeven wat voor een gesofisticeerd game het wel is. Dat 100 uren per week werken als iets positief kan worden voorgesteld, geeft al een treffende indicatie over hoe het er op de werkvloer van de gaming industrie aan toe gaat.
Tot de grote verbazing van Dan Houser en konsoorten kregen ze in plaats van erkenning en ontzag voor hun werkwijze, een golf van ontzetting en lang opgekropte frustraties vanwege de werknemers over zich. De sector is samen met de enorme schaalvergroting de laatste jaren erg veranderd. De bazen organiseren op gesofisticeerde wijze de concurrentie tussen werkenden. Net als in andere ‘nieuwe’ sectoren, worden er nagenoeg geen vaste contracten meer gegeven. Vele ontwikkelaars werken als freelancers, die met elkaar in concurrentie moeten gaan om deel uit te maken van een project. Zo maken de bedrijven systematisch gebruik van wat ‘speculatieve arbeid’ wordt genoemd. Om opgenomen te worden in een project moeten de freelance ontwikkelaars een tot op een bepaald niveau uitgewerkt voorstel doen. Dan kiezen de projectleiders/managers een ontwikkelaar uit de binnengekomen voorstellen. De plekken in het definitieve ontwikkelingsteam zijn schaars. Het werk van de niet-geselecteerde ontwikkelaars wordt niet vergoed, maar elementen ervan wel gebruikt in de verdere uitwerking.
Het presteren van overuren is, zoals de bazen zelf fier toegeven, epidemisch. Uit de verschillende getuigenissen en onderzoeken in verschillende takken en bedrijven van de gaming industrie, blijkt dat je blij mag zijn met een gemiddelde werkweek van 45 uren, hoewel de overuren niet worden betaald. Zeker in de zogenaamde ‘crunch’-periodes op het einde van het productieproces om de lanceringsdatum te halen, degenereert het werk naar Japanse toestanden. Ontwikkelaars-proletariërs werken dan zo lang door dat ze de enkele uurtjes nachtrust gewoon onder hun bureau doorbrengen, in een slaapzak gewikkeld. Zoals zoveel geschoolde beroepen die enorm snel zijn gegroeid, zijn de werkomstandigheden snel geproletariseerd.
Militante syndicale organisatie
In een sector waarin vakbonden tot nog toe volledig afwezig waren, is in Frankrijk een jaar geleden de allereerste vakbond van videogame-arbeiders ontstaan, de STJV. Het idee om de ontwikkelaars op een internationale schaal te organiseren, is verder gegroeid op een conferentie van de vakorganisatie van de game ontwikkelaars in Los Angeles. Dat is opmerkelijk omdat de corporatistische visie van de International Game Developers Association steeds erg anti-syndicaal was (‘vakbonden zijn voor arbeiders’, nietwaar?).
Het zijn in het bijzonder de jongere ontwikkelaars die een andere koers willen inslaan en op de conferentie de hashtag #GameWorkersOrganize lanceerden. Die kreeg meer respons dan verhoopt en is nu ook bekend onder de naam van de syndicale organisatie Game Workers Unite. Die is vooral in het Verenigd Koninkrijk actief, maar heeft ook geaffilieerde afdelingen in de VS, Australië, Brazilië, Duitsland, Canada en België (1). Drijvende kracht achter de campagne Marijam Didž galvytė : « De manier waarop onze campagne is ontploft - en het is nog niet eens officieel begonnen - laat zien dat het bewustzijn onder de game ontwikkelaars plotseling is veranderd. De eerste keer dat we buiten de kantoren van een groot bedrijf protesteren, zal het enorm zijn en een enorme impact hebben op alle werknemers. We krijgen zoveel steun. Bijvoorbeeld Jim Sterling, een van de grootste recensent op YouTube, steunt ons. Zijn zes meest populaire video's hebben allemaal te maken met vakbonden en arbeidskwesties in de gamesindustrie. Dat maakt me erg optimistisch. We maken deel uit van een beweging die solidariteit en klassenbewustzijn aanwakkert bij een jongere generatie. »
Leerschool in klassenstrijd
Het gaming-milieu stond lang bekend voor haar rechtse, libertaire en escapistische denkbeelden. Nu komt ook een ander aspect van de ‘videogame designers’ naar boven: de videogame-werkers zetten de eerste stappen in het syndicalisme, de beste leerschool in organisatie, solidariteit en klassenstijd. Dezelfde strijdvaardige dynamiek doet zich in steeds meer aspecten van de samenleving gelden en niet het minst in de sectoren waarvan dat het minste werd verwacht. De stemmingsverandering maakt deel uit van de toegenomen strijdvaardigheid in de samenleving die zich doet gelden in bredere fenomenen als de gele hesjes, Corbyn’s Labour Party en de massale vrouwenmobilisaties.
De onvrede met de huidige gang van zaken zit bijzonder diep en gaat verder de richting van sociale revolutie op. De tegenstellingen nemen toe, tussen enerzijds de 1%, de bazen, de bankiers en de heersende politici en anderzijds de uitgeperste klasse van loontrekkers die overloopt van de ideeën en creativiteit die nodig zijn om een andere samenleving te doen functioneren.
Met dank aan het artikel van Daniel Morley
(1) Volg hier de Belgische afdeling van de campagne: GWUBelgium@Facebook