Stakingen zijn alomtegenwoordig vandaag in Europa. In Groot Brittanië duren ze al maanden en zijn ze verspreid over tal van sectoren van de spoorwegen via het onderwijs tot de zorgsector (NHS: national health sector). In Nederland waren er grote stakingen bij het openbaar vervoer en zelfs een staking in de winkels met kerstdag. Geen wiel draaide in Duitsland maandag 27 maart. Een ‘megastaking', de grootste in 30 jaar, georganiseerd door twee van de grootste vakbonden van het land, bracht het Duitse vervoerssysteem volledig tot stilstand. De huidige stakingsgolf in Duitsland is al enkele maanden aan de gang en de werknemers hebben daarbij aanzienlijke concessies gekregen. in Frankrijk is de schaal nog groter: 12 actiedagen tegen de pensioenwet (maar ondertussen ook tegen veel meer), telkens gepaard met stakingen en honderdduizenden of zelfs miljoenen betogers. Bij ons is er de natuurlijk de grote staking bij Delhaize, waar we verder in dit nummer aandacht aan besteden.
Oorzaak en gevolg
Waar komt die toegenomen strijdbaarheid vandaan? Er is de aanhoudende crisis die steeds grotere delen van de werkende klasse in de problemen brengt, ook degenen die door de media ten onrechte tot de middenklasse worden gerekend. Er is de inflatie en de nasleep van de pandemie. Maar de rol van de kapitalisten zelf mag ook niet onderschat worden. Delhaize meldde de uitverkoop van alle grootwarenhuizen die ze in eigen beheer heeft. Het bedrijf weigerde te onderhandelen met de vakbonden over de grond van de zaak en zette deurwaarders en politie in om stakingspiketten te ontmantelen. Het zijn de kapitalisten en de patroons zelf die de klassenstrijd ontketenen op een niveau dat sedert lang niet meer gekend is. Weer is Frankrijk hiervan het meest treffende voorbeeld. Om de pensioenwet goed te keuren werd zelfs het parlement buiten spel gezet, toen duidelijk werd dat er geen meerderheid voor zou gevonden worden. Terwijl zijn land in brand stond en de volkswoede enorme proporties aannam ging president Macron op staatsbezoek naar China en Nederland.
Wat nu?
Zoveel onverzettelijkheid zijn we niet gewoon in Europa. Meestal hoopt met name de leiding van de vakbonden dat er na enige tijd een compromis kan onderhandeld worden. Als dat niet onmiddellijk lukt hebben zij sterk de neiging om het proces te verleggen naar het juridische vlak of naar nieuwe wetsvoorstellen. Nu is er op zich niets verkeerds aan de klassenstrijd te voeren op zoveel mogelijk terreinen. Op éen voorwaarde: dat men dit niet doet ten koste van hetgeen waarin wij weten dat wij het sterkst staan: massale mobilisatie door stakingen en betogingen. Altijd is dat laatste doorslaggevend als we willen winnen. In Frankrijk zijn de beperkingen van gerechtelijke initiatieven al duidelijk zichtbaar. De grondwettelijk raad keurde - na klacht van de linkse oppositie- de omstreden pensioenwet op enkele kleine details na goed en belette zelfs dat er daarover een referendum wordt georganiseerd. Opeens was Macron terug van reis om de wet al enkele uren later te ondertekenen, zodat ze vanaf september van kracht wordt.
Het is hoe dan ook een illusie om veel te verwachten van parlement, staat of gerecht. Toegegeven: in het wetboek zijn (dankzij klassenstrijd door onze voorouders!) hier en daar punten opgenomen die de rechten van de arbeiders verdedigen. Maar ten gronde blijven dit een kapitalistische staat en een kapitalistisch gerecht, gedurende meer dan 200 jaar geboetseerd ten voordele van de bezittende klasse. “De staat verdrukt, de wet is leugen” zo begint de tweede strofe van de Internationale en vandaag is dat nog altijd in grote lijnen waar.
Zelfs het stakingsrecht wordt in het Delhaize conflict volop met de voeten getreden. De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel vaardigde het bevel uit dat bij Delhaize tussen 1 en 28 april geen stakerspiketten mogen staan aan winkels en depots. Dat bevel werd uitgevaardigd na een “eenzijdig verzoekschrift” waarbij alleen de stem van de Delhaize directie werd gehoord. Natuurlijk dienden de vakbonden hiertegen verzet in, maar de behandeling daarvan wordt op de lange baan geschoven, met de nauwelijks verholen bedoeling de staking te laten doodbloeden. We mogen dit niet laten gebeuren! Wellicht zijn de tijden voorbij dat enkel spontane reacties van verontwaardiging de beweging rond Delhaize konden stuwen. Maar zorgvuldig geplande acties, bedoeld om Delhaize zo veel mogelijk pijn te doen, kunnen nog lang worden volgehouden. Er zijn ook nog mogelijkheden om de beweging uit te breiden. Het voorstel van de Franstalige vakbond CNE om een een algemene staking te organiseren voor gans de distributiesector moet gesteund worden door de andere vakbonden in de sector en er buiten. Goed uitgelegd, door een massale campagne naar de arbeiders, maar ook naar het brede publiek zou dit een boost kunnen geven aan degenen die al zolang in het verzet staan.
Geld genoeg
De holding Ahold Delhaize maakte in 2022 een winst van 2,5 miljard, een stijging van 14,5%. Maar dit is nog niet het hele verhaal. Daarbovenop koopt het bedrijf sinds 2017 jaarlijks voor ongeveer 1 miljard euro aan aandelen terug van de aandeelhouders (in 2018 zelfs 2 miljard). Bedrijfstechnisch is dat gewoon absurd, maar het komt wel ten goede aan de overblijvende aandeelhouders die de waarde van hun aandeel zien stijgen. Dit beleid is dus zelfs nefast voor de gezondheid van het bedrijf, maar zorgt voor het profijt van de aandeelhouders. Stel je eens voor wat er mogelijk zou zijn met die vele miljarden: betere lonen en arbeidsvoorwaarden voor het personeel, betere prijzen voor de boeren waaraan de keten koopt,…. Maar ook (zeker als we dat uitbreiden naar andere multinationals, die een gelijkaardig beleid voeren) ruime middelen om diensten te verbeteren die ons allen ten goede komen, zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, enz.
Laat ons dat in gedachten houden wanneer men ons probeert wijs te maken dat “onze eisen niet realistisch zijn”. Wij moeten niet buigen voor de kapitalistische dictaten en evenmin tevreden zijn met kruimels. Uiteindelijk willen wij niet alleen de hele koek maar ook de bakkerij. Wij noemen dat wereldwijd socialisme.