Op 3 februari keurde de sociaal-democratische president Thomas Klestil de coalitie goed tussen de regerende volkspartij (ÖVP) en de extreem rechtse vrijheidspartij (FPÖ) van Jörg Haider. Een daad die in de EU maar ook in de rest van de wereld op een golf van protest werd onthaald. Om te begrijpen hoe het zo ver is kunnen komen en wat te verwachten of hoe te reageren, is het nodig eerst de politieke geschiedenis van Oostenrijk te bekijken.
De politieke situatie van Oostenrijk na 1945 werd gekarakteriseerd door het feit dat de heersende klasse te zwak was om via haar eigen bourgeoispartij te regeren. Dit is waarom ze vanaf het begin moest steunen op de reformistische massaorganisaties van de arbeidersbeweging (de sociaal-democratische SP en de vakbond ÖGB). Deze zwakte weerspiegelde zich ook in de samenstelling van de Oostenrijkse regeringen sinds ’45. Met uitzondering van de korte periode 1966-70 maakte de SP steeds deel uit van de regering. Sinds 1970 leverde ze zelfs de kanselier. De laatste 13 jaar van deze coalitie met de conservatieve ÖVP kenmerkte zich dan ook door een regeringsprogramma van ernstige aanvallen op de verzorgingsstaat, de rechten van de arbeiders, privatisering,
Het machtsevenwicht in de maatschappij is dan ook merkbaar in het voordeel van de heersende klasse verschoven. Dit is nog het best merkbaar op de werkvloer waar men te kampen heeft met een stijgende werkloosheid, verslechterende arbeidsomstandigheden en de alomtegenwoordige onzekerheid over het behoud van werk. In de fabrieken en werkplaatsen heerst er dan ook een sfeer van opgekropte woede en frustratie onder de arbeiders.
De parlementsverkiezingen waren een duidelijk keerpunt. De oude coalitie leek op sterven na dood. Binnen de ÖVP en de werkgeversorganisaties wonnen de krachten die tot een coalitie met extreem rechtse FPÖ van Jörg Haider neigden aan invloed.
Desondanks opende de ÖVP de onderhandelingen mat de SP. De zogenaamde vernieuwers in de partijleiding (beïnvloed door ons aller vrienden Blair en Schröder)bleken tot alles bereid om in de regering te blijven, zelfs wanneer dit het opgeven betekende van alles waar de sociaal-democratie voor had gestaan. Na meer dan 100 dagen bereikten beide partijleidingen eindelijk een akkoord over het programma van de nieuwe regering. Het was overduidelijk dat deze onderhandelingen door de conservatieven werden gedomineerd, in die mate dat zelfs de meest rechtse elementen binnen de ÖVP overtuigd waren van een nieuwe coalitie met de SP.
Het coalitieakkoord zag er dan ook uit alsof het enkel door de ÖVP was geschreven. Zo planden ze aan de ene kant een verhoging van de pensioenleeftijd, het invoeren van schoolgeld in sommige delen ven het onderwijs, bezuinigingen op het pensioensysteem, totale privatisering van de staatssector en meer zulks fraais. Dit alles terwijl men de sociale bijdragen van het patronaat wou verminderen. Op gebied van buitenlandse politiek was men overeengekomen een militair wederzijds bijstandsakkoord te ondertekenen als verdere toenadering tot de NAVO.
Deze "vernieuwers" rond kanselier Viktor Klima gingen zover in hun uitverkoop dat ze bereid waren een onverbloemde bourgeois-politiek te voeren. Op een ding hadden ze echter niet gerekend: binnen de SP werd Klima geconfronteerd met een sterke tegenstand vanuit de vakbeweging. Onder enorme druk en dreigende taal vanuit haar terecht verontwaardigde achterban weigerde de ÖGB-leiding dan ook het akkoord mee te ondertekenen. Zo groot was de onvrede dat zelfs de meest rechtse bureaucraten binnen de vakbond, die in het verleden steeds de bezuinigingen hadden goedgekeurd, nu wel moesten mee standhouden.
Als reactie hierop begon de ÖVP een steeds grotere druk op Klima en co uit te oefenen om zo de vakbondsleiding tot ondertekenen te dwingen. Toen ze ook nog de post van minister van financiën opeisten stortten de onderhandelingen tussen de SP en ÖVP volledig in elkaar.
Nog even probeerde de SP een minderheidsregering op te richten, doch zonder een parlementaire meerderheid bleek dit een ijdele droom. Ondertussen hadden ook de ÖVP en Haider besloten het de SP onmogelijk te maken een regering te vormen en onder elkaar de onderhandelingen te starten over het vormen van een bourgeois-regering. Op alle belangrijke punten staan deze 2 partijen voor dezelfde ideeën. We kunnen ons aan een ernstige aanval op de verzorgingsstaat verwachten, beginnende met het pensioensysteem. De heersende klasse heeft besloten de arbeidersbeweging de oorlog te verklaren. Ze zullen een offensief proberen te lanceren tegen de verworvenheden van de arbeiders in dit land. Dit jaar zal een opleving zien van de klassenstrijd in Oostenrijk.
De laatste weken hebben de vakbondsmilitanten getoond dat het mogelijk is terug te vechten. Nu zal het de taak van de arbeidersbeweging zijn zich voor te bereiden op een volgende golf van aanvallen. Vanwege de hachelijke financiële situatie en de internationale druk om de begroting sluitend te maken zal de nieuwe regering willen bezuinigen op de verzorgingsstaat. De Oostenrijkse marxisten zullen alles doen om hiertegen een verweer te organiseren. De uitbouw van een sterke linkervleugel binnen de SP en vakbond is een vereiste voor de succesvolle strijd tegen het bourgeois-offensief.
Steun de marxistische tendens in de SP!