Het inflatiemonster uitgelegd
Meer dan dertig jaar lang hoefden de Europeanen zich geen kopzorgen te maken over de inflatie. Eind 2020 kwam hier verandering in. Het is uiteraard niet louter een Europese aangelegenheid, heel de wereld is vandaag in de ban van een torenhoge inflatie. Voor marxisten is het duidelijk: de inflatie is een reflectie van de diepe crisis van het hedendaagse kapitalisme.
In december 2022 lijkt de inflatie in België, dankzij een wat lagere energiefactuur, over de piek heen, maar het zakt slechts terug tot 10.35%. Niet vergeten: de vergelijking wordt gemaakt met december 2021, toen het leven ook al een stuk duurder was dan het jaar voordien. De conclusie is dat de inflatie torenhoog blijft. Ook andere landen kampen met dit probleem. In de Verenigde Staten kwam de inflatie (CPI) in november 2022 uit op 7.11%, in Groot-Brittannië was dat 9.38%. In de eurozone piekt de inflatie in november 2022 op 8,4%.
Per definitie betekent inflatie de devaluatie van een munt; met het zelfde geld kunnen minder goederen en diensten worden gekocht dan voorheen. De koopkracht van de lonen is dus afgenomen. Zelfs als arbeiders een hoger loon kunnen krijgen, blijft dit meestal achter bij de stijging van de huren en de rekeningen, waardoor het reële inkomen van de huishoudens daalt. Voor de bedrijven zijn de gevolgen gemengd. Sommigen (de energiebedrijven) maken net superwinsten, anderen krijgen te maken met grote problemen omdat de grondstoffen die zij gebruiken sterk in prijs zijn gestegen en zij dit niet volledig kunnen doorrekenen in de prijzen door de gedaalde koopkracht. Ook bij de bedrijven is het meestal een verhaal van de groten die winnen en de kleinsten (in het bijzonder de middenstand) die onderuitgaan.