Op 17 april ging de ‘Student Intifada’ goed en wel van start. Wanneer de studentenbezetting van de Columbia University in New York hardhandig wordt ontruimd door de politie en deelnemende studenten worden geschorst door de universiteit, wordt de repressie meteen op de proef gesteld: ‘s anderendaags wordt er al een nieuw campusgebouw bezet. Ook dat wordt hardhandig door de politie ontruimd, maar de toon is gezet. Sindsdien zijn de bezettingen in de Verenigde Staten niet meer te tellen (120 universiteiten betrokken). Voor elke bezetting die ontruimd wordt, komen er twee bij.

De studentenprotesten ontstonden op een moment dat duidelijk was dat de massaprotesten de imperialistische regeringen niet op andere gedachten gingen brengen. De westerse heersende klasse laat Israël ongestoord en vooral ondersteund haar genocide tegen de Gazanen verderzetten.

Om de protestbeweging een meer gedetermineerd en permanent karakter te geven, kozen studenten voor de actievorm van de bezetting. Het toonde een radicalisering van de beweging aan. En dat op massale schaal: 8 procent van de Amerikaanse studenten zou bij de bezettingen betrokken zijn. Een heel significant aantal, zeker gezien de brutale repressie. Sinds mei is het een wereldwijde beweging geworden. In België zijn er bezettingen aan de UGent, KUL, ULB, VUB en de ULiège. Onze kameraden organiseerden ook een sit-in aan de UMons.

De afdelingen van de Revolutionair Communistische Organisatie namen aan tientallen bezettingen deel of namen het initiatief om de bal aan het rollen te krijgen. Wat iedereen opviel was dat de bezettingen een forum werden tot intense politieke discussie.

De radicalisering werd ook duidelijk door de ideologische strijd die begon rond de term ‘intifada’, wat de specifiek Palestijnse term is voor volksopstand of revolutie. Jarenlang was de heersende klasse erin geslaagd om deze term te verketteren en er een terroristisch label op te kleven, nu wordt de term door de massa’s omarmd: “Intifada van Gaza tot bij ons!”

Die algemene vorm bleek vooralsnog moeilijk om te zetten in eisen die de grenzen van de universiteit ontstijgen. De studentenbeweging eist overal de stopzetting van de samenwerkingen met de Israëlische universiteiten. De Israëlische samenleving en economie is een militaire machine waartoe universitair onderzoek op vele manieren bijdraagt. In vele gevallen is het gelukt om de rectoraten onder druk te zetten om dergelijke samenwerkingen - althans voorlopig - stop te zetten. Het is een duidelijke overwinning. Anderzijds heeft deze nadruk op directe eisen naar de eigen universiteit toe de beweging ook enigszins geïsoleerd en was de dynamiek eerder intern gericht en niet op de verbreding naar de werkende klasse.

Dit zorgde ook voor een ander spanningsveld: om de directe eisen gedaan te krijgen, zag een deel van de bezetters het als onvermijdelijk om ‘erkenning’ te krijgen vanwege de rectoraten, om de onderhandelingen te vergemakkelijken. Deze houding is volgens ons echter een verkeerde inschatting van de innige band tussen de heersende elite (ook op de universiteit) en het imperialisme. Niet vriendelijkheid en wederzijdse erkenning zijn de ‘way to go’, maar het opbouwen van machtsverhoudingen en daarvoor zijn brede en radicale eisen nodig. Ook al worden die vijandig onthaald… door onze tegenstanders. Daarom is het belangrijk dat de beweging niet aanvaardt hoe de universitaire elite de touwtjes in handen houdt en haar agenda probeert op te dringen. Universiteiten moeten democratisch beheerd worden door studenten, personeel en vertegenwoordigers van de arbeiders-en sociale bewegingen.

Als communisten zien we de huidige eisen van de Student Intifada vooral als een lanceringsplatform om te tonen dat strijd resultaten oplevert. Om grotere doelen te bereiken, moet de beweging uitbreiden naar andere lagen van de bevolking. Dat is de uitdaging voor september: breid de strijd uit naar de middelbare scholen en naar de werkplaatsen door op te roepen tot solidariteitsstakingen! Wanneer de werkende klasse zich moeit, zal het echt mogelijk worden om de wapenleveringen en de zionistische oorlogsmachine te stoppen.

 Uitgelicht: Intersectionaliteit in de beweging

De laatste jaren is het intersectioneel- en identiteitsdenken sterk ingeburgerd geraakt op de universitaire campussen. Het is dan ook logisch dat dit een rol speelde tijdens de bezettingen en dat activisten worstelden met de praktische consequenties ervan in de strijd. Zo beslisten de studenten in British Columbia (Canada) dat enkel Palestijnen nog het woord mochten nemen. Op McGill werd er een stemsysteem ingevoerd gebaseerd op identiteit waarbij bepaalde groepen meer stemmen krijgen dan andere, als een vorm van ‘privilege-check’. Soms werden we ook met identitaire argumenten bekritiseerd wanneer we de politieke discussie opentrokken naar andere problemen die het kapitalisme voortbrengt, omdat elke ‘identiteit’ slechts recht zou hebben op strijd rond één bepaald thema: Palestijnen rond Palestina, arbeiders rond werkomstandigheden, vrouwen rond genderdiscriminatie…

In deze beweging doet een nieuwe generatie studenten enorm veel militante ervaring op. Het zal dan ook nodig zijn om alle lessen hieruit te trekken. Volgens ons spelen deze privilege-checks onder actievoerders en identitaire ideeën geen positieve rol omdat ze steeds beperkend werken. Ze creëren afbakeningen daar waar solidariteit net de kracht heeft om deze te overstijgen. En dat is volgens ons ook het doel van een solidariteitsbeweging: steeds bredere lagen bij de strijd betrekken om die te veralgemenen.