De Arizona regering is 150 dagen oud. Het sociale verzet ertegen is echter 200 dagen oud. Dit is nogal uniek. De vakbondsacties begonnen twee maanden voor de vorming van de regering De Wever en waren zogezegd ‘preventief’. Met deze acties probeerden de vakbonden de coalitiegesprekken te beïnvloeden met de ijdele hoop de vlijmscherpe kantjes er af te halen. De vrees voor grootschalig sociaal protest was ongetwijfeld een bekommernis in de aanslepende onderhandelingen.
Slechts twee andere regeringen kenden een langere onderhandelingsperiode in de politieke geschiedenis van het land. Niet alleen de ‘linkse’ coalitiepartner Vooruit, maar ook CD&V en Les Engagés keken ongerust over hun schouder naar de vakbonden bij elke asociale maatregel die werd uitgetekend. “Zal ons regeerakkoord protest uitlokken, en hoe sterk zal het zijn?" was de knagende vraag in de Wetstraat. “Hoe gaan we dat allemaal kunnen verkopen” bij een ongeruste werkende klasse?
Regering op ramkoers
Maar deze regering is duidelijk voorbereid op een stevige confrontatie met de vakbonden en de arbeidersklasse. Ze heeft de veiligheidsgordels aangesnoerd en de schokdempers versterkt. Ze hoopt vooral dat de meest rechtse en conservatieve delen van de vakbonden het protest in de hand kunnen houden en desnoods saboteren Voor het patronaat, dat jubelt als nooit tevoren, zijn de geplande maatregelen een godsgeschenk. Een drie jaar lange recessie in de industrie, de neergang van de bouwsector en de detailhandel, een slabakkende productiviteit en competitiviteit, noopten de kapitalisten tot een harde aanpak. Er is geen ruimte voor loonsverhogingen, noch een echte index. De concurrentie van iedereen tegen iedereen (langdurige werklozen, zieken, studenten, gepensioneerden) op de arbeidsmarkt moet worden aangezwengeld. Zo stijgt de druk op de loon- en werkvoorwaarden in de bedrijven. Het doel is: de hongerige winstmachine blijven voeden. Want ondanks zwakke prestaties - de groei van het bbp in 2025 is quasi onbestaande - van de Belgische economie blijven de aandeelhouders en andere profiteurs feest vieren. De vier grootbanken boekten vorig jaar een nettowinst van meer dan 8 miljard euro. De winstmarges van bedrijven tot 42% van de toegevoegde waarde in 2024. De economische en geostrategische neergang van Europa, in de verf gezet door de nieuwe handelsoorlog en het verdwijnen van de militaire ruggensteun van de VS, zorgt voor een militaristische draai van alle regeringen op het continent. De sterke stijging van de militaire uitgaven moet grotendeels betaald worden door te snoeien in de sociale uitgaven. ‘Wapens in plaats van boter’ is het nieuwe beleid.
Lobbying versus klassenstrijd
In de vakbondshoofdkwartieren heerste er begin dit jaar fatalisme. “Ze lopen daar allemaal nogal depressief rond” werd er ons verteld. Dat verwondert ons niet. Bij gebrek aan vertrouwen in de kracht van de arbeidersklasse en bij gebrek aan een antikapitalistisch alternatief, denken veel vakbondsleiders dat er enkel te prutsen valt aan de plannen van de regering. Zo klagen ze vooral over het ‘onevenwicht’ in de maatregelen en smeken ze om met hen te praten, om aan sociaal overleg te doen. Sociaal overleg is blijkbaar de enige levenslijn van het vakbondsapparaat. Thierry Bodson van het ABVV, weigert zelfs de strijd voor de val van de regering in te zetten. Ze willen de regeringsmaatregelen ‘bijsturen’ en ‘eerlijker’ maken. Nochtans, voorziet het regeerakkoord, de meest verregaande sociale afbraak in een halve eeuw. En die valt niet bij te sturen, maar moet in de prullenmand worden gegooid. De acties en stakingen die sinds de vorming van de nieuwe regering over het land rollen, zetten veel kwaad bloed bij het patronaat. En terecht. De algemene 24 urenstaking van 31 maart was de grootste in 10 jaar. De nationale betoging die er aan voorafging, was een ‘onstuimige stroom’. Daarna volgden nog vele acties, interprofessioneel en nationaal of in sommige sectoren zoals de openbare diensten en in het bijzonder bij het spoor. Deze acties kunnen rekenen op grote steun van de bevolking leerde ons een bevraging van de VRT. Zowel in Wallonië, Brussel als Vlaanderen. Het was echter zoeken naar een coherent vakbondsplan om de regering en het patronaat KO te slaan. De regering, ondanks veel interne spanningen, blijft haar traject van sociale afbraak en verarming volgen. Dat weegt op de motivatie van zowel delegees en militanten, maar vooral ook op de achterban. En nee, er is geen sprake van gelatenheid en berusting. Hoe concreter de gevolgen van al de maatregelen duidelijk worden, hoe kwader de mensen zijn. Maar er is een actieperspectief nodig en een antikapitalistisch alternatief dat verder gaat dan ‘een rijkentaks’ en andere luttele hervormingen.
Tweede adem nodig
Het is duidelijk dat al deze acties vooral het resultaat waren van druk van onderuit. De vakbondstop ziet in dit veelvoud aan acties slechts een ‘drukkingsmiddel’ om te lobbyen bij deze of andere minister of bij Vooruit. Het komt er voor hen op aan om hier een uitstel daar een bijsturing van een asociale maatregel binnen te halen. Tot dat willen ze de sociale strijd vandaag herleiden. Volgens ACV topvrouw, Ann Vermorgen, wordt het 'een langdurig proces, dat geduld en vastberadenheid vraagt'. Thierry Bodson, ziet heil in een ‘sociale marathon’, t.t.z. een strijd die jaren kan duren… Wie uitgeput is op het einde van deze marathon is niet duidelijk, maar het sociale verzet is wel op zoek naar een tweede adem, zo niet geraakt het in ademnood. De nieuwe nationale betoging, aangekondigd in het vroege najaar, kan hiervoor een aanzet zijn. Maar slechts op één voorwaarde: er moet een nieuwe dynamiek op gang komen van onderuit. We kunnen er niet omheen: een machtige stakingsbeweging van onbeperkte duur in beslissende sectoren van de economie is nodig. Zo een beweging kan andere sectoren aanmoedigen om dezelfde weg in te slaan. Secretarissen, delegees en militanten moeten met de ‘werkvloer’ praten. Individueel en op algemene vergaderingen. En vooral moet er goed geluisterd worden… De bedrijfsgebonden en sectorale eisenbundels moeten samengebracht worden met een nationaal en interprofessioneel programma. Vooraan dat programma moet er staan: geen gepruts, geen nepoverleg, weg met Arizona.