Laten we ze klimaatstakers noemen. Want dat zijn ze eigenlijk en geen klimaatspijbelaars. Er bestaat immers geen minimumleeftijd om gebruik te maken van het stakingsrecht. Spijbelen heeft iets frivool, luchtig en vrijblijvend. Staken is politiek, ernstig en geëngageerd. De jongeren overtreden bewust de wet betreffende de schoolplicht om in actie te gaan voor het klimaat. Hiervoor is een sterke motivatie nodig. Dat hebben ze ook. Met opzet gebruiken de media en het establishment toch het begrip ‘spijbelaars’. Zo wordt het protest neergezet als ‘puberaal’. Maar zo is de onstuitbare golf van scholierenstakingen niet. Mogelijk is het het langst volgehouden scholierenprotest sinds de anti-militaristische acties gericht tegen de betonbaron en minister van Defensie Vanden Boeynants in 1973. Het is zeker de omvangrijkste beweging van jongeren uit het secundaire onderwijs sinds 1986, toen duizenden jongeren op de bres stonden tegen de Martens 6 regering. Deze opwelling van protest duidt op een radicalisatie van tienduizenden jongeren. Wat ook het directe resultaat van deze beweging is, ze zal blijvende sporen nalaten in het bewustzijn van de jeugd en andere lagen in de samenleving.
Scholieren bepalen de politieke agenda
Het scholierenprotest onder de noemer Youth for Climate, startte eerst in Vlaanderen en kreeg snel navolging in Brussel en Franstalig België. Zo groeide het tot een echte nationale beweging die de taalgrenzen overschreed. Students for Climate, Teachers for Climate, Workers for Climate en ook ‘grootouders voor het klimaat’ ontstonden in het kielzog van de eerste betogingen. Het oorspronkelijk draagvlak voor het protest breidde zeer snel uit. De regering was verrast, reageerde defensief, arrogant en neerbuigend. ‘Jullie hebben niets begrepen. We gaan het jullie eens goed uitleggen. De school coaches komen er aan’. De Vlaamse minister Schauvliege werd zelf verplicht ontslag te nemen nadat ze luidop beweerde in de klimaatacties een complot te zien... De rechtse partijen, zowel binnen als buiten de regering, zijn het initiatief verloren. Zij hoopten migratie en nationale identiteit naar de voorgrond van de verkiezingscampagne te verschuiven. De N-VA praat over ‘ecorealisme’, de jongeren antwoorden met ‘system change’. Het congres over het confederalisme dat de nationalistische partij hield in die periode kwam nauwelijks aan bod in de media. De thema’s waarmee rechts wenste te scoren geraakten zo in de schaduw.
Programma en...
Ondanks de breed gedragen slogan ‘System change, not climate change’ bij het scholierenprotest, blijft het programma van Youth for Climate (YFC) zeer beperkt. Overal waar het Manifest van YFC werd besproken op algemene vergaderingen (vooral onder hogeschool -en universiteitsstudenten) werd het sterk bekritiseert voor de gematigdheid van de eisen. De woordvoerders van de beweging willen deze regering ook overtuigen meer te doen rond het klimaat. Dit is volgens ons een doodlopend straatje, zoals zal blijken uit de latere ervaring met de farce rond de Klimaatwet. Inzetten op manoeuvres, beïnvloeding en coalities met de mainstream-partijen is verkeerd. De Klimaatwet voorgedragen door een coalitie van een 70-tal verenigingen, werd zeer snel het onmiddellijke doel van het klimaatprotest. De programmatorische en ideologische verwarring in het jonge klimaatprotest, maakte dit mogelijk. Nergens op algemene vergaderingen van scholieren en studenten werd deze wet besproken. De politieke partijen, Groen en Ecolo op kop, maar ook de PS en de sp.a en zelfs de regeringspartijen, ondertekenden allemaal het voorstel van de Klimaatwet. Ook de ngo’s, Greenpeace en anderen, legden dit op als de nieuwe horizon van de beweging. Het werd wel ondersteund via radicalere actie met de kortstondige bezetting van de Wetstraat en daarna een driedaagse bezetting van het Troonplein. De Klimaatwet herhaalt een aantal van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs en van de EU. Over de uitvoering ervan (wie moet betalen en hoe de controle hierop wordt uitgeoefend) bestaat er geen duidelijkheid of eensgezindheid. Nochtans is dit de belangrijkste horde die moet genomen worden. Hier staat links tegen rechts, hier staat een breuk met het kapitalisme tegen zij die denken dat de vrije markt de oplossing heeft. De Klimaatwet staat ook bol van tegenstrijdigheden. Enerzijds pleit het voor ‘sociale rechtvaardigheid’ en anderzijds voor ‘economische efficiëntie’ (ttz heilig respect voor het kapitalistische winstprincipe). Verder wil het via een dialoog tussen de politiek, de maatschappelijke organisaties, de investeerders en de bedrijfswereld tot oplossingen komen. Dit is totaal onmogelijk. Hoe gaan we die bedrijven die massaal in fossiele energie investeren overtuigen om dit niet meer te doen? Hoe gaan we die bedrijven die sinds het begin van het jaar meer dan 2000 jobs hebben doen sneuvelen overtuigen te ‘strijden tegen de armoede’. Dat is echt ‘Mission Impossible’. Uiteindelijk kwam de klimaatwet er niet wegens het verwachte verzet van rechtse partijen die de nodige grondwetsherziening tegenhielden. Dit droeg bij tot een zekere inzinking van de beweging.
... organisatie
Een positieve kant van deze beweging is dat ze weer - gedeeltelijk althans - heeft aangeknoopt bij de goede traditie van democratische algemene studentenvergaderingen, waar zowel het eisenpakket als de verdere acties werden besproken. Gedeeltelijk, omdat de algemene vergaderingen die op de campussen plaats vonden, zich niet herhaalden op het niveau van de secundaire scholen.
Het pijnpunt is dus de afwezigheid van een lokale organisatorische verankering. Wat nodig is zijn comité’s in alle scholen, die op stedelijk vlak worden samengebracht. Deze comité’s komen dan samen in een nationaal scholierencomité met verkozen en permanent afzetbare afgevaardigden. Dit scholierencomité bespreekt en beslist de acties, de houding naar de regering, de partijen en andere organisaties. Ook de bespreking van de eisen staat daar op de agenda. Een dergelijke actieve en gestructureerde deelname zorgt ook voor de nodige steun en controle op de woordvoerders van de beweging. Het kan hen helpen te weerstaan aan de media en andere druk van buitenaf.
Hoe verder?
Op kort termijn kan de mobilisatie een nieuwe impetus krijgen met de voorbereiding van de nieuwe Global Strike for Climate op 24 mei, net voor de verkiezingen. In het najaar moeten we inzetten op een grote mobilisatie voor de COP 25 in december. De beweging is dus verre van voorbij. Ze is pas begonnen!