Op donderdag 21 maart verzamelden vijfhonderd enthousiaste leden van The Struggle – de Pakistaanse afdeling van onze internationale marxistische tendens – in de Al-Hamra Hal in het centrum van Lahore. Het eerste congres vond 21 jaar geleden plaats in Amsterdam. Toen richtte een kleine groep politieke vluchtelingen die onder de brutale dictatuur van Zia ul-Haq gevangenen waren geweest, het marxistische blad The Struggle op met de steun van Ted Grant, Alan Woods en de Britse marxistische tendens. Het congres van donderdag was het grootste communistische congres dat ooit in Pakistan was gehouden. Het overtrof zelfs het congres van 1953 toen 226 afgevaardigden elkaar ontmoetten.
Het podium was versierd met rode vlaggen, portretten van Marx, Engels, Lenin en Trotski en met revolutionaire uitspraken in het Urdu. Tijdens de periode voor het congres was er voor elke zitting een document in boekvorm gedrukt en doorheen het land verspreid. Deze documenten werden bediscussieerd in elke afdeling zodat de leden goed voorbereid naar het congres kwamen. De afgevaardigden kwamen uit elke hoek van Pakistaan en elke nationaliteit was vertegenwoordigd: Pashtoens, Baloechi’s, Sindhi’s, Punjabi’s, Kashmiri’s, Saraiki’s en Hazara’s. Bepaalde afgevaardigden moesten 36 uren reizen om naar het congres te komen. Dit is het enige congres in Pakistan waar de afgevaardigden van zo veel verschillende etnische groepen elkaar in vrede ontmoeten om hun gemeenschappelijke problemen te bespreken en te werken aan een socialistisch perspectief voor Pakistan. Alle sociale groepen waren vertegenwoordigd: jong en oud, mannen en vrouwen, arbeiders en boeren, studenten en intellectuelen. De overgrote meerderheid bestond echter uit arbeiders en jeugd. Er waren arbeidersleiders van de Pakistaanse staalfabrieken van Karachi, van de spoorwegen, de post, de bouwnijverheid, de telecommunicatie, de kracht- en elektriciteitscentrales, het transport, de haven, de textielindustrie, de leerlooiers, de ziekenhuizen, de scholen en vele andere sectoren.
Onder de jongeren was er een grote delegatie, een honderdtal, van Kashmir afkomstig, vooral van de JKNSF (Jammuu-Kashmir Nationale Studentenvereniging). Deze studentenvereniging had op haar laatste congres met een overweldigende meerderheid voor een marxistisch bestuur gekozen. Ook marxisten van de JKPSF (Jammu-Kashmir Studentenvereniging van het volk), het SLF (Studenten Bevrijdingsfront) en de PYO (Jeugdorganisatie van het volk) en vele andere jeugdorganisaties met een massale aanhang waren aanwezig. Dit is een illustratie van de groeiende sympathie voor revolutionaire marxistische ideeën in Kashmir zoals ze verdedigd werden in het programma van de Campagne voor een Socialistisch Kashmir. Een aantal studenten waren afkomstig van drie universiteiten uit de regio Sindh waar ze onlangs YFIS (Youth for International Socialism) opgericht hebben. Een belangrijke aanwezigheid was ook die van de marxistische studenten van de universiteit van Punjab dat al gedurende dertig jaar een bastion is van islamitisch fundamentalisme.
Jammer genoeg kon een delegatie van zeven Indiaanse communisten het congres niet bijwonen. Ze stonden klaar om te vertrekken en hadden zelfs al hun reis betaald, maar de blokkade tussen India en Pakistan verhinderde hen op het congres aanwezig te zijn.
Het congres werd ook gekenmerkt door de toegenomen aanwezigheid van vrouwen. Dit is heel belangrijk voor een land als Pakistan, waar de algemene traditionele sociale structuren het de vrouwen heel erg moeilijk maken om deel te nemen aan politiek. Een bepaalde vrouw kon bijvoorbeeld niet aanwezig zijn omdat haar broer er bezwaar tegen had! Desondanks waren verschillende vrouwen aanwezig op het congres, tegen de wil van hun familie in, wat heel gedurfd is in de context van de Pakistaanse samenleving. Ze wisten niet wat hen te wachten stond eenmaal ze naar huis terugkeerden, maar hun geloof in de revolutionaire zaak gaf hen de moed om volgens hun eigen overtuigingen te handelen.
De agenda van dit twee dagen durende congres was overvol, maar de aandacht van de aanwezigen verflauwde geen moment. Het congres werd geopend door een vrouwelijke kameraad die gedurende acht jaar gevangene is geweest tijdens de dictatuur van Zia ul-Haq en die zwaar gefolterd werd voor haar rol in de arbeidersbeweging. De eerste zitting over de ‘Wereldrevolutie Vandaag’ werd ingeleid door Alan Woods, redacteur van het Britse marxistische blad Socialist Appeal en van de website In Defence of Marxism. Er werden veel vragen over een breed spectrum aan onderwerpen gesteld. Een van de vragen kwam van iemand uit Kashmir: “Wanneer zal het volk van Kashmir vrij zijn?” Alan reageerde hierop: “Ik weet niet wanneer het volk van Kashmir vrij zal zijn. Wat ik wel weet is dat gedurende de laatste 55 jaar Kashmir geketend is gebleven en dat de burgerlijke nationalisten en de fundamentalisten gefaald hebben. Het probleem van Kashmir kan enkel opgelost worden met revolutionaire middelen. De Kashmiri’s zullen hun vrijheid veroveren wanneer de volkeren van Pakistan en India hun vrijheid hebben veroverd.” De reactie van het publiek hierop was een staande ovatie die de toewijding van de Pakistaanse kameraden toont aan de zaak van het proletarisch internationalisme. Een boodschap van solidariteit afkomstig van de Turkse afdeling werd ook met een hartstochtelijk applaus onthaald. Hierop volgde een intens debat over de tactieken en strategie van de Pakistaanse revolutie, waarin verschillende meningen werden geopperd in een open en kameraadschappelijke sfeer.
De tweede dag werd geopend met een verslag over de Pakistaanse perspectieven, gevolgd door een organisatorisch verslag en gescheiden verslagen over de financiën, het blad, het werk binnen vakbond, jeugd- en vrouwenorganisaties en over andere activiteiten. Ten slotte werd een nieuw centraal comité verkozen. Alle beslissingen werden met eensgezindheid genomen en een geldomhaling leverde de prachtige som van £3 000 op. Bij de opening van elke zitting hielden verschillende mensen voordrachten van revolutionaire poëzie. Uiteindelijk was er een internationaal verslag over de activiteiten van de internationale marxistische tendens en een aantal slotbedenkingen, gevolgd door het zingen van de Internationale, gelijktijdig in het Engels en het Urdu.
De impact van dit congres op de aanwezigen is moeilijk uit te drukken. Ondanks alle verschrikkingen en moeilijkheden waarmee de Pakistaanse marxisten geconfronteerd werden in de laatste periode, toonde deze gebeurtenis dat ze met opgeheven hoofd uit de strijd gekomen zijn. Een aantal oude communisten en militanten waren erg bewogen. Een van hen zei: “Ik heb in het verleden vele congressen van de communistische partij bijgewoond, maar ik heb nooit iets dergelijks meegemaakt. Ik denk dat ik mijn thuis gevonden heb.” Een van de hoogtepunten van het congres was de prachtige speech van een leider van de staalarbeiders van Karachi en organisator van de PTUDC (vakbond) in Karachi. Hij vertelde hoe 15.000 staalarbeiders een bliksemende opstand voerden tegen het management en het regime, maar ook hoe ze de traditionele vakbondsleiders onder druk gezet hebben om de staalfabrieken te bezetten, iets wat in de geschiedenis van de Pakistaanse arbeidersbeweging nog nooit was gebeurd. De impact van deze actie was zo groot dat ze hun strijd wonnen en dat in slechts een tijdsspanne van 24 uur elke eis waarvoor ze gedurende vijftien jaar hadden gevochten, ingewilligd werd. Deze strijd toont het ware gelaat van het Pakistaanse proletariaat. De arbeiders toonden hun vastberadenheid en hun moed, maar ook hun voorbeeldige orde en discipline. Geen enkele ruit werd aan diggelen geslagen; er was geen enkele vorm van geweld, geen enkel handgemeen en toch bereikten ze een ongeëvenaarde overwinning tegen het patronaat en de militairen. Dit is een illustratie van de werkelijke krachtsverhoudingen in Pakistan.
De laatste tien jaar vormden een moeilijke periode voor de krachten van het marxisme in Pakistan. Bovenop de verschrikkingen van massale werkloosheid, armoede en analfabetisme kwamen nog eens de gruwelen van het islamitisch fundamentalisme en de bloedige etnische conflicten. En op dit moment hebben de imperialistische machten een oorlog in Afghanistan ontketend. De dictatuur van Musharraf die slaafs de wensen van het imperialisme van de Verenigde Staten inwilligt, is echter heel zwak gebleken. De arbeiders en jongeren van Pakistan winnen snel hun strijdlust en klassenbewustzijn terug. Ze beginnen hun angst te verliezen. De weg voor een beslissend conflict in de nabije toekomst tussen de klassen wordt voorbereid. In de huidige situatie en door de buitengewone vooruitgang van de marxistische tendens in Pakistan, was de tijd rijp om de krachten van het revolutionaire marxisme te verzamelen onder de neus van het militaire regime.
De dictatuur van Musharraf wordt langs de ene kant onder druk gezet door het imperialisme van de VS en langs de andere kant door het islamitisch fundamentalisme. Hij is daardoor niet in staat om de linkerzijde de kop in te drukken en probeert zelfs een ‘progressief’ imago te verkrijgen door ‘linkse’ personen in de regering te benoemen. Deze ‘linksen’ hebben het weinige wat nog over was van hun principes ingeruild voor een carrière en bankrekening. Ze moeten onomwonden veroordeeld worden als collaborateurs met het militaire regime.
Ondanks zijn aanvallen op het fundamentalisme en zijn pogingen om ‘progressief’ over te komen, voert Musharraf een pro-imperialistisch en pro-kapitalistisch beleid. Hij volgt slaafs de voor Pakistan desastreuze beleidsmaatregelingen van het IMF en de Wereldbank op. De staking van de Pakistaanse staalarbeiders toonde echter aan dat de dictatuur neit eeuwig hoeft te duren. Het regime valt regelmatig terug op harde repressie, die onder andere geleid heeft tot de sluiting van enkele vakbondscentrales en de arrestatie van vakbondsleden zoals in Baluchistan vorig jaar. Een van de vrouwen die een leidende positie innemen in onze organisatie werd bedreigd met arrestatie. Toen de politie haar huis binnenviel en zag dat ze al weg was, werd haar 12-jarig dochtertje gearresteerd. Vele kameraden werden gemarteld. De repressie is echter aarzelend en strijdig en weerspiegelt de zwakte van het regime, het gebrek aan een sociale basis en interne verdelingen en splitsingen. Het regime verbiedt betogingen, maar laat wel meetings toe binnenskamers. Ons congres was ‘binnenskamers’ en ‘op uitnodiging’. Anders kon er twee of driemaal zoveel volk geweest zijn. Vele mensen die te weten kwamen dat ons congres zou plaatsvinden en vroegen of ze erbij mochten zijn, moesten worden weggestuurd. De Pakistaanse marxisten moeten inderdaad onder zware beperkingen werken. Het risico van een heksenjacht is altijd aanwezig. Er zijn reeds vele arrestaties gebeurd. Dankzij internationale steun zijn we er echter in geslaagd om onze kameraden vrij te krijgen en ons werk te hervatten. Onze invloed en autoriteit groeit elke dag en elk uur aan. Dit werd bewezen door ons congres dat het begin zal zijn van een enorme campagne van agitatie, propaganda en organisatie die de weg moeten voorbereiden voor een revolutionaire marxistische organisatie in Pakistan in staat is om een beslissende rol te spelen in de stormachtige gebeurtenissen die in de toekomst zullen plaatsvinden.
In Defence of Marxism: www.marxist.com
JKNSF (Jammu-Kashmir National Students’ Federation): www.marxist.com/Asia/jknsf.html
Campaign for Socialist Kashmir: www.marxist.com/Asia/socialist_kashmir700.html
PTUDC: www.ptudc.org
Workers Occupation of Pakistan Steel Mills ends in Victory: www.ptudc.org/news/pakistan_steel_strike.html