Hoewel de officiële resultaten nog niet bekend zijn gemaakt, is het duidelijk dat Evo Morales de volgende president van Bolivia zal zijn na zijn electorale overwinning afgelopen zondag. Aangezien hij meer dan 50 procent van de stemmen heeft binnengehaald, is hij automatisch president. Geen van de opiniepeilingen, die beweerden dat hij hoogstens 34 procent zou krijgen, had dit voorspeld.
Zijn dichtste rivaal en de favoriet van de oligarchie en de Amerikaanse ambassade, Tuto Quiroga, behaalde slechts 31 procent van de stemmen. In het parlement zijn de zaken minder duidelijk, maar het ziet ernaar uit dat de partij van Morales, de MAS (Beweging naar het Socialisme), geen meerderheid haalt, hoewel ze toch de grootste parlementaire groep zijn.
Evo Morales won op zijn sokken in alle departementen van de Andes: La Paz met 63,9 procent, Cochabamba 60,1 procent, Oruro 61,6 procent, Potosi 53,2 procent en Chuquisaca 46,6 procent. Deze regio’s waren het centrum van de revolutionaire bewegingen die de vorige twee presidenten omverwierpen (Sanchez de Lozada en Mesa). In El Alto – de arbeidersstad boven La Paz die de organisaties van de arbeiders en de boeren omschrijven als hun “revolutionair hoofdkwartier” – was de overwinning van de MAS echt overweldigend. Tony Condory Cochi, die tot recent lid was van het uitvoerend bestuur van de machtige Federatie van Buurtraden, was kandidaat van de MAS in El Alto. Volgens de voorlopige resultaten kreeg hij een nooit eerder geziene 70,9 procent van de stemmen!
Dit toont onomstotelijk dat de verkiezingszege van de MAS het bijproduct is van de revolutionaire strijd die het Boliviaanse volk de afgelopen jaren heeft gevoerd. Hoewel ze de kans kregen in oktober 2003 en juni 2005 om de macht te nemen, gebeurde dit niet doordat de leiding van de beweging geen duidelijk plan had en weifelde op alle kritieke momenten. Bijgevolg verlegde de beweging haar aandacht naar de verkiezingen. En het resultaat daarvan zien we nu in de denderende overwinning van de MAS.
Ook in de laagvlakten was de uitslag voor de MAS verrassend goed. In Santa Cruz, het bolwerk van de heersende oligarchie, haalde de partij meer dan 30 procent. In Tarija kreeg Morales eveneens bijna 30 procent. Dit toont dat ondanks de pogingen van de heersende klasse om het land te verdelen op regionale basis, de echte verdeling die is tussen klassen. In Santa Cruz voerden de regionale tak van de vakbond COB en de beweging voor landloze boeren MST actief campagne voor de MAS.
Tezelfdertijd zijn de traditionele partijen van de Boliviaanse heersende klasse bijna volledig weggeveegd. De MNR – die begon als een burgerlijk-nationalistische beweging tijdens de revolutie van 1952 en vervolgens een van de pilaren van de heersende klasse en het imperialisme werd – kreeg een magere 6,7 procent in deze verkiezingen. De MIR en ADN, twee andere belangrijke burgerlijke partijen, komen er zelfs helemaal niet meer aan te pas in het parlement!
De omvang van de zege kon nog groter zijn geweest als de Nationale Verkiezingsraad niet bijna 1 miljoen mensen van het verkiezingsregister had gehaald. De meesten daarvan komen immers uit arme en arbeidersdistricten en zouden voor de MAS gestemd hebben. De overwinning kwam bovendien tot stand na een extreem gepolariseerde verkiezingscampagne waarin de olie- en gasmultinationals, de Amerikaanse ambassade en het Boliviaanse patronaat allerlei beschuldigingen en verdachtmakingen naar het hoofd van Morales slingerden. Zo waarschuwden ze de bevolking dat hij “een agent is van het Venezolaanse imperialisme” en “een vriend van de communistische dictator Castro” enzovoort.
De arbeiders en boeren stemden onmiskenbaar tegen het Amerikaanse imperialisme, tegen de overheersing van de natuurlijke rijkdommen door buitenlandse multinationals. Het was tevens een stem tegen de oeroude nationale verdrukking van de inheemse meerderheid. Tot de jaren ’50 mocht de inheemse bevolking zelfs niet wandelen op het Murilloplein waar het parlement gevestigd is. Nu is Morales, die zelf voortkomt uit de basisbeweging en uit de inheemse meerderheid, verkozen tot president.
Geen twee meesters dienen
Door voor hem te stemmen wilden de onderdrukten een slag toedelen aan hun verdrukkers. Morales zal nu echter onder enorme druk komen te staan. Enerzijds eisen de gasmultinationals, de Amerikaanse ambassade en de lokale heersers respect voor het privé-eigendom, een vrijhandelsakkoord met de VS en de uitroeiing van de cocateelt. Anderzijds stemden honderdduizenden gewone mensen en armen voor de MAS met een duidelijk idee voor ogen, namelijk dat Morales de ‘agenda van oktober’ zal uitvoeren, dus de eisen die leidden tot de opstand van oktober 2003. Dit zijn hoofdzakelijk de nationalisatie en industrialisering van gas, een landhervorming, omkering van het neoliberale beleid en voor sommigen ook het bijeenroepen van een Grondwetgevende Vergadering.
De arbeiders en boeren hebben tijdens de laatste jaren getoond dat dit voor hen een strijd is op leven en dood. Indien de MAS-regering hen niet geeft wat ze al jaren vragen, dan zullen ze terug op straat komen en proberen hun doel te bereiken via massale directe actie. De beweging is vol zelfvertrouwen en heeft reeds enkele overwinningen behaald, zoals het stoppen van de pogingen om het water in Cochabamba en El Alto te privatiseren. Hoewel de beweging niet de macht heeft genomen op het moment dat dit mogelijk was, hebben ze in de afgelopen twee jaar twee presidenten verslagen en verjaagd.
De situatie kan zich gelijkaardig ontwikkelen als in Ecuador. Daar faalde de revolutie eveneens en drukte de massabeweging zich uit in de verkiezingsoverwinning van Lucio Gutierrez. Toen hij toch een beleid omarmde dat gedicteerd werd door de imperialisten, was er een nieuwe beweging die hem uit zijn regeringspost verjaagde enkele maanden geleden. Als Morales dezelfde weg volgt als Lucio, dan zal hij hetzelfde eindigen, verjaagd door dezelfde krachten die hem aan de macht brachten.
Internationaal zien we dat de intelligentere secties van de heersende klasse zich ervan bewust zijn dat Evo Morales hun laatste kans kan zijn om de controle over Bolivia te houden, voordat ze een militaire dictatuur moeten instellen, wat waarschijnlijk in de huidige situatie zou leiden tot een burgeroorlog. Zo waarschuwt de Financial Times Washington om “niet te overreageren tegen de retoriek van Mr. Morales om coca uit de criminele sfeer te halen en nauwere banden te smeden met Venezuela en Cuba”. En ze voegen daaraan toe: “De Amerikaanse regering mag niet buigen voor druk van ‘drugsbestrijders’ in het parlement of de harde rechterzijde die waarschijnlijk zullen schreeuwen om de hulpprogramma’s stop te zetten.” Deze woorden tonen dat ze liever zouden hebben dat Washington zachtjes Morales naar rechts duwt, zoals gebeurde met Lucio. “Deze programma’s zijn de beste kans om de invloed van de VS in Bolivia te bewaren. Als we het land hiervan loskappen, dan zou Morales verder naar links geduwd worden en riskeren we een versnelling van de politieke polarisatie in de regio.” Dit klinkt natuurlijk goed op papier, maar in het echte leven zal Morales ook onder druk staan van de machtige revolutionaire beweging. En tezelfdertijd zijn de reactionairen die het Amerikaanse buitenlandse beleid bepalen in Latijns-Amerika niet noodzakelijk de meest omzichtige mensen.
Morales beloofde zijn volgelingen tijdens de verkiezingscampagne vele dingen, maar hij heeft ook de multinationals enkele zaken verzekerd. Net voor de verkiezingen vertelde Morales aan La Gaceta: “Als ik verkozen wordt tot president, dan zal ik spijtig genoeg die neoliberale wetten moeten eerbiedigen. We zullen via decreten enkele veranderingen kunnen aanbrengen, andere via de wetgevende macht. Toch zullen er niet onmiddellijk grote veranderingen komen want twintig jaar neoliberalisme kan niet met één pennentrek uitgeveegd worden.” Tijdens de viering van zijn verkiezing vernoemde hij de centrale eisen van de arbeiders- en boerenbeweging: de nationalisatie van gas. “De regering zal haar recht uitoefenen om Bolivia’s gasbronnen te bezitten. Dat betekent nochtans niet de confiscatie of onteigening van multinationals.”
De regering van Mesa – die overigens de parlementaire steun kreeg van de MAS – toonde dat in een situatie zoals in Bolivia, met een extreem verarmde staat en bevolking in een land met een rijke ondergrond, het onmogelijk is om twee meesters te dienen. Je kan niet zowel de multinationals als de arbeiders en boeren tevreden stemmen. Morales zal moeten kiezen. In Venezuela is Chavez aan de macht gekomen op basis van een programma van diepgaande democratische hervormingen. Nu echter stelt hij openlijk dat deze hervormingen niet kunnen geïmplementeerd worden binnen de limieten van het kapitalisme. Bolivia bevindt zich zelfs nog in een slechtere situatie op dat vlak.
Andes-kapitalisme?
In het verleden hebben de leiders van de MAS, met Morales op kop, de strijd van de arbeiders en boeren nooit tot het einde doorgevoerd omdat ze steeds vertrouwen toonden in het burgerlijk parlement. Wegens het onvermogen van de arbeidersleiding om de macht te nemen op het moment dat deze kwestie zich stelde, heeft de MAS nu de parlementsverkiezingen gewonnen. Ze zullen getest worden en dat is momenteel een noodzakelijke fase in de ontwikkeling van het bewustzijn van de massa’s.
De kandidaat voor vice-president, Garcia Linera (een ex-guerrillero), verdedigt nu de mogelijkheid van een soort nationaal ‘Andes-kapitalisme’, gericht op de ontwikkeling van de economie. Dit is een utopie. De Boliviaanse heersende klasse is nog meer afhankelijk en onderdanig ten opzichte van het imperialisme dan haar Venezolaanse tegenhanger. Er bestaat een lange traditie in Bolivia, gaande van de tinbaronnen uit Londen en Zwitserland die op het einde van de 19e eeuw het land beheersten, tot president Sanchez de Losada die onderwijs volgde in de VS en enkel Spaans kon spreken met een Engels accent. Alle vroegere pogingen van de arbeidersbeweging om te vertrouwen op de ‘progressieve’ delen van het patronaat en de middenklasse zijn geëindigd in een bloedbad en militaire dictatuur. De gekwelde geschiedenis van Bolivia is bestrooid met voorbeelden hiervan. De ‘nationalistische’ of zelfs ‘revolutionaire’ secties van de heersende klasse zijn allemaal geëindigd als belangrijke instrumenten van imperialistische verdrukking, zoals het geval was met de MNR (Nationale Revolutionaire Beweging) en daarna de MIR (Beweging van de Revolutionaire Linkerzijde).
De enige manier om het land betekenisvol te ontwikkelen is door de natuurlijke rijkdommen stevig onder de controle van de arbeiders en boeren te plaatsen. De afgelopen jaren waren een leerschool waarin toenemende delen van het volk leerden dat ze niet vooruit kunnen geraken binnen de beperkingen van het kapitalisme. De meest bewuste activisten in de Boliviaanse arbeidersorganisaties dienen zich voor te bereiden op de volgende revolutionaire golf die er onvermijdelijk aankomt.
Voor meer inzicht in de situatie: