Een kat in het nauw maakt wilde sprongen. Deze mooie Nederlandse uitdrukking is een passende omschrijving van de Amerikaanse elite in deze tijd van kapitalistische crisis. "Fascisme is niets anders dan kapitalisme in verval", zei Leon Trotski. En al is de huidige regering in Washington geen fascistisch regime, Donald Trump en zijn gevolg tonen autocratische trekjes die enige bezorgdheid legitimeren. Maar tegelijkertijd tonen deze trekjes ook aan dat het socialisme in opmars is, en ook haar vijanden dit niet meer kunnen ontkennen.
Een tekenend voorbeeld van de paniek die er in kapitalistische Amerika toeslaat, is de bezorgdheid over de toenemende populariteit van het socialisme. Het Witte Huis heeft in Oktober van dit jaar een document gepubliceerd genaamd "The Opportunity Costs of Socialism", letterlijk vertaald de ‘opportuniteitskosten’ van het socialisme. Het Witte Huis licht in haar verklaring toe dat deze studie een reactie is op de toenemende populariteit van het socialisme onder jongeren in de Verenigde Staten.
Red Scare
De bezorgdheid van de Amerikaanse elite is terecht, in die zin dat het socialisme inderdaad aan populariteit wint. Wat het Witte Huis ongetwijfeld niet realiseert in haar analyse, is dat dit een direct gevolg is van het falen van het kapitalisme. Waar het 'land van de onbegrensde mogelijkheden' wellicht bekend staat als kapitalistisch bastion, is het daarmee ook het meest vatbaar voor een socialistische omwenteling. Om deze kentering tegen te gaan, beroepen de auteurs van het Witte Huis document (Raad van Economische Adviseurs) zich op stokoude tactieken uit de tijd van de Koude Oorlog en de zogenaamde 'Red Scare', en haalt dientengevolge allerlei oude vooroordelen over het socialisme van stal om de lezer schrik aan te jagen over de ideeën van Karl Marx.
Het Witte Huis
In hun 76 pagina's tellende essay, formuleert de Raad van Economische Adviseurs een aantal speerpunten waarop hun conclusies zijn gestoeld. Men benoemt de theoretische tekortkomingen van het socialisme met betrekking tot motivatie, beloning en innovatie en het gaat dieper in op de staatkundige aspecten met het falen van het 'socialisme' in landen als de Sovjet-Unie als voorbeeld.
Wat opvalt in de conclusies is dat men terug blijft vallen op populaire misvattingen en, in plaats van een studie naar de Marxistische grondbeginselen, terug blijft grijpen naar 'praktijkvoorbeelden' zonder deze te verbinden aan de theorie.
Een goed voorbeeld is het beeld dat wordt geschetst van socialisme als een autoritaire, bureaucratische staat. Dit schrikbeeld wordt ingezet als boeman richting brave burgers die worden onderdrukt door een Stalinistische regering die alle productiemiddelen bezit en kleine middenstand het leven zuur maakt.
Terwijl de kapitalisten iedereen bang maken voor een bemoeizuchtige overheid die 'alles' beheerst, is hun alternatief een bemoeizuchtige rijke elite die alles beheerst. Marxisten pleiten enkel voor de socialisatie van de grote banken en multinationals die de economie controleren (en overigens ook de kleine middenstand uitknijpen). Géén technocratische overheid, maar collectief eigendom onder democratische arbeiderscontrole. Dan kunnen we een democratisch plan realiseren waar ook de middenstanders bij betrokken kunnen worden. De kleine bedrijfjes en zelfstandigen mogen dan zelf bepalen of ze doorwillen als privaat bedrijf (met goede arbeidsvoorwaarden voor de werknemers), of zich vrijwillig aansluiten bij een coöperatief of collectief.
Deze bangmakerijen van het Witte Huis gaan door in de rest van het paper en borduren voort op het beeld van ofwel Stalinistische regimes dan wel reformistische regeringen van landen als Denemarken en Zweden. De mythe die er in VS heerst dat Scandinavië 'socialistisch' is, wordt dankbaar gebruikt om te 'bewijzen' dat het systeem niet werkt. Het falen van de reformistische linkse politiek wordt hier net als door rechtse partijen in Europa zelf gebruikt om het kapitalisme te propageren.
Wat betekent dit?
Ondanks dat de toon en de conclusies tenenkrommend slecht zijn, is deze publicatie van de Trump-regering een sterk signaal dat het kapitalisme inderdaad wankelt. Het teruggrijpen naar oude angsten en vooroordelen over het socialisme en het communisme toont aan dat de economische experts het aan feitelijke argumenten ontbreekt om de Marxistische theorie echt te weerleggen.
De onjuistheden worden gebruikt om te trachten de traditionele afkeer van het socialisme onder de Amerikaanse arbeiders in stand te houden. Het echte progressieve karakter van het Marxisme zoals democratisering van de industrie en de macht naar de werkende klasse in plaats van de werkgevers en het bureaucratische staatsapparaat, zouden juist goed vallen in de Amerikaanse maatschappij. Daarom wil de heersende elite precies deze feiten uit het zicht houden. Tevergeefs, want de populariteit van het socialisme groeit onder Amerikaanse arbeiders en jongeren.
Het is daarom eens te meer de taak van Marxisten om onze theorie goed en geduldig te blijven uitleggen aan arbeiders en jongeren. Om het beeld van Stalinisme als synoniem van communisme weg te nemen en te benadrukken dat Marxisme geen extremistische of utopische filosofie is, maar dat juist de gematigde sociaaldemocraten in Europa een onrealistisch doel nastreven.
Nederland
Ook in Nederland groeit de aanhang van Marxistische ideeën en zullen deze steeds vaker in de media en de maatschappij ter sprake komen. Ook hier kunnen we rekening houden met een felle tegenreactie om het kapitalisme te verdedigen met dezelfde valse argumenten als het Witte Huis. Autocratische verschijnselen, flirten met fascisme en het publiceren van propaganda en desinformatie is een uiterst zorgelijke en akelige tendens maar geeft ons tegelijkertijd een sterk signaal dat de strijd in volle gang is.