De schoonmakers zijn al ruim een maand aan het actievoeren voor betere werkomstandigheden. Van een achtergestelde slecht georganiseerd deel van de arbeidersklasse zijn zij een voorhoede geworden. Hun acties zijn voorbeeldig en de rest van de arbeidersbeweging en er kunnen lessen uit getrokken worden voor de rest van de arbeidersbeweging.
Kapitalisme en de dienstensector
De schoonmaakbranche is betrekkelijk nieuw. Vroeger had elk bedrijf zijn schoonmakers, die gezien werden als onderdeel van het bedrijf. Sinds de enorme opkomst van de dienstensector is het schoonmaken helemaal geïntegreerd in de kapitalistische economie. Grote schoonmaakondernemingen concurreren bij bedrijven als Schiphol, de NS, Philips en de overheid om schoon te maken voor de laagste kosten. Uiteraard wordt er geconcurreerd op de arbeidskosten. Dit komt erop neer dat de lonen laag blijven, er niet doorbetaald wordt bij ziekte en het aantal schoonmakers per klus verminderd wordt.
De eerste staking in 2010
In 2010 was er de eerste grote staking van de schoonmakers. Dit was niet zomaar een staking. Het was een zeer strijdbare staking die maar liefst negen weken duurde, iets dat zeer zeldzaam is in polderland Nederland. Het was de langste staking sinds de jaren ’30. Het was daarnaast een staking van een geheel nieuwe laag van de arbeidersklasse. Een groot deel van de schoonmakers bestaat uit migranten en er werken veel vrouwen. Deze lagen van de bevolking zijn traditioneel slecht vertegenwoordigd in de vakbeweging. De boodschap van de staking was duidelijk. ‘Respect’. Een erkenning van het belang van hun werk en een kleine loonsverhoging daarbij.
Deze staking was een revolutie in het klein. De meest achtergestelde ongeorganiseerde lagen van de arbeidersklasse werden in korte tijd de meest strijdbare en georganiseerde. Zij werden een voorbeeld voor de rest van de vakbeweging.
Nieuwe staking
Hoewel de schoonmakers bij de staking in 2010 hun bescheiden eisen met veel strijdbaarheid hadden gewonnen, heeft het de tegenstelling tussen de schoonmakers en hun bazen niet opgelost. De schoonmaakbedrijven hebben de werkdruk weer opgevoerd door de schoonmakers minder tijd te geven voor hun opdrachten. Het leek alsof de vorige overwinning weinig verandering had gebracht. Het werd dus tijd voor een nieuwe staking, welke nu al ruim een maand bezig is. Deze staking gaat om een loonsverhoging van slechts 50 cent, doorbetaling bij ziekte en een lagere werkdruk. Deze staking van de ‘onzichtbaren’ is weer voorbeeldig te noemen. Marsen van Woede en Respect kunnen op veel sympathie rekenen. Het is echter ook belangrijk om niet enkel trots en blij te zijn, maar lessen te kunnen trekken uit deze klassenstrijd.
De rol van de vakbond
De vakbond FNV Bondgenoten speelt een zeer belangrijke rol in beide stakingen. Dat komt door het zogenaamde ‘organising’, een vakbondsorganisatietactiek die oorspronkelijk uit de VS komt, waarbij ‘organisers’ bij verschillende werkplaatsen langsgaan om de stemming voor een staking te peilen en de werknemers te organiseren. Dit organisen werkt zeer goed om geïsoleerde werknemers uit verschillende werkplekken te verenigen en bij de vakbond aan te sluiten. Het organisen wordt nu in enkele bedrijfstakken uitgevoerd, naast de schoonmaakbranche ook in de vleesindustrie en bij distributiecentra. Dit is een positieve ontwikkeling, zeker nu de vakbonden in een identiteitscrisis zitten. In deze tijden van crisis en soberheid is het nodig dat zoveel mogelijk werknemers georganiseerd zijn in de vakbond. Dat maakt hun positie het sterkst.
Van uiterste linkse zijde zijn er hierop kritieken te horen. Het organisen zou gewoon een middel zijn van de bureaucratische vakbondsleiding om meer legitimiteit te krijgen naar buiten toe, nu er al vier decennia een krimp van georganiseerde arbeid is. Hier zit een kern van waarheid in, maar dat neemt niet weg dat het organisen een uitstekende manier is om de werknemers te organiseren en meer klassenbewust te maken. Meer actieve en strijdbare leden betekent dan nog meer druk op de leiding om een strijdbare koers te varen.
Dit kan men allemaal niet los zien van de crisis binnen de FNV. Het pensioenakkoord was het moment dat het duidelijk werd dat de oude federatie, gebaseerd op het overlegmodel (poldermodel), enkel nog maar tot zeer slappe compromissen kon leiden. De crisis en de bezuinigingen hebben duidelijk gemaakt dat compromissen alleen maar verliezen zijn. Met de vorming van De Nieuwe Vakbeweging is het dan ook belangrijk dat deze niet de fouten van de oude federatie gaat herhalen. De nieuwe strijdbare leden kunnen hierbij goed helpen.
Eenheid van de werknemers
Een belangrijk element van de schoonmakersstakingen is de eenheid die ze creëren. De schoonmakersbranche bestaat uit zeer veel migranten, waarvan een groot gedeelte vrouw is. De stakingen creëren een gevoel van eenheid onder de schoonmakers, waar de tegenstellingen tussen de verschillende nationaliteiten overbrugd worden. Fatima en Ingrid staan samen aan de barricade. Op dat moment wordt het duidelijk dat de belangen tussen autochtone en allochtone werknemers hetzelfde zijn. Uiteindelijk heeft iedereen belang bij goede arbeidsvoorwaarden om voor zijn of haar gezin te zorgen. Wilders’ hetze tegen vrouwen met hoofddoek heeft dan onder de autochtone stakers geen effect meer.
Het organiseren en samen strijden van autochtone en allochtone werknemers is dan ook een veel beter middel tegen racisme en discriminatie dan alle anti-discriminatiebureaus en -meldpunten bij elkaar.
De weg vooruit
De staking toont de weg vooruit voor de Nederlandse arbeidersbeweging: actie. Het overlegmodel werkt niet meer. In deze tijden van crisis en soberheid zijn compromissen bijna altijd verliezen. Er is geen ruimte meer voor manoeuvreren zoals er vroeger was. De arbeidersbeweging moet voorbereid zijn op conflict. Er zal hen aangepraat worden dat zij de schuld van het conflict zijn, maar dat is uiteraard onzin. Het conflict bestaat door een tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, over de vraag wie de kosten van de crisis moet betalen.
Deze tegenstelling zal blijven bestaan zolang het kapitalistische systeem, gebaseerd op loonarbeid, blijft bestaan. De schoonmakersstaking is dan ook een voorbeeld hoe men kan organiseren. Dat deze in de private sector is maakt niets uit. Uiteindelijk is iedereen de dupe als men de kapitalisten en hun vertegenwoordigers hun gang laat gaan. ‘Economische stabiliteit’ kan pas weer ontstaan onder het kapitalisme door gigantische versoberingen. Het is de taak van de Nieuwe Vakbeweging om daar tegen te strijden. Echter, het is niet genoeg deze versoberingen tegen te houden. Er moet tevens gestreefd worden naar een rechtvaardiger economisch systeem, waarin de macht van het kapitaal gebroken is. Dat systeem is mogelijk, en heet socialisme.
Volg de schoonmakersstaking op www.schoongenoeg.nu en http://nieuwsuur.nl/video/245016-vakbond-wil-strijdbaar-zijn.html