Maandagavond 6 mei 2002, even na zessen werd de extreem-rechtse en racistische demagoog Pim Fortuyn met zes kogels beschoten op de parking van het Mediacentrum nabij Amsterdam, waar hij net een live radio-interview afgelegd had. Hij overleed aan zijn verwondingen. Alles duidt op een politiek gemotiveerde moord.
Niets is natuurlijk meer vreemd aan de ideeën van de marxisten rond Vonk dan het gebruik van de methodes van individuele terreur of terrorisme in de strijd tegen racisme, extreem-rechts en fascisme. Indien het individu achter de aanslag tegen het leven van Pim Fortuyn een einde wenste te stellen aan zijn racisme en politieke demagogie, dan heeft hij het bij het verkeerde eind. Op deze manier worden Pim Fortuyn en zijn ideeën postuum de enige en echte overwinnaars van de verkiezingen van 15 mei. Tot de eerste resultaten van de moord op Fortuyn behoort ook het afgelasten van de massabetoging tegen het racisme van 11 mei in Rotterdam.
Er is dus geen greintje, niet de minste atoom progressiviteit in de moord op Pim Fortuyn. Integendeel, meer mensen, hoofdzakelijk een twijfelende groep kiezers, zullen nu zeker voor de LPF, de Lijst Pim Fortuyn stemmen. Het racisme, de extreem-liberale en rechtse oplossingen van Fortuyn zullen tijdelijk nog dieper wortel schieten bij een ontredderde bevolking. De mythe van Fortuyn, de man wiens mond werd gesnoerd door het bange establishment, is geboren.
De aanhang van Pim Fortuyn kan enkel aangepakt worden door middel van een massastrijd van jongeren en vooral dan door de arbeidersbeweging die in actie treedt met een programma van dringende sociale hervormingen in huisvesting, urbanisatie, onderwijs, vrijetijdsbesteding en werk. Als goeie aartsliberaal en racist probeerde Pim Fortuyn de onveiligheid waartegen hij beweerde een kruistocht te voeren, te herleiden tot de straatcriminaliteit van jonge mensen van vreemde en islamitische oorsprong. Geen woord over de vermenigvuldiging van de bronnen van onzekerheid en de instabiliteit die het economisch en sociaal poldermodel schragen: de onvoorspelbaarheid van de werkuren en de werkdagen, de atypische contracten, de intensifiëring van de arbeid, mobbing, psychologisch geweld en intimidatie, management door stress enzovoort. De motor van de welvaart in de polder was de groei van de sociale onzekerheid, het vernietigend individualisme, de meedogenloze cultus van de competitiviteit in alle sferen van het menselijke handelen. Allemaal bronnen van instabiliteit waarvan het geheel nog groter is dan de som van de samenstellende delen.
Pim repte hier met geen woord over. Hoe banaal was deze man dan toch! Hij deelde in de consensus over de onschendbaarheid en de onverantwoordelijkheid van het kapitalisme. De man waarvan werd gezegd dat hij de Nederlandse taboes doorbrak nam echter de grootste van alle taboes, het kapitalisme, in bescherming.
Echte originaliteit bestaat erin de immuniteit van het kapitalisme in vraag te stellen. Bij verstek van een dergelijk antwoord van de arbeidersbeweging en de linkse politieke krachten in Nederland op de ondraaglijke sociale onzekerheid stelde Pim de agenda op. Hij had op deze manier het monopolie van de kritiek op het ‘systeem’. Is dit geen strenge les voor de Nederlandse arbeidersbeweging die historisch de drager is van niet alleen een maatschappijkritiek maar ook van een project van drastische maatschappijverandering? Vandaag behoren de leiding van dezelfde arbeidersbeweging tot de meest behoudsgezinde krachten van de maatschappij. Geen wonder dus dat een ontredderde bevolking zich afkeert van de Partij van de Arbeid en zich in de armen stort van een excentrieke maar gevaarlijke demagoog.
De verkiezingscampagne voor de wetgevende verkiezingen wordt nu op een dramatische manier stopgezet en een ongekende commotie heeft de hele Nederlandse samenleving overvallen. Enkele uren na het nieuws van zijn dood verzamelden duizenden mensen zich voor het stadhuis van Rotterdam en enkele honderden concentreerden zich voor het Binnenhof in Den Haag, de Nederlandse zetel van het parlement. De stemming onder de aanhangers van Pim Fortuyn balanceerde van verslagenheid en droefheid tot openlijke grimmigheid.
De regeringsleiders van de paarse coalitie werden snel beschuldigd van medeplichtigheid in de moord op Pim Fortuyn. “Moordenaars, moordenaars” riep de menigte. “Ze hebben hem vermoord” schreeuwde een ander. Met “ze” wordt er verwezen naar de traditionele politici van paars. Later op de avond regende het stenen naar de politie en kwam het tot schermutselingen, kleine brandstichtingen en plunderingen. De Mobiele Eenheid werd ingeroepen om de menigte in toom te houden. De regering en de uittredende partijen van CDA, VVD en de PVDA vrezen dat de woede van de aanhangers van Fortuyn zich tegen hen zal keren. Daarom riep een bleke en duidelijk verslagen Wim Kok op tot kalmte.
Alle lagen van de Nederlandse samenleving zijn geschokt door deze politieke moordaanslag. Politieke moordaanslagen van deze omvang zijn zeldzame gebeurtenissen sinds de Tweede Wereldoorlog in West-Europa. Het duidt op een ten top gedreven spanning in de maatschappij.
We schreven reeds (zie artikel van Erik De Bruyn van 11 april 2002 op deze site) dat met de verkiezingsoverwinning in maart van Pim Fortuyn en de lijsten van Leefbaar Nederland met de plaatselijke verkiezingen, de maatschappij in Nederland afstevende op zeer woelige tijden, waarvoor onze noorderburen zich voorheen immuun achtten.
Met de moord op Fortuyn wordt Nederland plots gekatapulteerd van het ogenschijnlijk meest harmonieuze en politiek correcte land naar de groep van de meest instabiele en woelige landen van West-Europa. Deze groep wordt alsmaar groter de laatste maanden. Frankrijk werd twee weken geleden brutaal uit haar voorspelbare sudderpolitiek gerukt met de deelname van Le Pen in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen en de pre-mei-68-achtige mobilisatie en de politieke polarisatie.
Alles wat zo ‘onnederlands’ leek steekt nu de kop op in het hartje van de polder. We denken niet alleen aan de electorale successen van Pim Fortuyn en de lijst Leefbaar Nederland, maar ook aan het doorbreken van een afwezig cordon sanitaire in Rotterdam dankzij de coalitie tussen CDA, VVD en Pim Fortuyn. Naast de politieke moordaanslag is er ook het begin van een heropflakkering van stakingsbewegingen, zoals deze bij Philips, evenals het opduiken van de ‘oude’ maar o zo moderne tegenstelling ‘werkgever, werknemer’ bij een nieuwe sociaal segment zoals bij de 70.000 IT-werkers.
Wim Kok, de ontslagnemende minister-president, vertelde een paar uur na de aanslag dat de Nederlandse traditie erin bestond politieke tegenstanders met woorden en niet met kogels te bekampen. De Nederlandse staat en burgerij heeft echter een andere traditie die gelijkloopt met de tradities, reacties en gewoontes van andere kapitalistische staatsapparaten, zoals het gebruik van bruut geweld in de repressie van dissidente bewegingen. Al de rest is een mythe. De geschiedenis van de kolonisering van Indonesië bijvoorbeeld is er een van massaslachtingen, cynische manipulatie en verraad. Herlees Max Havelaar en (her)ontdek het echte gelaat van de Nederlandse burgerij!
Het vroegtijdige ontslag van de paarse coalitie naar aanleiding van het Srebrenica-verslag waar de schandalig passieve rol en zelfs de medeplichtigheid van het Nederlands militaire contingent bij etnische zuiveringen in het voormalig Joegoslavië aan de kaak wordt gesteld, versterken nog het beeld van een land dat stuurloos is geworden. Niemand kan er nog aan twijfelen: de artificiële consensus in Nederland ligt nu aan scherven; de polderdijk is duidelijk gebroken. De crisis in de Lage Landen neemt de proporties aan van een echte regimecrisis zoals België er een gekend heeft in 1996/1997 met de Witte Beweging.
De sleutel van de situatie ligt nu in de handen van de arbeidersbeweging en haar organisaties. Hiervoor moet echter hét taboe der taboes gebroken worden: het stilzwijgen rond het kapitalisme. Het racisme in het bijzonder onder de kleine mens is geen vaststaand gegeven. Bertold Brecht, de Duitse toneelschrijver en dichter, vertelde dat een racist iemand is die zich van woede vergist. Aan de arbeidersbeweging de taak om de woede en frustratie om te buigen naar de echte verantwoordelijken van de ellende in Nederland, namelijk het vernietigende winstsysteem. Pas dan kan de basis gelegd worden voor een echte en geen artificiële harmonie in de maatschappij.